5 min.
Diana Eijsermans
Annette Wiesman
interview
Ondersteuning van ouders en kinderen in oorlogsgebieden
Zwangeren en jonge kinderen hebben ernstig te lijden onder oorlog. IMH Nederland heeft daarom op haar website de pagina Trauma Informed Care waarop zij traumagerelateerde informatie aan professionals aanbieden. Daarmee kunnen zij zwangeren en jonge kinderen in oorlogsgebieden ondersteunen. De informatie is merendeels in het Engels en soms in de taal van de rampgebieden. De pagina wordt voortdurend aangevuld.
Wat kunnen we doen aan die trauma’s?
Wat wil je professionals die met deze ouders werken meegeven?
Hoe kun je deze ouders het best begeleiden?
Deze postmigratiestressoren spelen dus een sleutelrol?
Hebben alle ouders die met hun gezin vluchten een trauma?
Zijn de ervaringen van vluchtelingen in Gaza vergelijkbaar, denk je?
Over Eltanamly’s onderzoek
Hend Eltanamly
Als universitair docent is Hend Eltanamly verbonden aan de afdeling Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Utrecht. Ze promoveerde in 2021 aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift When The Village Gets Bombed: Parenting in the Aftermath of War and Refuge. Daarvoor studeerde ze aan de University of Minnesotam (VS) en de American University of Caïro (Egypte).
Welke factoren beïnvloeden het ouderschap van vluchtelingen?
Waarom vond je dit een belangrijk onderwerp?
‘Van alle vluchtelingen verblijft wereldwijd circa 75 procent in vluchtelingenkampen in de regio. Vaak in slechte levensomstandigheden. Kinderen gaan niet of nauwelijks naar school, hebben last van hitte en kou en zijn getraumatiseerd. In deze primitieve onderkomens waar ze vaak jaren verblijven, doen ze soms nieuwe trauma’s op. Dat is wat ontheemding met mensen doet. Het verblijf in vluchtelingenkampen wordt door de meeste ouders dan ook als absoluut dieptepunt ervaren.’
Dat verschil bleek te maken te hebben met het vertrouwen dat ze hadden in zichzelf als ouder. Ouders met meer vertrouwen waren beter in staat warmte te geven en verbaal te communiceren met de kinderen.
Het vertrouwen was hoger naarmate de ouders beter inburgerden door de taal te leren, nieuwe vaardigheden aanleerden en sneller herstelden van de uitputting.
Omgekeerd konden zogenaamde postmigratiestressoren zoals schaamte, taalproblemen en cultuurverschillen het vertrouwen ondermijnen. ‘En hoe meer ouders verlangden naar hun thuisland en zich buitengesloten en gediscrimineerd voelden, hoe minder bekwaam ze zich voelden als ouder.’
‘De trauma’s van oorlogsvluchtelingen zijn in veel opzichten vergelijkbaar met trauma’s van oorlogsveteranen. Met als belangrijk verschil dat oorlogsveteranen hun kinderen thuis veilig wisten. Wat er gebeurt wanneer ouder én kind potentieel blootgesteld zijn aan traumatische situaties? Dan moet je als professional bij een interventie niet naar individuen kijken, maar naar het hele systeem. Ik heb dit niet onderzocht, maar vermoed dat er dan een relationele PTSS-dynamiek optreedt, een zichzelf versterkende cyclus. Bijvoorbeeld: als een ouder een hard geluid hoort en daar gestrest op reageert, kan het kind gaan huilen, wat de ouder opnieuw triggert. De ouder en het kind lijden dubbel, één keer vanwege hun blootstelling aan het trauma, en een tweede keer omdat zij samenleven met iemand die potentieel getraumatiseerd is.’
Met de meeste ouders in haar onderzoeksgroep ging het na aankomst in Nederland beter, observeerde Eltanamly. De gevoeligheid en betrokkenheid van ouders bij hun kinderen was tijdens de oorlog, de vlucht en de ontheemding verder afgenomen, maar groeide weer. Maar ze zag ook verschillen tussen de ouders. ‘Sommigen veerden op en waren weer in staat liefde te geven en positief op te voeden, anderen minder.’
‘Ik zou tegen de Centra voor Jeugd en Gezin, psychologen, hulpverleners en jeugdartsen willen zeggen: zoek naar de krachtbronnen van deze ouders en benadruk die.’
‘In april verschijnt Trauma en waarheid, een boek waarin ikzelf en zes andere onderzoekers, wetenschappers en ervaringsdeskundigen ontdekkingen delen op het gebied van trauma. Trauma en de behandeling ervan lijken niet alleen een individuele psychologische reis te zijn, maar zijn ook verweven met collectieve aspecten van het leven, zoals je relaties met je omgeving, de maatschappelijke omgang met moraal, schuld en schaamte.’
Trauma en waarheid is hier te koop.
‘Verhalen over hun eigen ervaringen met positieve opvoeding kunnen deze ouders bekrachtigen in hun ouderschap. Ik nam interviews op waarin ik ouders vroeg om me te vertellen over hun opvoedmomenten met de kinderen. Die positieve momenten konden klein zijn, zoals een moeder die haar verlegen dochter een lief compliment gaf over haar hulp toen ze bezoek kregen van een Nederlandse ouder en kind. Ik herinnerde de moeder eraan hoezeer haar dochter van dat compliment was gaan gloeien.
Zo gaf ik alle ouders positieve feedback op maat. Ik zag het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde toenemen en de invloed van postmigratiestress afnemen. Dat effect zou ik verder willen uitzoeken.’
‘Klopt. Een van de vaders die ik interviewde, vertelde over zijn leven in Damascus. Hij had een goed leven: een gezin, een groot bedrijf, drie huizen. Over de situatie in zijn land was hij in ontkenning. Opeens zag zijn zoon, die uit het raam keek, dat IS in de stad was. Het gezin kreeg een uur om te vertrekken. Een kwartier daarna is hun huis gebombardeerd.
Toen begon de levensgevaarlijke vlucht van huis naar huis. Wat doet het met je zelfvertrouwen als ouder als je ineens tot niks gereduceerd wordt? Terugkijkend voelen vluchtelingen zich vaak een slechte vader of moeder. Of ze voelen zich schuldig vanwege de gruwelen die de kinderen gezien hebben. Maar het is niet de buitenwereld die jou iets kwalijk neemt, dat doe je zelf. Na afloop van een interview vroeg een vader me: denk je dat mijn kinderen me hierom zullen haten? Dat raakte me enorm.’
‘Nee, vluchten kán traumatisch zijn, maar dat hoeft het niet per se. Uit onderzoek blijkt dat van de vluchtelingen in Nederland naar schatting 38 procent een oorlogstrauma heeft. Ook het aantal psychische problemen ligt hoger dan gemiddeld. Denk aan depressies, gevoelens van eenzaamheid en isolatie.
Verder moet je een onderscheid maken tussen een trauma opgelopen door bijvoorbeeld bombardementen, en trauma’s die te maken hebben met het gevoel dat je niet goed voor je gezin hebt kunnen zorgen, zoals in de periode van en na de vlucht gebeurt.
Als wij onderzoekers vragen naar trauma, gaan we uit van vragenlijsten gebaseerd op het DSM-handboek. Maar die gaan uit van een westerse manier van denken. Sommige mensen uit andere culturen noemen depressie bijvoorbeeld eerder agony (doodsangst). Als ze zorgen hebben, vertalen ze dat vaak naar lichamelijke klachten. Daardoor mis je als onderzoeker eerder iets.’
‘Niet helemaal, want daar verkeren de verdreven en weggetrokken gezinnen nog steeds in levensgevaar. Dat zal waarschijnlijk andere reacties teweegbrengen dan die ik in mijn onderzoek tegenkwam. Je kunt je voorstellen dat gezinnen die een naaste zijn kwijtgeraakt, meer warmte en liefde laten zien aan hun overlevende kinderen. Maar dat moet toekomstig onderzoek uitwijzen.’
Maar wanneer ouders in vluchtelingenkampen terechtkomen en al hun bezittingen kwijtraken, neemt hun gevoeligheid af en zijn ze vaker vijandig naar hun kinderen. Door het gebrek aan financiële middelen, het samenwonen met anderen, het niet kunnen voldoen aan hun ouderlijke rol, de scheiding van gezinsleden en het verlies van sociale status staat overleven centraal en is er weinig ruimte voor individuele behoeften. Door de toenemende stress is er minder warmte, meer hardheid en minder structuur. Waarschijnlijk is het door het ervaren van intense stress moeilijker om toegang te krijgen tot je emotionele reserves.
Als je kind problemen heeft op school terwijl jij je zorgen maakt omdat je man de riskante overtocht naar Europa aan het maken is, is het moeilijk om met je kind mee te leven. Ik sprak een moeder die werkte bij een internationaal bedrijf in Syrië. Ze vluchtte uit Syrië naar Turkije, terwijl haar man de oversteek naar Europa maakte. Ze verloor de toegang tot haar financiële middelen en verbleef in een vluchtelingenkamp. Haar kinderen gaf ze in die tijd soms een tik, iets wat ze nooit eerder deed en waar ze zich nu schuldig over voelt.’
Eltanamly benadrukt dat het in het onderzoek dat zij deed gaat om gemiddelden, niet om individuele gevallen. Ook wil ze gevluchte ouders nergens van beschuldigen; het zijn immers de verschrikkelijke omstandigheden die deze effecten veroorzaken.
‘We weten uit ander onderzoek dat stress ouderschap kan beïnvloeden, maar dit is geen gewone stress. Ik wilde meer weten van het dagelijks leven in een oorlogssituatie en daarna. Daarin zien we verschillende patronen. Gezinnen in oorlogsgebied zijn in staat, zo lang ze hun leven enigszins kunnen voortzetten, hun kinderen warmte te geven.
‘In 2015 zag ik de nu iconische nieuwsfoto van Aylan, het Koerdisch-Syrische jongetje dat aan het strand in Griekenland aanspoelde. Die trof me enorm. Niemand neemt dit soort risico’s en brengt zijn kind zó in gevaar, tenzij het thuis verschrikkelijk onveilig is. Je land verlaten met je gezin is het aller-allerlaatste wat ouders doen. Zoals de Brits-Somalische dichter Warsan Shire schreef: No one puts their children in a boat unless the water is safer than the land.’ (Zie kader onderaan.)
Onderzoekers richtten zich lange tijd vooral op oorlogstrauma’s als verklaring voor posttraumatische stresssymptomen, depressie en angst bij vluchtelingengezinnen. Dat lijkt logisch, zegt onderzoeker Hend Eltanamly, maar het is maar een deel van het verhaal. Gezinnen die gevlucht zijn, komen vaak terecht in vluchtelingenkampen, waar de omstandigheden verre van ideaal zijn. Ook in het leven dat zij daarna opbouwen hebben zij het niet altijd makkelijk. Eltanamly, die al langer onderzoek doet naar ouderschap, vroeg zich af: wat doen de dagelijkse stressoren die ouders tijdens en na hun vlucht ervaren met hun rol als opvoeders?
Leestip van Hend Eltanamly
‘In de primitieve onderkomens waar ze vaak jaren verblijven, doen ze soms nieuwe trauma’s op’
‘In vluchtelingenkampen is er minder warmte, meer hardheid en minder structuur’
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina:
Oorlogsvluchtelingen ervaren tijdens de vlucht en daarna veel stress. Daardoor kunnen deze ouders hun kinderen vaak weinig warmte en structuur bieden, zegt onderzoeker Hend Eltanamly. ‘Door positieve feedback kan hun vertrouwen in hun ouderschap herstellen.’
‘Veel vluchtelingen voelen zich een slechte vader of moeder’
Scroll naar beneden
Deel deze pagina:
Naar het volgende artikel
Ondersteuning van ouders en kinderen in oorlogsgebieden
Zwangeren en jonge kinderen hebben ernstig te lijden onder oorlog. IMH Nederland heeft daarom op haar website de pagina Trauma Informed Care waarop zij traumagerelateerde informatie aan professionals aanbieden. Daarmee kunnen zij zwangeren en jonge kinderen in oorlogsgebieden ondersteunen. De informatie is merendeels in het Engels en soms in de taal van de rampgebieden. De pagina wordt voortdurend aangevuld.
Naar inhoudsopgave
‘In april verschijnt Trauma en waarheid, een boek waarin ikzelf en zes andere onderzoekers, wetenschappers en ervaringsdeskundigen ontdekkingen delen op het gebied van trauma. Trauma en de behandeling ervan lijken niet alleen een individuele psychologische reis te zijn, maar zijn ook verweven met collectieve aspecten van het leven, zoals je relaties met je omgeving, de maatschappelijke omgang met moraal, schuld en schaamte.’
Trauma en waarheid is hier te koop.
Leestip van Hend Eltanamly
‘Ik zou tegen de Centra voor Jeugd en Gezin, psychologen, hulpverleners en jeugdartsen willen zeggen: zoek naar de krachtbronnen van deze ouders en benadruk die.’
Wat wil je professionals die met deze ouders werken meegeven?
‘Verhalen over hun eigen ervaringen met positieve opvoeding kunnen deze ouders bekrachtigen in hun ouderschap. Ik nam interviews op waarin ik ouders vroeg om me te vertellen over hun opvoedmomenten met de kinderen. Die positieve momenten konden klein zijn, zoals een moeder die haar verlegen dochter een lief compliment gaf over haar hulp toen ze bezoek kregen van een Nederlandse ouder en kind. Ik herinnerde de moeder eraan hoezeer haar dochter van dat compliment was gaan gloeien.
Zo gaf ik alle ouders positieve feedback op maat. Ik zag het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde toenemen en de invloed van postmigratiestress afnemen. Dat effect zou ik verder willen uitzoeken.’
Hoe kun je deze ouders het best begeleiden?
‘Klopt. Een van de vaders die ik interviewde, vertelde over zijn leven in Damascus. Hij had een goed leven: een gezin, een groot bedrijf, drie huizen. Over de situatie in zijn land was hij in ontkenning. Opeens zag zijn zoon, die uit het raam keek, dat IS in de stad was. Het gezin kreeg een uur om te vertrekken. Een kwartier daarna is hun huis gebombardeerd.
Toen begon de levensgevaarlijke vlucht van huis naar huis. Wat doet het met je zelfvertrouwen als ouder als je ineens tot niks gereduceerd wordt? Terugkijkend voelen vluchtelingen zich vaak een slechte vader of moeder. Of ze voelen zich schuldig vanwege de gruwelen die de kinderen gezien hebben. Maar het is niet de buitenwereld die jou iets kwalijk neemt, dat doe je zelf. Na afloop van een interview vroeg een vader me: denk je dat mijn kinderen me hierom zullen haten? Dat raakte me enorm.’
Deze postmigratiestressoren spelen dus een sleutelrol?
Wat kunnen we doen aan die trauma’s?
‘Nee, vluchten kán traumatisch zijn, maar dat hoeft het niet per se. Uit onderzoek blijkt dat van de vluchtelingen in Nederland naar schatting 38 procent een oorlogstrauma heeft. Ook het aantal psychische problemen ligt hoger dan gemiddeld. Denk aan depressies, gevoelens van eenzaamheid en isolatie.
Verder moet je een onderscheid maken tussen een trauma opgelopen door bijvoorbeeld bombardementen, en trauma’s die te maken hebben met het gevoel dat je niet goed voor je gezin hebt kunnen zorgen, zoals in de periode van en na de vlucht gebeurt.
Als wij onderzoekers vragen naar trauma, gaan we uit van vragenlijsten gebaseerd op het DSM-handboek. Maar die gaan uit van een westerse manier van denken. Sommige mensen uit andere culturen noemen depressie bijvoorbeeld eerder agony (doodsangst). Als ze zorgen hebben, vertalen ze dat vaak naar lichamelijke klachten. Daardoor mis je als onderzoeker eerder iets.’
Hebben alle ouders die met hun gezin vluchten een trauma?
‘Niet helemaal, want daar verkeren de verdreven en weggetrokken gezinnen nog steeds in levensgevaar. Dat zal waarschijnlijk andere reacties teweegbrengen dan die ik in mijn onderzoek tegenkwam. Je kunt je voorstellen dat gezinnen die een naaste zijn kwijtgeraakt, meer warmte en liefde laten zien aan hun overlevende kinderen. Maar dat moet toekomstig onderzoek uitwijzen.’
Zijn de ervaringen van vluchtelingen in Gaza vergelijkbaar, denk je?
‘De trauma’s van oorlogsvluchtelingen zijn in veel opzichten vergelijkbaar met trauma’s van oorlogsveteranen. Met als belangrijk verschil dat oorlogsveteranen hun kinderen thuis veilig wisten. Wat er gebeurt wanneer ouder én kind potentieel blootgesteld zijn aan traumatische situaties? Dan moet je als professional bij een interventie niet naar individuen kijken, maar naar het hele systeem. Ik heb dit niet onderzocht, maar vermoed dat er dan een relationele PTSS-dynamiek optreedt, een zichzelf versterkende cyclus. Bijvoorbeeld: als een ouder een hard geluid hoort en daar gestrest op reageert, kan het kind gaan huilen, wat de ouder opnieuw triggert. De ouder en het kind lijden dubbel, één keer vanwege hun blootstelling aan het trauma, en een tweede keer omdat zij samenleven met iemand die potentieel getraumatiseerd is.’
Met de meeste ouders in haar onderzoeksgroep ging het na aankomst in Nederland beter, observeerde Eltanamly. De gevoeligheid en betrokkenheid van ouders bij hun kinderen was tijdens de oorlog, de vlucht en de ontheemding verder afgenomen, maar groeide weer. Maar ze zag ook verschillen tussen de ouders. ‘Sommigen veerden op en waren weer in staat liefde te geven en positief op te voeden, anderen minder.’
Dat verschil bleek te maken te hebben met het vertrouwen dat ze hadden in zichzelf als ouder. Ouders met meer vertrouwen waren beter in staat warmte te geven en verbaal te communiceren met de kinderen.
Het vertrouwen was hoger naarmate de ouders beter inburgerden door de taal te leren, nieuwe vaardigheden aanleerden en sneller herstelden van de uitputting.
Omgekeerd konden zogenaamde postmigratiestressoren zoals schaamte, taalproblemen en cultuurverschillen het vertrouwen ondermijnen. ‘En hoe meer ouders verlangden naar hun thuisland en zich buitengesloten en gediscrimineerd voelden, hoe minder bekwaam ze zich voelden als ouder.’
‘Van alle vluchtelingen verblijft wereldwijd circa 75 procent in vluchtelingenkampen in de regio. Vaak in slechte levensomstandigheden. Kinderen gaan niet of nauwelijks naar school, hebben last van hitte en kou en zijn getraumatiseerd. In deze primitieve onderkomens waar ze vaak jaren verblijven, doen ze soms nieuwe trauma’s op. Dat is wat ontheemding met mensen doet. Het verblijf in vluchtelingenkampen wordt door de meeste ouders dan ook als absoluut dieptepunt ervaren.’
‘In de primitieve onderkomens waar ze vaak jaren verblijven, doen ze soms nieuwe trauma’s op’
Maar wanneer ouders in vluchtelingenkampen terechtkomen en al hun bezittingen kwijtraken, neemt hun gevoeligheid af en zijn ze vaker vijandig naar hun kinderen. Door het gebrek aan financiële middelen, het samenwonen met anderen, het niet kunnen voldoen aan hun ouderlijke rol, de scheiding van gezinsleden en het verlies van sociale status staat overleven centraal en is er weinig ruimte voor individuele behoeften. Door de toenemende stress is er minder warmte, meer hardheid en minder structuur. Waarschijnlijk is het door het ervaren van intense stress moeilijker om toegang te krijgen tot je emotionele reserves.
Als je kind problemen heeft op school terwijl jij je zorgen maakt omdat je man de riskante overtocht naar Europa aan het maken is, is het moeilijk om met je kind mee te leven. Ik sprak een moeder die werkte bij een internationaal bedrijf in Syrië. Ze vluchtte uit Syrië naar Turkije, terwijl haar man de oversteek naar Europa maakte. Ze verloor de toegang tot haar financiële middelen en verbleef in een vluchtelingenkamp. Haar kinderen gaf ze in die tijd soms een tik, iets wat ze nooit eerder deed en waar ze zich nu schuldig over voelt.’
Eltanamly benadrukt dat het in het onderzoek dat zij deed gaat om gemiddelden, niet om individuele gevallen. Ook wil ze gevluchte ouders nergens van beschuldigen; het zijn immers de verschrikkelijke omstandigheden die deze effecten veroorzaken.
‘We weten uit ander onderzoek dat stress ouderschap kan beïnvloeden, maar dit is geen gewone stress. Ik wilde meer weten van het dagelijks leven in een oorlogssituatie en daarna. Daarin zien we verschillende patronen. Gezinnen in oorlogsgebied zijn in staat, zo lang ze hun leven enigszins kunnen voortzetten, hun kinderen warmte te geven.
Hend Eltanamly
Als universitair docent is Hend Eltanamly verbonden aan de afdeling Ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Utrecht. Ze promoveerde in 2021 aan de Universiteit van Amsterdam op haar proefschrift When The Village Gets Bombed: Parenting in the Aftermath of War and Refuge. Daarvoor studeerde ze aan de University of Minnesotam (VS) en de American University of Caïro (Egypte).
Over Eltanamly’s onderzoek
Welke factoren beïnvloeden het ouderschap van vluchtelingen?
‘In 2015 zag ik de nu iconische nieuwsfoto van Aylan, het Koerdisch-Syrische jongetje dat aan het strand in Griekenland aanspoelde. Die trof me enorm. Niemand neemt dit soort risico’s en brengt zijn kind zó in gevaar, tenzij het thuis verschrikkelijk onveilig is. Je land verlaten met je gezin is het aller-allerlaatste wat ouders doen. Zoals de Brits-Somalische dichter Warsan Shire schreef: No one puts their children in a boat unless the water is safer than the land.’ (Zie kader onderaan.)
Waarom vond je dit een belangrijk onderwerp?
Onderzoekers richtten zich lange tijd vooral op oorlogstrauma’s als verklaring voor posttraumatische stresssymptomen, depressie en angst bij vluchtelingengezinnen. Dat lijkt logisch, zegt onderzoeker Hend Eltanamly, maar het is maar een deel van het verhaal. Gezinnen die gevlucht zijn, komen vaak terecht in vluchtelingenkampen, waar de omstandigheden verre van ideaal zijn. Ook in het leven dat zij daarna opbouwen hebben zij het niet altijd makkelijk. Eltanamly, die al langer onderzoek doet naar ouderschap, vroeg zich af: wat doen de dagelijkse stressoren die ouders tijdens en na hun vlucht ervaren met hun rol als opvoeders?
Oorlogsvluchtelingen ervaren tijdens de vlucht en daarna veel stress. Daardoor kunnen deze ouders hun kinderen vaak weinig warmte en structuur bieden, zegt onderzoeker Hend Eltanamly. ‘Door positieve feedback kan hun vertrouwen in hun ouderschap herstellen.’
Annette Wiesman
interview
Diana Eijsermans
‘Veel vluchtelingen voelen zich een slechte vader of moeder’
5 min.
‘In vluchtelingenkampen is er minder warmte, meer hardheid en minder structuur’