traumasensitief onderwijs
Auteur: Annette Wiesman | Leestijd: 5,5 minuten
Twee orthopedagogen van Orion, een Amsterdamse stichting voor primair en voortgezet speciaal onderwijs, ontdekten dat het merendeel van hun leerlingen geweld of andere ingrijpende ervaringen heeft meegemaakt. Het succesvolle antwoord van deze school: traumasensitief onderwijs.
‘Bijna al onze leerlingen hebben ingrijpende ervaringen meegemaakt’
- Expertisecentrum Orion levert een bijdrage aan passend onderwijs door het delen van kennis en ervaring vanuit het speciaal onderwijs met reguliere scholen.
- Het boek Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen. Een praktisch handboek voor het basisonderwijs door L. Coppens, C. van Kregten, M. Schneijderberg, Uitgeverij SWP (2021)
Meer informatie
- Iedereen op school moet weten wat ACE’s & trauma’s zijn en welke effecten die hebben op de ontwikkeling, leren, welzijn en gedrag.
- School is dé plek om leerlingen te ondersteunen en waar ze kunnen herstellen van wat ze hebben meegemaakt.
- Relaties zijn belangrijk. Koester de relatie tussen leerling en mentor. Bijvoorbeeld door die voor meerdere jaren aan een leerling te koppelen en daarna te zorgen voor een goede overdracht.
- Zorg voor scholing van je personeel: bij Orion worden de schoolteams en nieuwe leerkrachten getraind in traumasensitief onderwijs.
- Leer je leerlingen kennen, inclusief de trauma’s die zij meemaakten, hun problemen en de manier waarop zij het beste met stress kunnen omgaan.
- Vertel leerlingen hoe chronische stress werkt. Bijvoorbeeld door het geven van breinlessen over het voelen van emoties en het ontdekken van de eigen stress-triggers.
- In geval van (dreigende) ontregelingen: eerst stress reguleren. En pas daarna een (corrigerend) gesprek voeren. Dat kan bijvoorbeeld door leerlingen naar de ‘achterwacht’ te sturen als de stress ze te veel wordt.
- Investeer in de relatie met ouders. Vraag bij de intake naar ingrijpende levenservaringen die van belang kunnen zijn, en vertel hoe traumasensitief onderwijs daarbij kan helpen.
Volgens de geïnterviewden zijn dit de belangrijkste uitgangspunten:
Traumasensitief onderwijs
Tekort aan steunende relaties
De ouders zijn vaak ook gewend dat er alleen bij slecht nieuws contact wordt opgenomen. ‘Het vertrouwen moet hersteld worden. Wij merken dat het helpt als leerkrachten ouders meer benaderen als partner waar ze gezamenlijk mee optrekken. Bijvoorbeeld door hen te vragen hoe het met henzelf gaat.’
Offerman vult aan: ‘Aan de levenslust van leerlingen als ze dagelijks naar school komen, zie ik hoe krachtig de mens in de basis is. Wij proberen dat uit te bouwen en vergroten. En wat ik heel mooi vind om te zien, is dat ieder kind een individu is met zijn eigen verhaal. Daar moet je op aansluiten. Dus leerkrachten: wees nieuwsgierig naar ieder kind. Ga samen ontdekken en daar plezier aan beleven.’
Uit het onderzoek van Asselman en Offerman bleek dat de leerlingen vaak niet beschikken over externe bronnen die hun veerkracht kunnen vergroten. Veel leerlingen hebben een tekort aan warme, steunende relaties in hun directe omgeving.
Vanwege hun gedrag lopen de leerlingen vaak ook buiten school tegen problemen aan. Bijvoorbeeld op de sportclub - terwijl sport en spel erg belangrijk voor ze is. Offerman. ‘Het gaat wél goed op de sportclub als er een klik is met bijvoorbeeld de trainer, omdat die begrijpt wat er speelt. Ook hier kan de relatie het verschil maken. Daarom zou het helpen als er in de hele maatschappij meer aandacht is voor de impact van trauma’s.’
De volgende stap in het proces van het traumasensitief werken bij Orion is het betrekken van ouders. De leerkrachten bereiden zich daar nu op voor. Vaak hebben deze ouders weinig vertrouwen in de school door de vele schoolwisselingen die hun kinderen al hebben meegemaakt. ‘De gemiddelde leerling is drie keer ergens weggestuurd,’ vertelt Asselman. ‘Ouders hebben het gevoel gekregen: wij zijn niet gewenst.’
Ouders betrekken
Evelyne Offerman: ‘Aan de levenslust van leerlingen als ze naar school komen, zie ik hoe krachtig de mens in de basis is’
Michiel Asselman: ‘Het vertrouwen van de ouders in school moet hersteld worden’
Evelyne Offerman: ‘Bij tal van onze leerlingen en leerkrachten is een groeiproces te zien’
De leerlingen hebben geleerd om te verwoorden hoe stress bij hen werkt. Dat vergroot hun handelingsrepertoire, zegt Offerman. ‘Neem bijvoorbeeld de jongen die moeilijk tot leren kwam. Door de check-in ontdekte de leerkracht dat hij erg moe was. Zij geeft hem nu af en toe de gelegenheid om in de klas te slapen.’
In zo’n geval voert de leerkracht natuurlijk ook een gesprek met de leerling en eventueel de zorgcoördinator, over waar die vermoeidheid vandaan komt. Offerman: ‘Deze jongen leerde: als ik iets deel, kom ik beter de dag door. Daardoor stapelen de stressfactoren zich niet meer zo op. Zo’n groeiproces is bij tal van onze leerlingen en leerkrachten te zien. Dat is veerkracht: eigenaar zijn van je eigen gevoelens en gedrag.’
De traumasensitieve aanpak heeft duidelijk effect, zeggen beide projectleiders. ‘Het gaat gewoon beter in de klas en het contact is fijner. Er zijn ook minder conflicten,’ zegt Asselman. Ook weten de leerkrachten inmiddels veel meer over ACE’s en trauma. Dat geeft houvast bij moeilijk gedrag en ontregelingen. Offerman: ‘We praten veel met elkaar over wat we doen en waarom. Zo begrijpt iedereen beter waarom dingen wel of niet werken.’
Beter verwoorden
‘Check-in’-rondje
Traumasensitief onderwijs
Evelyne Offerman: ‘Als organisatie kijken we naar: wat heeft deze leerling nodig, en wat de leerkracht?’
Stressmanagement en emotieregulatie zijn belangrijke onderdelen van traumasensitief onderwijs. Om te voorkomen dat de stress bij leerlingen te veel oploopt, zijn er verschillende strategieën bedacht. Bij de start van de dag is er altijd een klassikaal ‘check-in’-rondje, waarin leerlingen hun gevoel kwijt kunnen. Want: ‘Als er iets speelt, kan een leerling niet leren,’ legt Asselman uit.
Leerlingen die de stress voelen oplopen, kunnen een zogenaamde time-in nemen: een privé-time-out in de klas. Of, als dat niet genoeg is, kan het kind terecht bij ‘de achterwacht’, dat is een professional buiten de klas.’
Wat goed werkt, verschilt per leerling. Daarom wordt bij Orion van elk kind in een Ontwikkelingsperspectief Plan vastgelegd welke ontspanningstechnieken aanslaan.
De relatie tussen leerling en leerkracht staat centraal. Het hebben van een vertrouwensfiguur is belangrijk voor deze jongeren; iemand die weet wat zij hebben meegemaakt en hoe zij het beste met stress omgaan. ‘Als organisatie kijken we daarom naar: wat heeft deze leerling nodig, en wat de leerkracht?’ zegt Offerman. ‘Ook in trainingen en schoolcoaching besteden we daar aandacht aan.’
Intussen is het project verbreed naar onze cluster 3-locaties, met leerlingen met een verstandelijke en/of fysieke beperking of langdurige medische problematiek. Ook daar komen heel veel ACE’s voor, weten we inmiddels.’
Bij de presentatie van de uitkomsten aan de schoolteams was iedereen ontdaan, vertelt Offerman. ‘Maar het was ook een bevestiging van wat onze leerkrachten onbewust al wisten. Hun vermoedens zijn nu met harde gegevens onderbouwd.’
Het onderzoek betekende de opmaat voor traumasensitief onderwijs (zie kader onder) voor alle cluster 4-leerlingen van Orion. Bij deze vorm van onderwijs weten onderwijsprofessionals wat ACE’s, trauma’s en de gevolgen ervan zijn. Daarnaast, legt Offerman uit, wordt de school gezien als een baken voor de leerlingen, een plek waar tegenwicht geboden wordt aan hun problemen.
Die verzameling aan ingrijpende levenservaringen levert chronische stress en traumaklachten op. ‘De stress zit al vroeg in hun lijf genesteld en is allesbepalend voor hun gedrag en ontwikkeling,’ zegt Asselman. ‘Het gevolg is een waterval aan problemen.’ Denk daarbij aan emotionele ontregeling, zoals woede-uitbarstingen om kleine dingen, een gebrek aan vertrouwen in anderen en zichzelf, problemen in het aangaan van relaties en problemen zoals schrikachtigheid, waakzaamheid en slechte concentratie. ‘Door de ACE’s worden deze leerlingen geremd in hun ontwikkeling,’ zegt Asselman. ‘Dat heeft leerachterstanden, een kwetsbaar zelfbeeld en faalangst tot gevolg.’
Er wordt veel melding gemaakt van huiselijk geweld, vult Asselman aan. ‘Meer dan 70 procent van de leerlingen meldde een vorm van mishandeling.’ En meer dan de helft van de leerlingen slikt DSM-gerelateerde medicatie. ‘Ook verkeersongelukken en medische problematiek worden verrassend vaak genoemd,’ zegt Offerman. ‘We vroegen de ouders ook naar hun eigen jeugdervaringen. 60 tot 70 procent van hen bleek 4 of meer ACE’s te hebben meegemaakt.’
Uit het onderzoek kwam dat de leerlingen in hun leven al veel ingrijpends hebben meegemaakt. Zo had maar liefst 96 procent van de 175 kinderen een of meer Adverse Childhood Experiences (ACE’s); bijna iedereen dus. Maar liefst 74 procent heeft er 4 of meer meegemaakt. ‘Wat opviel, was dat meer dan de helft al voor het 4e jaar een ACE heeft meegemaakt,’ zegt Offerman.
Waterval
Extreem veel ACE’s
Michiel Asselman: ‘Meer dan 70 procent van de leerlingen meldde een vorm van mishandeling’
Orthopedagoog bij Orion
Evelyne Offerman
Orthopedagoog bij Orion
Michiel Asselman
Cluster 4-leerlingen worden ze genoemd, de kinderen met ernstige gedrags- en psychiatrische problemen in het speciaal onderwijs. Denk daarbij aan korte lontjes, agressie, moeilijk met emoties kunnen omgaan, angst of concentratieproblemen.
Maar wat zijn eigenlijk de achtergronden van die gedragsproblemen? Projectleiders Michiel Asselman en Evelyne Offerman, beiden orthopedagoog bij Orion, stichting voor speciaal onderwijs in Amsterdam, besloten die vraag te onderzoeken. Ze namen vragenlijsten af bij 175 cluster 4-leerlingen tussen 8 en 18 jaar. De leerlingen werden bevraagd over ingrijpende levenservaringen, eventuele posttraumatische stressklachten en veerkracht. In het onderzoek is gebruikgemaakt van meerdere bronnen: de kinderen zelf, hun ouders, de leerkrachten en schooldossiers.
Auteur: Annette Wiesman | Leestijd: 5,5 minuten
Twee orthopedagogen van Orion, een Amsterdamse stichting voor primair en voortgezet speciaal onderwijs, ontdekten dat het merendeel van hun leerlingen geweld of andere ingrijpende ervaringen heeft meegemaakt. Het succesvolle antwoord van deze school: traumasensitief onderwijs.
‘Bijna al onze leerlingen hebben ingrijpende ervaringen meegemaakt’
traumasensitief onderwijs
- Expertisecentrum Orion levert een bijdrage aan passend onderwijs door het delen van kennis en ervaring vanuit het speciaal onderwijs met reguliere scholen.
- Het boek Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen. Een praktisch handboek voor het basisonderwijs door L. Coppens, C. van Kregten, M. Schneijderberg, Uitgeverij SWP (2021)
Meer informatie
- Iedereen op school moet weten wat ACE’s & trauma’s zijn en welke effecten die hebben op de ontwikkeling, leren, welzijn en gedrag.
- School is dé plek om leerlingen te ondersteunen en waar ze kunnen herstellen van wat ze hebben meegemaakt.
- Relaties zijn belangrijk. Koester de relatie tussen leerling en mentor. Bijvoorbeeld door die voor meerdere jaren aan een leerling te koppelen en daarna te zorgen voor een goede overdracht.
- Zorg voor scholing van je personeel: bij Orion worden de schoolteams en nieuwe leerkrachten getraind in traumasensitief onderwijs.
- Leer je leerlingen kennen, inclusief de trauma’s die zij meemaakten, hun problemen en de manier waarop zij het beste met stress kunnen omgaan.
- Vertel leerlingen hoe chronische stress werkt. Bijvoorbeeld door het geven van breinlessen over het voelen van emoties en het ontdekken van de eigen stress-triggers.
- In geval van (dreigende) ontregelingen: eerst stress reguleren. En pas daarna een (corrigerend) gesprek voeren. Dat kan bijvoorbeeld door leerlingen naar de ‘achterwacht’ te sturen als de stress ze te veel wordt.
- Investeer in de relatie met ouders. Vraag bij de intake naar ingrijpende levenservaringen die van belang kunnen zijn, en vertel hoe traumasensitief onderwijs daarbij kan helpen.
Volgens de geïnterviewden zijn dit de belangrijkste uitgangspunten:
Traumasensitief onderwijs
Offerman vult aan: ‘Aan de levenslust van leerlingen als ze dagelijks naar school komen, zie ik hoe krachtig de mens in de basis is. Wij proberen dat uit te bouwen en vergroten. En wat ik heel mooi vind om te zien, is dat ieder kind een individu is met zijn eigen verhaal. Daar moet je op aansluiten. Dus leerkrachten: wees nieuwsgierig naar ieder kind. Ga samen ontdekken en daar plezier aan beleven.’
Evelyne Offerman: ‘Aan de levenslust van leerlingen als ze naar school komen, zie ik hoe krachtig de mens in de basis is’
Uit het onderzoek van Asselman en Offerman bleek dat de leerlingen vaak niet beschikken over externe bronnen die hun veerkracht kunnen vergroten. Veel leerlingen hebben een tekort aan warme, steunende relaties in hun directe omgeving.
Vanwege hun gedrag lopen de leerlingen vaak ook buiten school tegen problemen aan. Bijvoorbeeld op de sportclub - terwijl sport en spel erg belangrijk voor ze is. Offerman. ‘Het gaat wél goed op de sportclub als er een klik is met bijvoorbeeld de trainer, omdat die begrijpt wat er speelt. Ook hier kan de relatie het verschil maken. Daarom zou het helpen als er in de hele maatschappij meer aandacht is voor de impact van trauma’s.’
Tekort aan steunende relaties
De ouders zijn vaak ook gewend dat er alleen bij slecht nieuws contact wordt opgenomen. ‘Het vertrouwen moet hersteld worden. Wij merken dat het helpt als leerkrachten ouders meer benaderen als partner waar ze gezamenlijk mee optrekken. Bijvoorbeeld door hen te vragen hoe het met henzelf gaat.’
Michiel Asselman: ‘Het vertrouwen van de ouders in school moet hersteld worden’
De volgende stap in het proces van het traumasensitief werken bij Orion is het betrekken van ouders. De leerkrachten bereiden zich daar nu op voor. Vaak hebben deze ouders weinig vertrouwen in de school door de vele schoolwisselingen die hun kinderen al hebben meegemaakt. ‘De gemiddelde leerling is drie keer ergens weggestuurd,’ vertelt Asselman. ‘Ouders hebben het gevoel gekregen: wij zijn niet gewenst.’
De leerlingen hebben geleerd om te verwoorden hoe stress bij hen werkt. Dat vergroot hun handelingsrepertoire, zegt Offerman. ‘Neem bijvoorbeeld de jongen die moeilijk tot leren kwam. Door de check-in ontdekte de leerkracht dat hij erg moe was. Zij geeft hem nu af en toe de gelegenheid om in de klas te slapen.’
In zo’n geval voert de leerkracht natuurlijk ook een gesprek met de leerling en eventueel de zorgcoördinator, over waar die vermoeidheid vandaan komt. Offerman: ‘Deze jongen leerde: als ik iets deel, kom ik beter de dag door. Daardoor stapelen de stressfactoren zich niet meer zo op. Zo’n groeiproces is bij tal van onze leerlingen en leerkrachten te zien. Dat is veerkracht: eigenaar zijn van je eigen gevoelens en gedrag.’
Evelyne Offerman: ‘Bij tal van onze leerlingen en leerkrachten is een groeiproces te zien’
De traumasensitieve aanpak heeft duidelijk effect, zeggen beide projectleiders. ‘Het gaat gewoon beter in de klas en het contact is fijner. Er zijn ook minder conflicten,’ zegt Asselman. Ook weten de leerkrachten inmiddels veel meer over ACE’s en trauma. Dat geeft houvast bij moeilijk gedrag en ontregelingen. Offerman: ‘We praten veel met elkaar over wat we doen en waarom. Zo begrijpt iedereen beter waarom dingen wel of niet werken.’
Ouders betrekken
Beter verwoorden
Stressmanagement en emotieregulatie zijn belangrijke onderdelen van traumasensitief onderwijs. Om te voorkomen dat de stress bij leerlingen te veel oploopt, zijn er verschillende strategieën bedacht. Bij de start van de dag is er altijd een klassikaal ‘check-in’-rondje, waarin leerlingen hun gevoel kwijt kunnen. Want: ‘Als er iets speelt, kan een leerling niet leren,’ legt Asselman uit.
Leerlingen die de stress voelen oplopen, kunnen een zogenaamde time-in nemen: een privé-time-out in de klas. Of, als dat niet genoeg is, kan het kind terecht bij ‘de achterwacht’, dat is een professional buiten de klas.’
Wat goed werkt, verschilt per leerling. Daarom wordt bij Orion van elk kind in een Ontwikkelingsperspectief Plan vastgelegd welke ontspanningstechnieken aanslaan.
‘Check-in’-rondje
Evelyne Offerman: ‘Als organisatie kijken we naar: wat heeft deze leerling nodig, en wat de leerkracht?’
De relatie tussen leerling en leerkracht staat centraal. Het hebben van een vertrouwensfiguur is belangrijk voor deze jongeren; iemand die weet wat zij hebben meegemaakt en hoe zij het beste met stress omgaan. ‘Als organisatie kijken we daarom naar: wat heeft deze leerling nodig, en wat de leerkracht?’ zegt Offerman. ‘Ook in trainingen en schoolcoaching besteden we daar aandacht aan.’
Intussen is het project verbreed naar onze cluster 3-locaties, met leerlingen met een verstandelijke en/of fysieke beperking of langdurige medische problematiek. Ook daar komen heel veel ACE’s voor, weten we inmiddels.’
Bij de presentatie van de uitkomsten aan de schoolteams was iedereen ontdaan, vertelt Offerman. ‘Maar het was ook een bevestiging van wat onze leerkrachten onbewust al wisten. Hun vermoedens zijn nu met harde gegevens onderbouwd.’
Het onderzoek betekende de opmaat voor traumasensitief onderwijs (zie kader onder) voor alle cluster 4-leerlingen van Orion. Bij deze vorm van onderwijs weten onderwijsprofessionals wat ACE’s, trauma’s en de gevolgen ervan zijn. Daarnaast, legt Offerman uit, wordt de school gezien als een baken voor de leerlingen, een plek waar tegenwicht geboden wordt aan hun problemen.
Traumasensitief onderwijs
Die verzameling aan ingrijpende levenservaringen levert chronische stress en traumaklachten op. ‘De stress zit al vroeg in hun lijf genesteld en is allesbepalend voor hun gedrag en ontwikkeling,’ zegt Asselman. ‘Het gevolg is een waterval aan problemen.’ Denk daarbij aan emotionele ontregeling, zoals woede-uitbarstingen om kleine dingen, een gebrek aan vertrouwen in anderen en zichzelf, problemen in het aangaan van relaties en problemen zoals schrikachtigheid, waakzaamheid en slechte concentratie. ‘Door de ACE’s worden deze leerlingen geremd in hun ontwikkeling,’ zegt Asselman. ‘Dat heeft leerachterstanden, een kwetsbaar zelfbeeld en faalangst tot gevolg.’
Waterval
Er wordt veel melding gemaakt van huiselijk geweld, vult Asselman aan. ‘Meer dan 70 procent van de leerlingen meldde een vorm van mishandeling.’ En meer dan de helft van de leerlingen slikt DSM-gerelateerde medicatie. ‘Ook verkeersongelukken en medische problematiek worden verrassend vaak genoemd,’ zegt Offerman. ‘We vroegen de ouders ook naar hun eigen jeugdervaringen. 60 tot 70 procent van hen bleek 4 of meer ACE’s te hebben meegemaakt.’
Michiel Asselman: ‘Meer dan 70 procent van de leerlingen meldde een vorm van mishandeling’
Uit het onderzoek kwam dat de leerlingen in hun leven al veel ingrijpends hebben meegemaakt. Zo had maar liefst 96 procent van de 175 kinderen een of meer Adverse Childhood Experiences (ACE’s); bijna iedereen dus. Maar liefst 74 procent heeft er 4 of meer meegemaakt. ‘Wat opviel, was dat meer dan de helft al voor het 4e jaar een ACE heeft meegemaakt,’ zegt Offerman.
Extreem veel ACE’s
Cluster 4-leerlingen worden ze genoemd, de kinderen met ernstige gedrags- en psychiatrische problemen in het speciaal onderwijs. Denk daarbij aan korte lontjes, agressie, moeilijk met emoties kunnen omgaan, angst of concentratieproblemen.
Maar wat zijn eigenlijk de achtergronden van die gedragsproblemen? Projectleiders Michiel Asselman en Evelyne Offerman, beiden orthopedagoog bij Orion, stichting voor speciaal onderwijs in Amsterdam, besloten die vraag te onderzoeken. Ze namen vragenlijsten af bij 175 cluster 4-leerlingen tussen 8 en 18 jaar. De leerlingen werden bevraagd over ingrijpende levenservaringen, eventuele posttraumatische stressklachten en veerkracht. In het onderzoek is gebruikgemaakt van meerdere bronnen: de kinderen zelf, hun ouders, de leerkrachten en schooldossiers.
Orthopedagoog bij Orion
Evelyne Offerman
Orthopedagoog bij Orion
Michiel Asselman