Vóór de geboorte
De Amsterdamse VoorZorg-verpleegkundige Lenneke Pleij bezocht Titi (27) voor het eerst tijdens haar zwangerschap. Sindsdien komt ze er elke twee weken. Kindermishandeling is een van de belangrijke gespreksonderwerpen. ‘We willen laten zien dat kinderen ook een gelúkkige jeugd mogen hebben,’ vertelt Pleij in deze reportage.
Jonge ouders
De intuïtie van ouders aanspreken en hen zelfvertrouwen geven, dat zijn volgens de Groningse sociaal verpleegkundige Bianca Klaver de belangrijkste doelen van het programma Stevig Ouderschap. Met haar huisbezoeken vergroot ze meteen de kans op een veilige en kansrijke omgeving voor kinderen, blijkt in deze reportage.
Reportages over vroege preventie
Verstraten: ‘Er wordt veel beter en vaker dan vroeger naar hen geluisterd. En ze worden steeds meer ondersteund door de interventies.
Op het consultatiebureau vragen we nu aan het begin van het gesprek wat de zorgen van de ouders zelf zijn. Wat willen zij graag bespreken? Wat kunnen zij oplossen? Dat is een heel andere insteek en we merken dat ouders dat erg waarderen.’
Mustert: ‘Professionals weten elkaar veel beter te vinden. Er zit uiteraard verschil tussen gemeenten, maar op veel plaatsen waar die lokale coalities vorm krijgen, gaat het steeds beter. Het gaat er toch om dat professionals elkaar kennen, dat zorgt dat ze even met elkaar kunnen sparren wanneer ze zich zorgen maken over een cliënt.’
We zouden bijvoorbeeld het prenataal huisbezoek nog wel veel vaker willen aanbieden. Professionals in de geboortezorg vinden het gesprek met de ouders nog wel lastig, ze willen zaken niet problematiseren. Dat vraagt inderdaad een investering van die professional, maar we benadrukken altijd dat zij het heel laagdrempelig kan houden door ondersteuning aan te bieden. We verwachten wel dat, wanneer die lokale samenwerking hechter wordt, dit gaat leiden tot betere doorstroming en aansluiting.’
10 effectieve maatregelen voor gemeenten
Lianne Verstraten:
‘Er wordt veel beter en vaker dan vroeger naar ouders geluisterd’
En wat hebben ouders gemerkt van Kansrijke Start?
Wat is de belangrijkste verandering voor professionals sinds Kansrijke Start?
Sandra Mustert:
‘Een netwerk van partners volgt het kind, zoals de zorgteams van het onderwijs’
Sandra Mustert is strategisch adviseur Jeugdgezondheidzorg, ook bij GGD Gelderland-Midden. Ze werkt vijftien jaar in de JGZ.
Lianne Verstraten is beleidsadviseur Jeugdgezondheidszorg bij GGD Gelderland-Midden. Ze werkt al vijfendertig jaar in de jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Bekijk de video over Kansrijke Start en coalities vormen.
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina
Lianne Verstraten:
‘Bij prenataal huisbezoek vragen professionals tegenwoordig naar de jeugdjaren van de ouders’
Helpt tijdig signaleren daadwerkelijk om kindermishandeling te voorkomen?
Hoe hebben jullie dit aangepakt?
Vijftien gemeenten, dat klinkt als een enorme klus?
Wat heeft het landelijke actieprogramma Kansrijke Start (2018) bij jullie veranderd?
Wat is er veranderd in de aanpak van kindermishandeling?
Scroll naar beneden
Mustert: ‘Dat is het ook. Hoe krijg je al die verschillende bloedgroepen bij elkaar? Het veld ziet er in elke gemeente net weer anders uit, alle betrokken organisaties zijn intern anders georganiseerd, en hebben vaak ook een ander werkgebied. Zo werken bijvoorbeeld verloskundigen vaak in meerdere gemeenten. Dat is wel een zoektocht geweest.’
Mustert: ‘Nog steeds bepaalt de plek waar je wieg staat je toekomst. Dat kan anders. Investeren in de eerste levensjaren van een kind, beginnend al voor de zwangerschap, is een slimme investering en de ultieme vorm van preventie. Het versterkt de gezondheid en voorkomt zowel mentale als fysieke problemen op latere leeftijd.
Ik geloof dan ook zeker dat de Kansrijke Start-aanpak werkt. De gemeente Barneveld is daarvan een mooi voorbeeld: zij is vanaf het eerste uur heel betrokken en er zijn al een aantal uitwerkingen van Kansrijke Start operationeel.
Een multidisciplinair team overlegt daar online over zorgwekkende situaties en spreekt concrete acties af. Deze professionals kennen elkaar, kunnen snel en veelvuldig schakelen om ervoor te zorgen dat ouders en kinderen de juiste hulp krijgen. Een netwerk van partners volgt het kind, zoals de zorgteams van het onderwijs. We vormen zo een dekkende zorgstructuur rondom de meeste kwetsbare gezinnen.
Ook in andere gemeenten zien we stapje voor stapje nu uitwerkingen vanuit de lokale coalities.’
Mustert: ‘De kunst is: gewoon beginnen. Maak het niet te groot. Begin eerst maar eens al die betrokken organisaties in kaart te brengen en bij elkaar te zetten. Wat is er al? Wie werkt er al samen?
Wat heel erg hielp, is dat we vanuit de GGD al een regionaal dekkend aanbod aan praktische interventies hadden. Denk bijvoorbeeld aan Samen Starten, VoorZorg, Stevig Ouderschap, Prenataal huisbezoek of Nu Niet Zwanger. Dat aanbod lag er al voor álle vijftien gemeenten en dat maakte het heel concreet.
Gemeenten hebben de regie met het opzetten van lokale coalities, JGZ kan hen hierin adviseren en ondersteunen. Deze coalities moeten ervoor zorgen dat de interventies goed ingezet worden en kunnen de samenwerking tussen medisch en sociaal domein verstevigen.
In bijvoorbeeld het werkgebied van VSV Arnhem, een samenwerkingsverband voor de geboortezorg in Arnhem, werken we nu met zorgpaden voor kwetsbare zwangeren. En kunnen professionals in de geboortezorg voor zwangere vrouwen een prenataal huisbezoek of de interventies VoorZorg of Stevig Ouderschap aanvragen.’
Mustert: ‘Kansrijke Start heeft het voorkomen van kindermishandeling een impuls gegeven. We hebben in ons werkgebied te maken met vijftien gemeenten. In al deze gemeenten kwam Kansrijke Start op de agenda.’
Verstraten: ‘Er waren in onze regio al verschillende initiatieven van verloskundige samenwerkingsverbanden om zorgpaden voor kwetsbare zwangeren te maken, samen met bijvoorbeeld de geboortezorg, de GGD en de sociale wijkteams. Maar door Kansrijke Start is de samenwerking van de GGD met de geboortezorg en met partners binnen het sociaal domein veel intensiever geworden. We zitten veelvuldiger en vanzelfsprekender met alle partijen om tafel.’
Sandra Mustert: ‘Ook binnen de GGD is veel veranderd. In 2016 hebben we de zorg over kinderen tussen 0 en 4 jaar erbij gekregen. Sindsdien leveren we JGZ van min 9 maanden tot 18 jaar.
Vóór die samenvoeging zaten we natuurlijk al met gemeenten om tafel, maar daarna is de samenwerking verder uitgebreid met andere partijen en veel intensiever geworden. Gemeenten in onze regio pakken gelukkig heel duidelijk hun rol in de aanpak van kindermishandeling.’
Lianne Verstraten: ‘Er heeft de afgelopen 25 jaar een enorme verschuiving plaatsgevonden van aanbodgericht naar vraaggericht werken, en naar meer gericht zijn op preventie. Want als we investeren in preventie, kunnen kinderen en jongeren gezonder, veiliger en kansrijker opgroeien. En als je eerder signaleert, kun je eerder interveniëren.
Als ik vroeger een kwetsbaar kind voor me zag, dacht ik vaak: wie is er hier nu eigenlijk de klant? Moet ik niet beginnen bij die kwetsbare ouders en veel breder: naar de omgeving kijken waarin het kind opgroeit? In 2002 hebben we daarom als GGD Gelderland-Midden meegewerkt aan een onderzoek van TNO en de Universiteit van Amsterdam om het signaleringsinstrument Samen Starten te ontwikkelen waarin veel breder wordt gekeken. Het is een van de interventies die wij nu inzetten, bedoeld om de psychosociale ontwikkeling van kinderen vanaf de geboorte te bevorderen.
De focus werd de afgelopen jaren verlegd naar ondersteuning van de ouders, door naast de ouders te gaan staan. Wat hebben zij nodig? Dat is zo’n belangrijke omslag geweest. De gesprekken op het consultatiebureau zijn veranderd. Wie ben jij als ouder, hebben jullie als partners steun aan elkaar? Welke steun haal je uit de omgeving? Wat zijn obstakels die het opvoeden moeilijk maken? En wat vraagt je kind van je? Dat is een mooi leerproces in de JGZ geweest.
We kijken niet meer alleen naar het kind, maar naar het hele systeem. Bij prenataal huisbezoek vragen professionals tegenwoordig bijvoorbeeld naar de jeugdjaren van de ouders en wat dat betekent voor hun rol als toekomstige vader en moeder. Aanvankelijk vonden ze dat lastige vragen om te stellen, maar die tijd van handelingsverlegenheid is voorbij.
We werken voortdurend aan verbetering van de gesprekssystematiek. Het is zo belangrijk dat de professionals alert blijven. Daarom blijven ze zichzelf scholen en kritisch naar zichzelf kijken. Hoe gaat dat gesprek met ouders op het consultatiebureau? Hoe bespreek en volg je de opvoedsituatie? Welke regie geef je aan de ouder? Hoe bevestig je wat goed gaat en moedig je de ouders aan om veranderstappen te nemen? We nemen deze gesprekken op en kijken samen terug: wat ging goed en wat is er nog te leren.’
kansrijke start
6 min.
Jessica Maas
Volgens de Jeugdwet hebben gemeenten een verantwoordelijkheid in de aanpak van kindermishandeling. Hoe werken het medisch en sociaal domein het beste samen als het gaat om preventie bij jonge gezinnen? Lianne Verstraten en Sandra Mustert, beleidsadviseurs bij de GGD, delen hun ervaringen met het programma Kansrijke Start.
‘De samenwerking binnen gemeenten is intensiever geworden’
Sandra Mustert:
‘Gemeenten in onze regio pakken gelukkig heel duidelijk hun rol in de aanpak van kindermishandeling’
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina
Vóór de geboorte
De Amsterdamse VoorZorg-verpleegkundige Lenneke Pleij bezocht Titi (27) voor het eerst tijdens haar zwangerschap. Sindsdien komt ze er elke twee weken. Kindermishandeling is een van de belangrijke gespreksonderwerpen. ‘We willen laten zien dat kinderen ook een gelúkkige jeugd mogen hebben,’ vertelt Pleij in deze reportage.
Jonge ouders
De intuïtie van ouders aanspreken en hen zelfvertrouwen geven, dat zijn volgens de Groningse sociaal verpleegkundige Bianca Klaver de belangrijkste doelen van het programma Stevig Ouderschap. Met haar huisbezoeken vergroot ze meteen de kans op een veilige en kansrijke omgeving voor kinderen, blijkt in deze reportage.
Reportages over vroege preventie
Verstraten: ‘Er wordt veel beter en vaker dan vroeger naar hen geluisterd. En ze worden steeds meer ondersteund door de interventies.
Op het consultatiebureau vragen we nu aan het begin van het gesprek wat de zorgen van de ouders zelf zijn. Wat willen zij graag bespreken? Wat kunnen zij oplossen? Dat is een heel andere insteek en we merken dat ouders dat erg waarderen.’
En wat hebben ouders gemerkt van Kansrijke Start?
Lianne Verstraten:
‘Er wordt veel beter en vaker dan vroeger naar ouders geluisterd’
Mustert: ‘Professionals weten elkaar veel beter te vinden. Er zit uiteraard verschil tussen gemeenten, maar op veel plaatsen waar die lokale coalities vorm krijgen, gaat het steeds beter. Het gaat er toch om dat professionals elkaar kennen, dat zorgt dat ze even met elkaar kunnen sparren wanneer ze zich zorgen maken over een cliënt.’
We zouden bijvoorbeeld het prenataal huisbezoek nog wel veel vaker willen aanbieden. Professionals in de geboortezorg vinden het gesprek met de ouders nog wel lastig, ze willen zaken niet problematiseren. Dat vraagt inderdaad een investering van die professional, maar we benadrukken altijd dat zij het heel laagdrempelig kan houden door ondersteuning aan te bieden. We verwachten wel dat, wanneer die lokale samenwerking hechter wordt, dit gaat leiden tot betere doorstroming en aansluiting.’
Wat is de belangrijkste verandering voor professionals sinds Kansrijke Start?
Mustert: ‘Nog steeds bepaalt de plek waar je wieg staat je toekomst. Dat kan anders. Investeren in de eerste levensjaren van een kind, beginnend al voor de zwangerschap, is een slimme investering en de ultieme vorm van preventie. Het versterkt de gezondheid en voorkomt zowel mentale als fysieke problemen op latere leeftijd.
Ik geloof dan ook zeker dat de Kansrijke Start-aanpak werkt. De gemeente Barneveld is daarvan een mooi voorbeeld: zij is vanaf het eerste uur heel betrokken en er zijn al een aantal uitwerkingen van Kansrijke Start operationeel.
Een multidisciplinair team overlegt daar online over zorgwekkende situaties en spreekt concrete acties af. Deze professionals kennen elkaar, kunnen snel en veelvuldig schakelen om ervoor te zorgen dat ouders en kinderen de juiste hulp krijgen. Een netwerk van partners volgt het kind, zoals de zorgteams van het onderwijs. We vormen zo een dekkende zorgstructuur rondom de meeste kwetsbare gezinnen.
Ook in andere gemeenten zien we stapje voor stapje nu uitwerkingen vanuit de lokale coalities.’
Mustert: ‘De kunst is: gewoon beginnen. Maak het niet te groot. Begin eerst maar eens al die betrokken organisaties in kaart te brengen en bij elkaar te zetten. Wat is er al? Wie werkt er al samen?
Wat heel erg hielp, is dat we vanuit de GGD al een regionaal dekkend aanbod aan praktische interventies hadden. Denk bijvoorbeeld aan Samen Starten, VoorZorg, Stevig Ouderschap, Prenataal huisbezoek of Nu Niet Zwanger. Dat aanbod lag er al voor álle vijftien gemeenten en dat maakte het heel concreet.
Gemeenten hebben de regie met het opzetten van lokale coalities, JGZ kan hen hierin adviseren en ondersteunen. Deze coalities moeten ervoor zorgen dat de interventies goed ingezet worden en kunnen de samenwerking tussen medisch en sociaal domein verstevigen.
In bijvoorbeeld het werkgebied van VSV Arnhem, een samenwerkingsverband voor de geboortezorg in Arnhem, werken we nu met zorgpaden voor kwetsbare zwangeren. En kunnen professionals in de geboortezorg voor zwangere vrouwen een prenataal huisbezoek of de interventies VoorZorg of Stevig Ouderschap aanvragen.’
Helpt tijdig signaleren daadwerkelijk om kindermishandeling te voorkomen?
Sandra Mustert:
‘Een netwerk van partners volgt het kind, zoals de zorgteams van het onderwijs’
Hoe hebben jullie dit aangepakt?
Mustert: ‘Dat is het ook. Hoe krijg je al die verschillende bloedgroepen bij elkaar? Het veld ziet er in elke gemeente net weer anders uit, alle betrokken organisaties zijn intern anders georganiseerd, en hebben vaak ook een ander werkgebied. Zo werken bijvoorbeeld verloskundigen vaak in meerdere gemeenten. Dat is wel een zoektocht geweest.’
Vijftien gemeenten, dat klinkt als een enorme klus?
Mustert: ‘Kansrijke Start heeft het voorkomen van kindermishandeling een impuls gegeven. We hebben in ons werkgebied te maken met vijftien gemeenten. In al deze gemeenten kwam Kansrijke Start op de agenda.’
Verstraten: ‘Er waren in onze regio al verschillende initiatieven van verloskundige samenwerkingsverbanden om zorgpaden voor kwetsbare zwangeren te maken, samen met bijvoorbeeld de geboortezorg, de GGD en de sociale wijkteams. Maar door Kansrijke Start is de samenwerking van de GGD met de geboortezorg en met partners binnen het sociaal domein veel intensiever geworden. We zitten veelvuldiger en vanzelfsprekender met alle partijen om tafel.’
Wat heeft het landelijke actieprogramma Kansrijke Start (2018) bij jullie veranderd?
Bekijk de video over Kansrijke Start en coalities vormen.
Sandra Mustert:
‘Gemeenten in onze regio pakken gelukkig heel duidelijk hun rol in de aanpak van kindermishandeling’
Sandra Mustert: ‘Ook binnen de GGD is veel veranderd. In 2016 hebben we de zorg over kinderen tussen 0 en 4 jaar erbij gekregen. Sindsdien leveren we JGZ van min 9 maanden tot 18 jaar.
Vóór die samenvoeging zaten we natuurlijk al met gemeenten om tafel, maar daarna is de samenwerking verder uitgebreid met andere partijen en veel intensiever geworden. Gemeenten in onze regio pakken gelukkig heel duidelijk hun rol in de aanpak van kindermishandeling.’
Lianne Verstraten:
‘Bij prenataal huisbezoek vragen professionals tegenwoordig naar de jeugdjaren van de ouders’
Lianne Verstraten: ‘Er heeft de afgelopen 25 jaar een enorme verschuiving plaatsgevonden van aanbodgericht naar vraaggericht werken, en naar meer gericht zijn op preventie. Want als we investeren in preventie, kunnen kinderen en jongeren gezonder, veiliger en kansrijker opgroeien. En als je eerder signaleert, kun je eerder interveniëren.
Als ik vroeger een kwetsbaar kind voor me zag, dacht ik vaak: wie is er hier nu eigenlijk de klant? Moet ik niet beginnen bij die kwetsbare ouders en veel breder: naar de omgeving kijken waarin het kind opgroeit? In 2002 hebben we daarom als GGD Gelderland-Midden meegewerkt aan een onderzoek van TNO en de Universiteit van Amsterdam om het signaleringsinstrument Samen Starten te ontwikkelen waarin veel breder wordt gekeken. Het is een van de interventies die wij nu inzetten, bedoeld om de psychosociale ontwikkeling van kinderen vanaf de geboorte te bevorderen.
De focus werd de afgelopen jaren verlegd naar ondersteuning van de ouders, door naast de ouders te gaan staan. Wat hebben zij nodig? Dat is zo’n belangrijke omslag geweest. De gesprekken op het consultatiebureau zijn veranderd. Wie ben jij als ouder, hebben jullie als partners steun aan elkaar? Welke steun haal je uit de omgeving? Wat zijn obstakels die het opvoeden moeilijk maken? En wat vraagt je kind van je? Dat is een mooi leerproces in de JGZ geweest.
We kijken niet meer alleen naar het kind, maar naar het hele systeem. Bij prenataal huisbezoek vragen professionals tegenwoordig bijvoorbeeld naar de jeugdjaren van de ouders en wat dat betekent voor hun rol als toekomstige vader en moeder. Aanvankelijk vonden ze dat lastige vragen om te stellen, maar die tijd van handelingsverlegenheid is voorbij.
We werken voortdurend aan verbetering van de gesprekssystematiek. Het is zo belangrijk dat de professionals alert blijven. Daarom blijven ze zichzelf scholen en kritisch naar zichzelf kijken. Hoe gaat dat gesprek met ouders op het consultatiebureau? Hoe bespreek en volg je de opvoedsituatie? Welke regie geef je aan de ouder? Hoe bevestig je wat goed gaat en moedig je de ouders aan om veranderstappen te nemen? We nemen deze gesprekken op en kijken samen terug: wat ging goed en wat is er nog te leren.’
Wat is er veranderd in de aanpak van kindermishandeling?
Sandra Mustert is strategisch adviseur Jeugdgezondheidzorg, ook bij GGD Gelderland-Midden. Ze werkt vijftien jaar in de JGZ.
Lianne Verstraten is beleidsadviseur Jeugdgezondheidszorg bij GGD Gelderland-Midden. Ze werkt al vijfendertig jaar in de jeugdgezondheidszorg (JGZ).
10 effectieve maatregelen voor gemeenten
Volgens de Jeugdwet hebben gemeenten een verantwoordelijkheid in de aanpak van kindermishandeling. Hoe werken het medisch en sociaal domein het beste samen als het gaat om preventie bij jonge gezinnen? Lianne Verstraten en Sandra Mustert, beleidsadviseurs bij de GGD, delen hun ervaringen met het programma Kansrijke Start.
‘De samenwerking binnen gemeenten is intensiever geworden’
kansrijke start
6 min.
Jessica Maas