Deel deze pagina:

Jongeren die thuis veel hebben meegemaakt, vinden het later vaak lastig om goed voor zichzelf te zorgen. Tegelijkertijd kan zelfzorg hen helpen om zich beter te voelen. Drie jongeren vertellen over de impact van hun jeugd op gezond leven en grenzen aangeven.

‘Waarom zou ik het waard zijn om te gaan sporten?’

Ervaringsverhalen

3 x 2,5 min

Mariëlle van Bussel

Lyanne is niet haar echte naam.

Scroll naar beneden

Misschien moet je iets lager mikken van Milio van de Kamp vind ik een confronterend en herkenbaar boek rondom armoede en opgroeien in een kansarme omgeving. Niet alleen over de impact die dit heeft op kinderen, maar ook de nasleep hiervan in hun verdere leven rondom verschillende thema’s, zoals zelfzorg.’

‘Nog steeds ken ik geen limiet als het om snoepen gaat’

Er was ook armoede. Er stonden wel altijd koekjes op tafel, zodat we in ieder geval iets binnenkregen. Die waren goedkoper dan “echt” eten en daar aten we gretig van. Nog steeds ken ik geen limiet als het om snoepen gaat. Naar een sportclub mocht ik niet, dat was ik niet waard. Daardoor vind ik het lastig om nu te gaan sporten. Waarom zou ik het nu dan wel waard zijn, vraag ik mezelf dan af. Ik mocht maar een keer per week douchen. Tijdens mijn studententijd, in een studentenhuis, heb ik me daar echt overheen moeten zetten.

Langzaam gaat het nu beter met me. Ik ben op kamers gegaan, ver weg van mijn ouderlijk huis. Ik heb mijn vriend leren kennen en ben gaan samenwonen. Inmiddels heb ik ook mijn studie afgerond. Anderhalf jaar traumatherapie heeft geholpen, maar op sommige vlakken zal ik mijn kindertijd altijd met me meedragen. Niet alleen als het om zelfzorg gaat, maar ook als ik bijvoorbeeld mijn stem moet laten horen op mijn werk. Alsof het niet belangrijk is wat ik te zeggen heb.

Ik zou professionals willen meegeven dat ze vooral op de kleine dingen moeten letten. Ik was altijd te licht op het consultatiebureau, niemand trok aan de bel. Op school moeten ze geroken hebben dat ik weinig douchte. In mijn broodtrommel zaten alleen twee wortels. Als je dit soort dingen merkt, vraag ernaar. En oordeel niet. Een kind opent zich niet als het te horen krijgt: “Wat heb je rare kleren aan.” Het zou ook goed zijn om op de basisschool al aan kinderen te leren: wat is gezonde voeding? Hoe verzorg je jezelf goed? Ga er niet vanuit dat iedereen het allemaal wel weet. Zie het als een soort levenskunde.’

Lyanne (26) woont samen. Ze werkt als Continuous Improvement Manager bij een productiebedrijf.

‘Een jaar geleden vroeg mijn vriend waarom ik altijd zo lang wacht met naar de huisarts gaan. Toen ben ik gaan nadenken. Ik had een auto-ongeluk gehad en ben twee uur later gaan werken. Waarom wilde ik met zes gebroken ribben, een hersenschudding en een gescheurde beenspier gewoon doorwerken? Ik was bang dat mijn jaarcontract niet verlengd zou worden. Maar ik ben ook keihard voor mezelf. En ik groeide op met het idee dat ik het niet waard ben om je zorgen over te maken.

Toen ik op mijn 8e piepend op bed lag met een ernstige longontsteking, zo bleek later, wachtte mijn moeder vijf uur lang voordat ze de huisarts belde. En toen was de praktijk al gesloten. Ik ben daarna een week in het ziekenhuis geweest en heb blijvende longschade opgelopen. Toen ik als kind van de badrand viel en mijn rug bont en blauw was, vonden mijn ouders dat ik me aanstelde. Zo ging het altijd.

Het effect op het heden is groot. Ik kan me nu wekenlang slecht voelen voordat ik, vaak ook nog op verzoek van mijn vriend, naar de huisarts ga. Ik voel me dan een aansteller.

Ik groeide op met een alcoholistische vader die me sloeg, schopte en van de trap duwde. Ook zei hij dat ik nooit geboren had moeten worden, en dat ik te dik was. Mijn moeder wist dat dit gebeurde, maar voor haar bestond het niet. Vanaf mijn 14e bleef ik daarom weleens weg en sliep dan op straat.

Ik heb jarenlang problemen gehad met mijn lichaam. Ik vond mezelf zo weinig waard dat ik óf heel veel ging eten óf juist niets. Met traumatherapie heb ik daaraan gewerkt.

‘Als ik naar de huisarts ga, voel ik me een aansteller’

Leestip van Lyanne

Kim is niet haar echte naam.

Scroll naar beneden

‘De film The fault in our stars geeft de perfecte weerspiegeling van waar jongeren mee kunnen worstelen.’ De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van John Green, in het Nederlands vertaal in Een weeffout in onze sterren en tegen betaling te zien op o.a. Netflix, Disney+ en Pathé thuis.

‘Nu vraag ik vrienden of collega’s om af en toe te checken of ik gegeten heb

Als het nu niet goed met me gaat, vergeet ik te eten. Ik werk dan door op adrenaline. Alles gaat dan achteruit, van mijn avondroutine voordat ik naar bed ga tot het opruimen van mijn kamer. Voorheen vroeg ik dan geen hulp, maar trok ik me terug totdat ik suïcidaal was. Pas dan zag mijn omgeving dat het niet goed ging. Nu vraag ik vrienden of collega’s om af en toe te checken of ik gegeten heb. Ook heb ik mezelf een aantal vuistregels aangeleerd over goed slapen, goed eten en luisteren naar mijn lichaam.

Ik denk dat het goed is als professionals samen met jongeren op zoek gaan naar inspiratie. Een stip op de horizon. Wat wil je bereiken? Wat is je droombaan? Als je daarnaartoe wilt werken, moet je goed voor jezelf zorgen. Dat motiveert. De woede die veel jongeren met problemen in zich hebben, kun je omzetten in passie. En vertel jongeren dat het niet handig is om veel op internet te zoeken naar zelfzorg. Voor je het weet wordt je hele feed gevuld met onderwerpen die je doen denken aan je problemen. Dat werkt dus averechts.’

Het pleasen van mensen zit in mij. En ik laat mensen over me heen lopen. Op mijn werk bijvoorbeeld. Ik kreeg op een geven moment een kale plek op mijn hoofd door de stress. Als mijn ouders wilden dat ik het huis schoonmaakte, deed ik dat. Ik paste me te vaak aan aan de wensen van anderen.

Kim (25) woont bij haar ouders. Ze studeert communicatie en werkt als marketeer. 

‘Mijn ouders hanteerden een strenge en ouderwetse opvoeding, waarbij slaan normaal was. Tijdens mijn jeugd hadden ze veel ruzie, er was huiselijk geweld, ook richting mij. Ik mocht niet naar buiten en werd altijd gecontroleerd. Toen mijn broertje geboren werd - ik was toen 7 - kreeg ik de rol om er voor hem te zijn. Ik heb me altijd erg alleen gevoeld en groeide op met angst. Ik wantrouwde iedereen, ook mijn vrienden, en dacht altijd dat ik niet goed genoeg was.

Op mijn 14e ben ik gaan wedstrijddansen. Mijn coach leerde me toen van mijn lichaam te houden en er goed voor te zorgen. Dansen was een goede motivatie voor zelfzorg. Maar uiteindelijk werd zelfzorg zelfdestructie, want ik trainde veel te veel. Elke ochtend stond ik om zeven uur op om te dansen. Ik heb van mijn ouders meegekregen dat ik succesvol moet zijn, dat ik hen blij moet maken met mijn prestaties. En dus ging ik over mijn grenzen heen, met misselijkheid, paniekaanvallen en suïcidale gedachten als gevolg.

‘Uiteindelijk werd zelfzorg zelfdestructie’

Leestip van Kim

Scroll naar beneden

Linda is niet haar echte naam.

‘Het boek De moed om te leiden van Sander Aarts gaat over leiderschap, waarbij de regie over je eigen leven nemen als cruciaal wordt gezien. Blokkades, angsten en belemmerende overtuigingen zorgen ervoor dat je geleid wordt, waardoor je anderen niet kunt begeleiden. De schrijver gaat diep in op het belang van mildheid, zelfcompassie en zelfzorg. Door zijn achtergrond bij de special forces was dit ook voor de schrijver een hele opgave. Zijn verhaal neemt je mee in zijn leerproces en de lessen die daaruit voortgevloeid zijn.’

‘Focus als professional niet op zelfzorg. Het is vaak een symptoom van iets anders

‘Ik zocht geen hulp omdat anderen die vast harder nodig hadden

Als ik dan ook nog slecht slaap, zie ik er bleek uit. Dat zou voor professionals een signaal kunnen zijn dat het niet goed gaat. Toch raad ik ze af om bij iemand die er slecht uitziet te focussen op die zelfzorg, omdat het vaak een symptoom is van iets anders. Je kunt blijven hameren op gezond eten, maar dat gaat de jongere niet helpen. Het is wél belangrijk om het te benoemen, want zo laat je merken dat je de jongere ook echt ziet. Maar kijk ook verder, vraag door en ben niet bang iets heftigs te horen te krijgen. Want juist het feit dat een probleem er mag zijn, is helpend.’

Als het niet goed met me gaat, is het soms lastig om in praktische zin goed voor mezelf te zorgen. Koken voelt dan als een enorme klus. Ik haalde dan tot voor kort een diepvriespizza. Maar nu kook ik voor drie of vier dagen, zodat er altijd iets in de koelkast of vriezer staat wanneer ik geen energie heb.

In allerlei therapieën heb ik geleerd dat mijn huidige problemen te maken hebben met de situatie vroeger. Mijn ouders gingen over mijn grenzen heen. Zo maakte mijn vader me verantwoordelijk voor de zorg voor mijn jongere broertje. Toen mijn broertje me “mama” ging noemen, heb ik mijn vader gezegd dat dit niet goed meer was. Hij vond het onzin en praatte me een schuldgevoel aan. “Als jij niet zorgt dat hij doucht, wordt hij op school gepest,” zei mijn vader dan. “Wil je dat?”

Ruimte innemen is nog steeds een probleem. Ik studeerde al, toen ik voor het eerst een docent in vertrouwen nam over de problemen thuis. Ik had nooit professionele hulp willen zoeken, omdat ik vond dat anderen op de wachtlijst vast harder hulp nodig hadden.

Linda (27) woont alleen en werkt op dit moment niet. Ze was voorheen kwaliteitsmedewerker in de voedingsmiddelenindustrie.

‘Voor jezelf zorgen kan op allerlei manieren. Voor mij ligt het probleem vooral op mentaal niveau. Ik vind het moeilijk om voor mezelf op te komen, om grenzen aan te geven. Dat ik zelf ook iets mag vragen, iets nodig mag hebben, zit niet in mijn systeem. Toen ik een tijd terug aan het daten was met iemand, had ik continu het gevoel dat ik te veel van hem vroeg. Ik wilde gewoon iets afspreken, hij hield de boot af, en dus dacht ik dat ik te veel eiste. Hierdoor ging ik steeds meer aan mezelf twijfelen. Ik ben te lang blijven hangen in die situatie, maar heb het contact uiteindelijk wel verbroken. Dat was een enorme stap voor mij, want in een eerdere relatie bleef ik ruim een jaar in een ongezonde situatie zitten.

Ik ben opgegroeid met een moeder die psychische problemen had en er niet voor mij kon zijn. Ik was haar steunfiguur en voelde me verantwoordelijk voor haar. Bij mijn vader kon ik ook niet terecht. Alles was te veel gevraagd. Het voelde alsof ik te veel tijd en geld kostte. Na een vechtscheiding kreeg ik een stiefmoeder, die me niet kon luchten of zien. Ik voelde me te veel, een last.

‘Mijn ouders gaven me het gevoel dat ik te veel tijd en geld kostte’

Leestip van Linda

Deel deze pagina:

Jongeren die thuis veel hebben meegemaakt, vinden het later vaak lastig om goed voor zichzelf te zorgen. Tegelijkertijd kan zelfzorg hen helpen om zich beter te voelen. Drie jongeren vertellen over de impact van hun jeugd op gezond leven en grenzen aangeven.

Ervaringsverhalen

3 x 2,5 min

‘Waarom zou ik het waard zijn om te gaan sporten?’

Mariëlle van Bussel

Lyanne is niet haar echte naam.

Misschien moet je iets lager mikken van Milio van de Kamp vind ik een confronterend en herkenbaar boek rondom armoede en opgroeien in een kansarme omgeving. Niet alleen over de impact die dit heeft op kinderen, maar ook de nasleep hiervan in hun verdere leven rondom verschillende thema’s, zoals zelfzorg.’

Leestip van Lyanne

Er was ook armoede. Er stonden wel altijd koekjes op tafel, zodat we in ieder geval iets binnenkregen. Die waren goedkoper dan “echt” eten en daar aten we gretig van. Nog steeds ken ik geen limiet als het om snoepen gaat. Naar een sportclub mocht ik niet, dat was ik niet waard. Daardoor vind ik het lastig om nu te gaan sporten. Waarom zou ik het nu dan wel waard zijn, vraag ik mezelf dan af. Ik mocht maar een keer per week douchen. Tijdens mijn studententijd, in een studentenhuis, heb ik me daar echt overheen moeten zetten.

Langzaam gaat het nu beter met me. Ik ben op kamers gegaan, ver weg van mijn ouderlijk huis. Ik heb mijn vriend leren kennen en ben gaan samenwonen. Inmiddels heb ik ook mijn studie afgerond. Anderhalf jaar traumatherapie heeft geholpen, maar op sommige vlakken zal ik mijn kindertijd altijd met me meedragen. Niet alleen als het om zelfzorg gaat, maar ook als ik bijvoorbeeld mijn stem moet laten horen op mijn werk. Alsof het niet belangrijk is wat ik te zeggen heb.

Ik zou professionals willen meegeven dat ze vooral op de kleine dingen moeten letten. Ik was altijd te licht op het consultatiebureau, niemand trok aan de bel. Op school moeten ze geroken hebben dat ik weinig douchte. In mijn broodtrommel zaten alleen twee wortels. Als je dit soort dingen merkt, vraag ernaar. En oordeel niet. Een kind opent zich niet als het te horen krijgt: “Wat heb je rare kleren aan.” Het zou ook goed zijn om op de basisschool al aan kinderen te leren: wat is gezonde voeding? Hoe verzorg je jezelf goed? Ga er niet vanuit dat iedereen het allemaal wel weet. Zie het als een soort levenskunde.’

‘Nog steeds ken ik geen limiet als het om snoepen gaat’

Lyanne (26) woont samen. Ze werkt als Continuous Improvement Manager bij een productiebedrijf.

‘Een jaar geleden vroeg mijn vriend waarom ik altijd zo lang wacht met naar de huisarts gaan. Toen ben ik gaan nadenken. Ik had een auto-ongeluk gehad en ben twee uur later gaan werken. Waarom wilde ik met zes gebroken ribben, een hersenschudding en een gescheurde beenspier gewoon doorwerken? Ik was bang dat mijn jaarcontract niet verlengd zou worden. Maar ik ben ook keihard voor mezelf. En ik groeide op met het idee dat ik het niet waard ben om je zorgen over te maken.

Toen ik op mijn 8e piepend op bed lag met een ernstige longontsteking, zo bleek later, wachtte mijn moeder vijf uur lang voordat ze de huisarts belde. En toen was de praktijk al gesloten. Ik ben daarna een week in het ziekenhuis geweest en heb blijvende longschade opgelopen. Toen ik als kind van de badrand viel en mijn rug bont en blauw was, vonden mijn ouders dat ik me aanstelde. Zo ging het altijd.

Het effect op het heden is groot. Ik kan me nu wekenlang slecht voelen voordat ik, vaak ook nog op verzoek van mijn vriend, naar de huisarts ga. Ik voel me dan een aansteller.

Ik groeide op met een alcoholistische vader die me sloeg, schopte en van de trap duwde. Ook zei hij dat ik nooit geboren had moeten worden, en dat ik te dik was. Mijn moeder wist dat dit gebeurde, maar voor haar bestond het niet. Vanaf mijn 14e bleef ik daarom weleens weg en sliep dan op straat.

Ik heb jarenlang problemen gehad met mijn lichaam. Ik vond mezelf zo weinig waard dat ik óf heel veel ging eten óf juist niets. Met traumatherapie heb ik daaraan gewerkt.

‘Als ik naar de huisarts ga, voel ik me een aansteller’

Kim is niet haar echte naam.

‘De film The fault in our stars geeft de perfecte weerspiegeling van waar jongeren mee kunnen worstelen.’ De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van John Green, in het Nederlands vertaal in Een weeffout in onze sterren en tegen betaling te zien op o.a. Netflix, Disney+ en Pathé thuis.

Leestip van Kim

Als het nu niet goed met me gaat, vergeet ik te eten. Ik werk dan door op adrenaline. Alles gaat dan achteruit, van mijn avondroutine voordat ik naar bed ga tot het opruimen van mijn kamer. Voorheen vroeg ik dan geen hulp, maar trok ik me terug totdat ik suïcidaal was. Pas dan zag mijn omgeving dat het niet goed ging. Nu vraag ik vrienden of collega’s om af en toe te checken of ik gegeten heb. Ook heb ik mezelf een aantal vuistregels aangeleerd over goed slapen, goed eten en luisteren naar mijn lichaam.

Ik denk dat het goed is als professionals samen met jongeren op zoek gaan naar inspiratie. Een stip op de horizon. Wat wil je bereiken? Wat is je droombaan? Als je daarnaartoe wilt werken, moet je goed voor jezelf zorgen. Dat motiveert. De woede die veel jongeren met problemen in zich hebben, kun je omzetten in passie. En vertel jongeren dat het niet handig is om veel op internet te zoeken naar zelfzorg. Voor je het weet wordt je hele feed gevuld met onderwerpen die je doen denken aan je problemen. Dat werkt dus averechts.’

‘Nu vraag ik vrienden of collega’s om af en toe te checken of ik gegeten heb

Het pleasen van mensen zit in mij. En ik laat mensen over me heen lopen. Op mijn werk bijvoorbeeld. Ik kreeg op een geven moment een kale plek op mijn hoofd door de stress. Als mijn ouders wilden dat ik het huis schoonmaakte, deed ik dat. Ik paste me te vaak aan aan de wensen van anderen.

‘Uiteindelijk werd zelfzorg zelfdestructie’

Kim (25) woont bij haar ouders. Ze studeert communicatie en werkt als marketeer. 

‘Mijn ouders hanteerden een strenge en ouderwetse opvoeding, waarbij slaan normaal was. Tijdens mijn jeugd hadden ze veel ruzie, er was huiselijk geweld, ook richting mij. Ik mocht niet naar buiten en werd altijd gecontroleerd. Toen mijn broertje geboren werd - ik was toen 7 - kreeg ik de rol om er voor hem te zijn. Ik heb me altijd erg alleen gevoeld en groeide op met angst. Ik wantrouwde iedereen, ook mijn vrienden, en dacht altijd dat ik niet goed genoeg was.

Op mijn 14e ben ik gaan wedstrijddansen. Mijn coach leerde me toen van mijn lichaam te houden en er goed voor te zorgen. Dansen was een goede motivatie voor zelfzorg. Maar uiteindelijk werd zelfzorg zelfdestructie, want ik trainde veel te veel. Elke ochtend stond ik om zeven uur op om te dansen. Ik heb van mijn ouders meegekregen dat ik succesvol moet zijn, dat ik hen blij moet maken met mijn prestaties. En dus ging ik over mijn grenzen heen, met misselijkheid, paniekaanvallen en suïcidale gedachten als gevolg.

Linda is niet haar echte naam.

Leestip van Linda

‘Het boek De moed om te leiden van Sander Aarts gaat over leiderschap, waarbij de regie over je eigen leven nemen als cruciaal wordt gezien. Blokkades, angsten en belemmerende overtuigingen zorgen ervoor dat je geleid wordt, waardoor je anderen niet kunt begeleiden. De schrijver gaat diep in op het belang van mildheid, zelfcompassie en zelfzorg. Door zijn achtergrond bij de special forces was dit ook voor de schrijver een hele opgave. Zijn verhaal neemt je mee in zijn leerproces en de lessen die daaruit voortgevloeid zijn.’

Als het niet goed met me gaat, is het soms lastig om in praktische zin goed voor mezelf te zorgen. Koken voelt dan als een enorme klus. Ik haalde dan tot voor kort een diepvriespizza. Maar nu kook ik voor drie of vier dagen, zodat er altijd iets in de koelkast of vriezer staat wanneer ik geen energie heb.

Als ik dan ook nog slecht slaap, zie ik er bleek uit. Dat zou voor professionals een signaal kunnen zijn dat het niet goed gaat. Toch raad ik ze af om bij iemand die er slecht uitziet te focussen op die zelfzorg, omdat het vaak een symptoom is van iets anders. Je kunt blijven hameren op gezond eten, maar dat gaat de jongere niet helpen. Het is wél belangrijk om het te benoemen, want zo laat je merken dat je de jongere ook echt ziet. Maar kijk ook verder, vraag door en ben niet bang iets heftigs te horen te krijgen. Want juist het feit dat een probleem er mag zijn, is helpend.’

‘Focus als professional niet op zelfzorg. Het is vaak een symptoom van iets anders

In allerlei therapieën heb ik geleerd dat mijn huidige problemen te maken hebben met de situatie vroeger. Mijn ouders gingen over mijn grenzen heen. Zo maakte mijn vader me verantwoordelijk voor de zorg voor mijn jongere broertje. Toen mijn broertje me “mama” ging noemen, heb ik mijn vader gezegd dat dit niet goed meer was. Hij vond het onzin en praatte me een schuldgevoel aan. “Als jij niet zorgt dat hij doucht, wordt hij op school gepest,” zei mijn vader dan. “Wil je dat?”

Ruimte innemen is nog steeds een probleem. Ik studeerde al, toen ik voor het eerst een docent in vertrouwen nam over de problemen thuis. Ik had nooit professionele hulp willen zoeken, omdat ik vond dat anderen op de wachtlijst vast harder hulp nodig hadden.

‘Ik zocht geen hulp omdat anderen die vast harder nodig hadden

Linda (27) woont alleen en werkt op dit moment niet. Ze was voorheen kwaliteitsmedewerker in de voedingsmiddelenindustrie.

‘Voor jezelf zorgen kan op allerlei manieren. Voor mij ligt het probleem vooral op mentaal niveau. Ik vind het moeilijk om voor mezelf op te komen, om grenzen aan te geven. Dat ik zelf ook iets mag vragen, iets nodig mag hebben, zit niet in mijn systeem. Toen ik een tijd terug aan het daten was met iemand, had ik continu het gevoel dat ik te veel van hem vroeg. Ik wilde gewoon iets afspreken, hij hield de boot af, en dus dacht ik dat ik te veel eiste. Hierdoor ging ik steeds meer aan mezelf twijfelen. Ik ben te lang blijven hangen in die situatie, maar heb het contact uiteindelijk wel verbroken. Dat was een enorme stap voor mij, want in een eerdere relatie bleef ik ruim een jaar in een ongezonde situatie zitten.

Ik ben opgegroeid met een moeder die psychische problemen had en er niet voor mij kon zijn. Ik was haar steunfiguur en voelde me verantwoordelijk voor haar. Bij mijn vader kon ik ook niet terecht. Alles was te veel gevraagd. Het voelde alsof ik te veel tijd en geld kostte. Na een vechtscheiding kreeg ik een stiefmoeder, die me niet kon luchten of zien. Ik voelde me te veel, een last.

‘Mijn ouders gaven me het gevoel dat ik te veel tijd en geld kostte’

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm