Het definitieve rapport wordt eind 2022 verwacht en zal dan gepubliceerd worden op de website van het Verwey-Jonker Instituut.
- Het aantal incidenten partnergeweld en kindermishandeling neemt significant af in de MDA++-groep.
- De ouders hebben minder traumaklachten en opvoedstress, terwijl kinderen minder traumaklachten hebben en meer emotionele veiligheid ervaren.
- In geen van beide groepen lukt het om het geweld helemaal te stoppen: in de MDA++-groep ligt dat percentage na anderhalf jaar op 21 procent.
- De onderzoekers pleiten voor een standaard screening op traumaklachten (en zo nodig snelle inzet van EMDR) bij alle ouders en kinderen, want maar liefst 58 procent van de MDA++-populatie heeft klinische traumaklachten, bij kinderen in 90 procent van de gevallen.
In Nederland zijn zes Veilig Thuis-regio’s waar een MDA++ structureel is gerealiseerd. In een voorlopig tussenrapport van het Verwey-Jonker Instituut (2022) over de regio Friesland worden gezinnen die deelnamen aan een MDA++-traject vergeleken met gezinnen die het gangbare hulpverleningstraject na een Veilig Thuis-melding kregen. Enkele bevindingen zijn:
Bevindingen rondom MDA++
Om gezinnen heen
De gezinscoach: ‘Het oudste speelt weer gewoon met een beer. De jongste heeft geen nachtmerries meer’
Doorbraak
Procesevaluaties
Liefde en genegenheid
Gedragsverandering
Ouders en kinderen aan tafel
De deelnemende organisaties hebben een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor een veilige en transparante uitwisseling van informatie. Die uitwisseling is gerechtvaardigd, omdat samenwerking cruciaal is bij deze complexe doelgroep.
Privacy
Deelnemers: Veilig Thuis Friesland, Fier (expertisecentrum op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties), GGZ Friesland, Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), Medisch Centrum Leeuwarden, politie, het Openbaar Ministerie en de gezinnen.
Doel: alle partijen hebben als doel kindermishandeling en huiselijk geweld tegen te gaan.
Doelgroep: de 4 procent meest complexe meldingen bij Veilig Thuis.
Hoe: MDA++ Friesland wordt gefinancierd door de Friese gemeenten. Cliënten worden zonder wachttijd geholpen door de participerende organisaties. Sinds de oprichting in 2012 zijn in Friesland bijna 500 gezinnen geholpen.
Meer informatie: Ontwikkeldocument MDA++ Friesland
Multidisciplinaire Aanpak Friesland (MDA++)
Femke Boersma: ‘In 2015 werd al gezegd dat er grote risico’s voor de ontwikkeling van de kinderen zijn’
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina:
Scroll naar beneden
Nóg beter samenwerken
Verantwoordelijkheden snappen
Onder toezicht?
Taaie problemen
Van der Gronde: ‘Zelfs als er sprake is van incest, lukt het vaak om de pleger aan tafel te krijgen. We hebben een respectvolle houding. We willen weten: hoe werkt dit bij jou en wat zet die delictketen in werking?’
Soms zorgt de aanwezigheid van ouders voor een doorbraak, bijvoorbeeld als ouders na een afwerende houding ineens wél openstaan voor hulpverlening. ‘Dat soort dingen zien we hier regelmatig gebeuren,’ zegt Van der Gronde. ‘Dan verwijzen we hen bijvoorbeeld door naar Fier, de GGZ of verslavingszorgorganisatie VNN, waar we hen vanuit het MDA++-traject zonder wachttijd kunnen helpen.’
Naast de casussen zijn er vandaag in Leeuwarden ook procesevaluaties. Dit zijn besprekingen waarbij regiehouder, het MDA++-team en andere betrokken hulpverleners terugkijken op het proces en elkaar feedback geven. ‘Dat doen we als het schuurt en partijen elkaar niet weten te vinden,’ legt Boersma uit.
Zoals in de evaluatie waarin de hulpverleners de hulp willen ‘afsluiten’. Dat valt niet goed bij het MDA++-team, gezien alle signalen die voorbijkomen. Van der Gronde uit zijn frustratie: ‘Het is nu drie jaar na de eerste zorgmelding. Maar er wordt hier nog steeds aan de randvoorwaarden gewerkt. We hebben van alles gedaan, moeten er meer escalaties komen? Deze kinderen hebben rust nodig, zodat ze tijd hebben om aan de opgelopen schade te werken. De vraag rijst of het haalbaar is om thuis op te groeien. Misschien is uithuisplaatsing hier de enige oplossing.’
Een andere procesevaluatie verloopt een stuk positiever, want die wordt afgesloten met een ‘positieve bekrachtiging’ van de ouders.
Met adviezen over uithuisplaatsingen gaat het team altijd voorzichtig om, vertelt Boersma na afloop. ‘Het is goed dat er door de toeslagenaffaire meer aandacht is voor dit thema. Enerzijds wil je deze vader een kans geven, anderzijds wil je niet voorbijgaan aan dat wat de jeugdbescherming in lange tijd heeft opgebouwd.’ Zo help je de regiehouder in een MDA++ altijd weer verder, zegt Boersma. En als het moet, neemt het team zijn verantwoordelijkheid door stelling te nemen. Naar achteren leunen is er niet bij. ‘We staan in een kring om de gezinnen en hulpverlening heen. Zo hopen we bij te dragen aan het vergroten van de veiligheid.’
Ik zie een 180-graden switch bij het oudste kind; ze is weer een gewoon kind dat met een beer speelt. De jongste heeft geen nachtmerries meer.’ Maar, brengt de jeugdbeschermer in: de vraag is of deze situatie zo blijft, gezien de onveilige hechting bij de kinderen. Helaas is de kinderrechter gevraagd te kiezen tussen wonen bij moeder en een pleeggezin. De vader is niet genoemd als optie, vanwege zijn eigen twijfels.
‘Kan het zijn dat er bij u iets is veranderd, waardoor u nu denkt: ik kan het wél?’, vraagt Van der Gronde. Dat beaamt de vader. De gezinsvoogd wijst nog eens op mogelijke trauma’s van de kinderen en de problemen van vader. Maar, vervolgt ze, dit zet haar wel aan het denken. ‘Er is liefde en genegenheid. We zullen het besluit van de kinderrechter afwachten en kijken wat er mogelijk is. Niets is in beton gegoten.’ De casus wordt ingepland voor na de zomer.
‘Wat een verhaal en wat een verdriet,’ reageert voorzitter Bergsma op de samenvatting. ‘Hoe gaat het nu met u?’ Het blijkt verrassend goed te gaan met vader en kinderen. De vader is betrokken en ontspannen, de kinderen gaan met plezier naar school. De coach beaamt dat. ‘Vader houdt zich aan het veiligheidsplan, onze adviezen worden opgevolgd. Als we hier komen is het rustig.
Soms zijn er onverwachtse ontwikkelingen. Zoals in de tweede casus die vandaag wordt behandeld. De vader en de gezinscoach schuiven aan, evenals de gezinsvoogd. De ouders zijn gescheiden, er zijn meerdere kinderen. Er vallen termen als mensenhandel en prostitutie; een van de kinderen vertoont geen ‘leeftijdsadequaat gedrag’. Na een negatief ouderschapsadvies over de moeder door een gespecialiseerde organisatie, besloot de jeugdbeschermer de kinderrechter te verzoeken om twee kinderen uit huis te plaatsen. De vader is daar eerder mee akkoord gegaan. In afwachting van de beslissing van de Raad wonen alle kinderen bij vader.
Dat veel gezinnen meer dan eens langskomen, is niet zo gek, zegt Boersma van Veilig Thuis: ‘Deze casussen zijn complex op meerdere vlakken; dat is ook de reden dat het is misgegaan. Het kan zijn dat een gezin het bij afronding een tijdje goed doet. Maar we weten dat er lange tijd nodig is voordat een gedragsverandering tot het vaste gedragsrepertoire gaat behoren. Soms is er een terugval en zie je ze na een jaar weer terug.’ Gemiddeld, schat ze, zijn er per gezin zo’n drie MDA++-besprekingen per jaar en worden gezinnen meerdere jaren gevolgd, totdat er gezamenlijk wordt geconcludeerd dat er sprake is van duurzame veiligheid.
Het betrekken en standaard uitnodigen van gezinnen is een van de succesfactoren van MDA++. De regiehouder bereidt de gesprekken met ouders voor en stelt hen zoveel mogelijk op hun gemak. Een goede verstandhouding is belangrijk voor het expliciet kunnen bespreken van de pijnplekken in het gezin.
Ook kinderen mogen aansluiten of krijgen een hulpverlener aangeboden die met hen in gesprek gaat om te helpen ‘de stem van het kind’ aan tafel te vertolken. Vooral de eerste keer is het voor iedereen spannend, vertelt Van der Gronde. ‘Je weet nooit wat je kunt verwachten. Wij willen de kant van het verhaal van de ouders horen en proberen hen het belang van hun kinderen te laten inzien. Maar we kijken ook: hoe zitten ze erbij?’
De meerwaarde van deze samenwerking is in de eerste plaats de urgentie: onder druk wordt alles vloeibaar. ‘We houden elkaar scherp, spreken af wie wat doet, en wanneer,’ zegt Boersma.
Bovendien heeft het team vanuit MDA++ de mogelijkheid om gezinnen langere tijd te volgen en kan het daardoor de patronen die zich voordoen beter herkennen. Boersma: ‘Zo bieden we tegenwicht tegen de vele wisselingen in wijkteams en de gefragmenteerde hulp.’ Van der Gronde vult aan: ‘Alle aangesloten organisaties werken al samen, maar aan tafel blijkt vaak dat het nóg beter kan. Wij stellen vragen, zodat de regiehouder weer verder kan.’
Dat betaalt zich uit. Uit de tussentijdse monitor van het Verweij-Jonker Instituut (2022) over het Friese MDA++ blijkt dat het geweld in deze gezinnen significant vermindert als MDA++ wordt ingezet. Ook verbetert het welzijn van de individuele gezinsleden en voelen zowel ouders als kinderen zich gehoord. (Zie ook kader onderaan.)
Gezinnen worden aangemeld voor een MDA++ als de regiehouder van een wijkteam vastloopt, de betrokken professionals langs elkaar heen werken en de onveiligheid in gezinnen blijft bestaan, legt Boersma later uit. ‘Dat veel verschillende instanties betrokken zijn, maakt samenwerken moeilijk. Zoals in dit voorbeeld: een traject dat maar geen voortgang boekt, zorgen op school, een trage reactie van betrokkenen. Wij proberen te snappen wie welke verantwoordelijkheid heeft. Achteraf bleek de door de school aangekondigde zorgmelding nog steeds niet binnen te zijn bij Veilig Thuis. We zien vaker dat zorgen ergens in de keten blijven hangen.’
Eigenlijk had deze casus meteen terug gemoeten naar de Raad voor de Kinderbescherming toen de gewone hulpverlening vastliep, vindt voorzitter Bergsma. ‘Als ouders afspraken verbreken en het heeft geen gevolgen, waar zijn we dan mee bezig?’ Om deze spiraal te doorbreken, zijn beide ouders kort geleden bij een MDA++ aanwezig geweest.
Naast de structurele onveiligheid, zorgt ook de acute onveiligheid voor ongerustheid bij de aanwezigen. ‘Wat is de reden dat de school na het constateren van de blauwe plekken niet heeft gemeld bij Veilig Thuis?’, vraagt Maarten van der Gronde van Fier zich af. ‘Is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling niet gehanteerd?’ Ook de voorzitter schiet in de actiemodus. ‘Ik kan dit niet zo laten. Ik ga ambtshalve een melding bij Veilig Thuis doen.’ Er wordt besloten dat de casus tegelijkertijd naar de Raad voor de Kinderbescherming gaat, met het verzoek om een onderzoek naar de noodzaak van een ondertoezichtstelling. ‘We schalen hem op.’
In de tussentijd moet er een veiligheidsplan gemaakt worden en zal een top-teenonderzoek plaatsvinden bij de kinderen. Deze casus staat volgende week weer op de agenda, de ouders worden uitgenodigd om erbij te zijn. Ook de school wordt erbij gevraagd. De regiehouder klapt haar map dicht en constateert: ‘Genoeg te doen.’
Femke Boersma, een van de drie voorzitters namens Veilig Thuis, pakt de raadsmelding van de Raad voor de Kinderbescherming uit 2015 erbij. ‘Toen was precies hetzelfde aan de hand, maar het MDA was toen nog niet betrokken. Er werd gezegd dat als er niks zou veranderen, dat grote risico’s voor de ontwikkeling van de kinderen zou betekenen.’ Een paar jaar later werd de Raad voor de Kinderbescherming gevraagd om onderzoek te doen. Die gaf de ouders tijd om te laten zien dat ze het ouderschap wél aankonden, waarna de regiehouder de zaak afschaalde naar het wijkteam. Zonder succes, want na een paar weken werd het gezin weer terugverwezen naar de regiehouder, waar het op de wachtlijst kwam.
Het MDA++ gaat over gezinnen waar meerdere problemen tegelijk spelen, vaak al generaties lang. Er komen zedenzaken voorbij, verslavings- en psychische problemen, traumaklachten en complexe scheidingen. Dat de problemen die spelen vaak taai zijn, blijkt ook in deze casus. Het gezin heeft een lange voorgeschiedenis.
‘Ik krijg hier buikpijn van,’ verzucht Narda Bergsma van Veilig Thuis, die vandaag de vergadering voorzit. ‘We hebben al zo veel MDA’s aan deze ouders gewijd en ze worstelen zich er elke keer weer onderuit. Wat een onveiligheid. Hoe komt het dat we er maar geen zicht op krijgen?’
De regiehouder heeft zojuist de casus beschreven die ze wil inbrengen: een gezin waarover wekelijks zorgen blijven binnenkomen. Gescheiden ouders die elkaar onveilig noemen, drugsgebruik, een vader met agressieproblemen, een leerkracht die onlangs blauwe plekken zag bij het kind. De school lijkt geen melding te durven doen bij Veilig Thuis. Hoewel de moeder zegt dat ze aan alle hulp wil meewerken, doet ze voor de betrokken hulpverleners zelden de deur open.
multidisciplinair
7,5 min.
Annette Wiesman
In Friesland overleggen zorg, hulpverlening, politie en justitie samen met de gezinnen die het betreft over oplossingen voor hun ernstige geweldsproblemen. Dat doen ze al tien jaar. Wat is de meerwaarde van deze MDA++? Augeo Magazine luistert mee.
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina:
Om gezinnen heen
Met adviezen over uithuisplaatsingen gaat het team altijd voorzichtig om, vertelt Boersma na afloop. ‘Het is goed dat er door de toeslagenaffaire meer aandacht is voor dit thema. Enerzijds wil je deze vader een kans geven, anderzijds wil je niet voorbijgaan aan dat wat de jeugdbescherming in lange tijd heeft opgebouwd.’ Zo help je de regiehouder in een MDA++ altijd weer verder, zegt Boersma. En als het moet, neemt het team zijn verantwoordelijkheid door stelling te nemen. Naar achteren leunen is er niet bij. ‘We staan in een kring om de gezinnen en hulpverlening heen. Zo hopen we bij te dragen aan het vergroten van de veiligheid.’
Ik zie een 180-graden switch bij het oudste kind; ze is weer een gewoon kind dat met een beer speelt. De jongste heeft geen nachtmerries meer.’ Maar, brengt de jeugdbeschermer in: de vraag is of deze situatie zo blijft, gezien de onveilige hechting bij de kinderen. Helaas is de kinderrechter gevraagd te kiezen tussen wonen bij moeder en een pleeggezin. De vader is niet genoemd als optie, vanwege zijn eigen twijfels.
‘Kan het zijn dat er bij u iets is veranderd, waardoor u nu denkt: ik kan het wél?’, vraagt Van der Gronde. Dat beaamt de vader. De gezinsvoogd wijst nog eens op mogelijke trauma’s van de kinderen en de problemen van vader. Maar, vervolgt ze, dit zet haar wel aan het denken. ‘Er is liefde en genegenheid. We zullen het besluit van de kinderrechter afwachten en kijken wat er mogelijk is. Niets is in beton gegoten.’ De casus wordt ingepland voor na de zomer.
Het definitieve rapport wordt eind 2022 verwacht en zal dan gepubliceerd worden op de website van het Verwey-Jonker Instituut.
- Het aantal incidenten partnergeweld en kindermishandeling neemt significant af in de MDA++-groep.
- De ouders hebben minder traumaklachten en opvoedstress, terwijl kinderen minder traumaklachten hebben en meer emotionele veiligheid ervaren.
- In geen van beide groepen lukt het om het geweld helemaal te stoppen: in de MDA++-groep ligt dat percentage na anderhalf jaar op 21 procent.
- De onderzoekers pleiten voor een standaard screening op traumaklachten (en zo nodig snelle inzet van EMDR) bij alle ouders en kinderen, want maar liefst 58 procent van de MDA++-populatie heeft klinische traumaklachten, bij kinderen in 90 procent van de gevallen.
In Nederland zijn zes Veilig Thuis-regio’s waar een MDA++ structureel is gerealiseerd. In een voorlopig tussenrapport van het Verwey-Jonker Instituut (2022) over de regio Friesland worden gezinnen die deelnamen aan een MDA++-traject vergeleken met gezinnen die het gangbare hulpverleningstraject na een Veilig Thuis-melding kregen. Enkele bevindingen zijn:
Bevindingen rondom MDA++
‘Wat een verhaal en wat een verdriet,’ reageert voorzitter Bergsma op de samenvatting. ‘Hoe gaat het nu met u?’ Het blijkt verrassend goed te gaan met vader en kinderen. De vader is betrokken en ontspannen, de kinderen gaan met plezier naar school. De coach beaamt dat. ‘Vader houdt zich aan het veiligheidsplan, onze adviezen worden opgevolgd. Als we hier komen is het rustig.
De gezinscoach: ‘Het oudste speelt weer gewoon met een beer. De jongste heeft geen nachtmerries meer’
Soms zijn er onverwachtse ontwikkelingen. Zoals in de tweede casus die vandaag wordt behandeld. De vader en de gezinscoach schuiven aan, evenals de gezinsvoogd. De ouders zijn gescheiden, er zijn meerdere kinderen. Er vallen termen als mensenhandel en prostitutie; een van de kinderen vertoont geen ‘leeftijdsadequaat gedrag’. Na een negatief ouderschapsadvies over de moeder door een gespecialiseerde organisatie, besloot de jeugdbeschermer de kinderrechter te verzoeken om twee kinderen uit huis te plaatsen. De vader is daar eerder mee akkoord gegaan. In afwachting van de beslissing van de Raad wonen alle kinderen bij vader.
Liefde en genegenheid
Naast de casussen zijn er vandaag in Leeuwarden ook procesevaluaties. Dit zijn besprekingen waarbij regiehouder, het MDA++-team en andere betrokken hulpverleners terugkijken op het proces en elkaar feedback geven. ‘Dat doen we als het schuurt en partijen elkaar niet weten te vinden,’ legt Boersma uit.
Zoals in de evaluatie waarin de hulpverleners de hulp willen ‘afsluiten’. Dat valt niet goed bij het MDA++-team, gezien alle signalen die voorbijkomen. Van der Gronde uit zijn frustratie: ‘Het is nu drie jaar na de eerste zorgmelding. Maar er wordt hier nog steeds aan de randvoorwaarden gewerkt. We hebben van alles gedaan, moeten er meer escalaties komen? Deze kinderen hebben rust nodig, zodat ze tijd hebben om aan de opgelopen schade te werken. De vraag rijst of het haalbaar is om thuis op te groeien. Misschien is uithuisplaatsing hier de enige oplossing.’
Een andere procesevaluatie verloopt een stuk positiever, want die wordt afgesloten met een ‘positieve bekrachtiging’ van de ouders.
Procesevaluaties
Dat veel gezinnen meer dan eens langskomen, is niet zo gek, zegt Boersma van Veilig Thuis: ‘Deze casussen zijn complex op meerdere vlakken; dat is ook de reden dat het is misgegaan. Het kan zijn dat een gezin het bij afronding een tijdje goed doet. Maar we weten dat er lange tijd nodig is voordat een gedragsverandering tot het vaste gedragsrepertoire gaat behoren. Soms is er een terugval en zie je ze na een jaar weer terug.’ Gemiddeld, schat ze, zijn er per gezin zo’n drie MDA++-besprekingen per jaar en worden gezinnen meerdere jaren gevolgd, totdat er gezamenlijk wordt geconcludeerd dat er sprake is van duurzame veiligheid.
Gedragsverandering
Van der Gronde: ‘Zelfs als er sprake is van incest, lukt het vaak om de pleger aan tafel te krijgen. We hebben een respectvolle houding. We willen weten: hoe werkt dit bij jou en wat zet die delictketen in werking?’
Soms zorgt de aanwezigheid van ouders voor een doorbraak, bijvoorbeeld als ouders na een afwerende houding ineens wél openstaan voor hulpverlening. ‘Dat soort dingen zien we hier regelmatig gebeuren,’ zegt Van der Gronde. ‘Dan verwijzen we hen bijvoorbeeld door naar Fier, de GGZ of verslavingszorgorganisatie VNN, waar we hen vanuit het MDA++-traject zonder wachttijd kunnen helpen.’
Doorbraak
Het betrekken en standaard uitnodigen van gezinnen is een van de succesfactoren van MDA++. De regiehouder bereidt de gesprekken met ouders voor en stelt hen zoveel mogelijk op hun gemak. Een goede verstandhouding is belangrijk voor het expliciet kunnen bespreken van de pijnplekken in het gezin.
Ook kinderen mogen aansluiten of krijgen een hulpverlener aangeboden die met hen in gesprek gaat om te helpen ‘de stem van het kind’ aan tafel te vertolken. Vooral de eerste keer is het voor iedereen spannend, vertelt Van der Gronde. ‘Je weet nooit wat je kunt verwachten. Wij willen de kant van het verhaal van de ouders horen en proberen hen het belang van hun kinderen te laten inzien. Maar we kijken ook: hoe zitten ze erbij?’
Ouders en kinderen aan tafel
De meerwaarde van deze samenwerking is in de eerste plaats de urgentie: onder druk wordt alles vloeibaar. ‘We houden elkaar scherp, spreken af wie wat doet, en wanneer,’ zegt Boersma.
Bovendien heeft het team vanuit MDA++ de mogelijkheid om gezinnen langere tijd te volgen en kan het daardoor de patronen die zich voordoen beter herkennen. Boersma: ‘Zo bieden we tegenwicht tegen de vele wisselingen in wijkteams en de gefragmenteerde hulp.’ Van der Gronde vult aan: ‘Alle aangesloten organisaties werken al samen, maar aan tafel blijkt vaak dat het nóg beter kan. Wij stellen vragen, zodat de regiehouder weer verder kan.’
Dat betaalt zich uit. Uit de tussentijdse monitor van het Verweij-Jonker Instituut (2022) over het Friese MDA++ blijkt dat het geweld in deze gezinnen significant vermindert als MDA++ wordt ingezet. Ook verbetert het welzijn van de individuele gezinsleden en voelen zowel ouders als kinderen zich gehoord. (Zie ook kader onderaan.)
Nóg beter samenwerken
De deelnemende organisaties hebben een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor een veilige en transparante uitwisseling van informatie. Die uitwisseling is gerechtvaardigd, omdat samenwerking cruciaal is bij deze complexe doelgroep.
Privacy
Gezinnen worden aangemeld voor een MDA++ als de regiehouder van een wijkteam vastloopt, de betrokken professionals langs elkaar heen werken en de onveiligheid in gezinnen blijft bestaan, legt Boersma later uit. ‘Dat veel verschillende instanties betrokken zijn, maakt samenwerken moeilijk. Zoals in dit voorbeeld: een traject dat maar geen voortgang boekt, zorgen op school, een trage reactie van betrokkenen. Wij proberen te snappen wie welke verantwoordelijkheid heeft. Achteraf bleek de door de school aangekondigde zorgmelding nog steeds niet binnen te zijn bij Veilig Thuis. We zien vaker dat zorgen ergens in de keten blijven hangen.’
Verantwoordelijkheden snappen
Deelnemers: Veilig Thuis Friesland, Fier (expertisecentrum op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties), GGZ Friesland, Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), Medisch Centrum Leeuwarden, politie, het Openbaar Ministerie en de gezinnen.
Doel: alle partijen hebben als doel kindermishandeling en huiselijk geweld tegen te gaan.
Doelgroep: de 4 procent meest complexe meldingen bij Veilig Thuis.
Hoe: MDA++ Friesland wordt gefinancierd door de Friese gemeenten. Cliënten worden zonder wachttijd geholpen door de participerende organisaties. Sinds de oprichting in 2012 zijn in Friesland bijna 500 gezinnen geholpen.
Meer informatie: Ontwikkeldocument MDA++ Friesland
Multidisciplinaire Aanpak Friesland (MDA++)
Eigenlijk had deze casus meteen terug gemoeten naar de Raad voor de Kinderbescherming toen de gewone hulpverlening vastliep, vindt voorzitter Bergsma. ‘Als ouders afspraken verbreken en het heeft geen gevolgen, waar zijn we dan mee bezig?’ Om deze spiraal te doorbreken, zijn beide ouders kort geleden bij een MDA++ aanwezig geweest.
Naast de structurele onveiligheid, zorgt ook de acute onveiligheid voor ongerustheid bij de aanwezigen. ‘Wat is de reden dat de school na het constateren van de blauwe plekken niet heeft gemeld bij Veilig Thuis?’, vraagt Maarten van der Gronde van Fier zich af. ‘Is de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling niet gehanteerd?’ Ook de voorzitter schiet in de actiemodus. ‘Ik kan dit niet zo laten. Ik ga ambtshalve een melding bij Veilig Thuis doen.’ Er wordt besloten dat de casus tegelijkertijd naar de Raad voor de Kinderbescherming gaat, met het verzoek om een onderzoek naar de noodzaak van een ondertoezichtstelling. ‘We schalen hem op.’
In de tussentijd moet er een veiligheidsplan gemaakt worden en zal een top-teenonderzoek plaatsvinden bij de kinderen. Deze casus staat volgende week weer op de agenda, de ouders worden uitgenodigd om erbij te zijn. Ook de school wordt erbij gevraagd. De regiehouder klapt haar map dicht en constateert: ‘Genoeg te doen.’
Onder toezicht?
Femke Boersma, een van de drie voorzitters namens Veilig Thuis, pakt de raadsmelding van de Raad voor de Kinderbescherming uit 2015 erbij. ‘Toen was precies hetzelfde aan de hand, maar het MDA was toen nog niet betrokken. Er werd gezegd dat als er niks zou veranderen, dat grote risico’s voor de ontwikkeling van de kinderen zou betekenen.’ Een paar jaar later werd de Raad voor de Kinderbescherming gevraagd om onderzoek te doen. Die gaf de ouders tijd om te laten zien dat ze het ouderschap wél aankonden, waarna de regiehouder de zaak afschaalde naar het wijkteam. Zonder succes, want na een paar weken werd het gezin weer terugverwezen naar de regiehouder, waar het op de wachtlijst kwam.
Femke Boersma: ‘In 2015 werd al gezegd dat er grote risico’s voor de ontwikkeling van de kinderen zijn’
Het MDA++ gaat over gezinnen waar meerdere problemen tegelijk spelen, vaak al generaties lang. Er komen zedenzaken voorbij, verslavings- en psychische problemen, traumaklachten en complexe scheidingen. Dat de problemen die spelen vaak taai zijn, blijkt ook in deze casus. Het gezin heeft een lange voorgeschiedenis.
Taaie problemen
‘Ik krijg hier buikpijn van,’ verzucht Narda Bergsma van Veilig Thuis, die vandaag de vergadering voorzit. ‘We hebben al zo veel MDA’s aan deze ouders gewijd en ze worstelen zich er elke keer weer onderuit. Wat een onveiligheid. Hoe komt het dat we er maar geen zicht op krijgen?’
De regiehouder heeft zojuist de casus beschreven die ze wil inbrengen: een gezin waarover wekelijks zorgen blijven binnenkomen. Gescheiden ouders die elkaar onveilig noemen, drugsgebruik, een vader met agressieproblemen, een leerkracht die onlangs blauwe plekken zag bij het kind. De school lijkt geen melding te durven doen bij Veilig Thuis. Hoewel de moeder zegt dat ze aan alle hulp wil meewerken, doet ze voor de betrokken hulpverleners zelden de deur open.
In Friesland overleggen zorg, hulpverlening, politie en justitie samen met de gezinnen die het betreft over oplossingen voor hun ernstige geweldsproblemen. Dat doen ze al tien jaar. Wat is de meerwaarde van deze MDA++? Augeo Magazine luistert mee.
7,5 min.
multidisciplinair
Annette Wiesman