goed om te weten
Auteur: Edith Geurts | Leestijd: 3 minuten
Heeft de niet-verzorgende ouder ook recht op informatie over het kind? En hoe zit dat met ouderlijk gezag? Een beknopte samenvatting van de regels voor het delen van informatie over kinderen met hun gescheiden ouders.
Over echtscheiding en informatie delen
Regels voor scholen
De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) formuleerde op basis van veelvoorkomende klachten die zij de afgelopen tijd behandeld hebben een aantal aandachtspunten.
- De school moet neutraal zijn en voorkomen dat zij partij wordt in een scheidingsconflict.
- Als beide ouders ouderlijk gezag hebben, heeft de school een actieve informatieplicht voor beide en moeten beide dezelfde mondelinge en schriftelijke informatie krijgen. De school mag van de ouders verwachten dat zij, om op de hoogte te blijven van de ontwikkeling van hun kind, gebruik maken van de geboden informatiemogelijkheden.
- Ook een ouder zonder ouderlijk gezag moet belangrijke informatie over de ontwikkeling van het kind van school krijgen als de ouder daar om vraagt. Door een ouder zonder gezag toegang te geven tot het leerlingvolgsysteem voldoet school aan de informatieplicht. Op deze informatieplicht kan een uitzondering gemaakt worden als het belang van het kind hiermee in het geding komt.
Kijk op Onderwijsgeschillen voor meer informatie en aandachtspunten.
Regels voor medici
Welke medische informatie moet of mag een arts met gescheiden ouders delen? In een eerdere editie van Augeo Magazine beantwoordt René Héman, voorzitter van de artsenfederatie KNMG, vragen over het recht op informatie over de gezondheidstoestand en medische behandeling.
Informatieverstrekking door derden
Recht op informatie als niet-verzorgende ouder
Informatie- en consultatieregeling
Afspraken in het ouderschapsplan
Ouderlijk gezag
Bron: Gezag, omgang en informatie, Ministerie van VWS, 2017
Professionals zoals leerkrachten, hulpverleners of artsen beschikken soms over belangrijke informatie over een kind. Zij zijn verplicht om die informatie te verstrekken aan de beide ouders, dus ook aan de niet-verzorgende ouder als hij of zij daarom vraagt. Ook als hij of zij geen ouderlijk gezag heeft.
Dit geldt alleen als het om een concrete vraag gaat, over belangrijke feiten en omstandigheden. De informatie moet bovendien gaan over het kind of de verzorging en/of opvoeding van het kind. De niet-verzorgende ouder kan bijvoorbeeld bij de schoolleiding informeren naar de schoolprestaties van het kind. Het is dan redelijk als de school deze ouder uitnodigt voor een oudergesprek.
Op de plicht om informatie te verstrekken zijn twee uitzonderingen. Een professional hoeft geen informatie aan de niet-verzorgende ouder te geven als:
- de informatie ook niet aan de andere ouder gegeven wordt, bijvoorbeeld vanwege het beroepsgeheim van een arts;
- het geven van informatie in strijd is met de belangen van het kind.
Een ouder kan in die gevallen de rechter vragen om de informatie toch te mogen krijgen. De rechter zal dit alleen goedkeuren als dit niet nadelig is voor het kind. De ouder kan ook een klacht indienen bij de organisatie van de professional. De klachtencommissie kijkt dan of de informatie toch gegeven moet worden.
Bij co-ouderschap is er sprake van een min of meer gelijke verdeling van de verzorging en opvoeding van de kinderen tussen de ouders. Is die verdeling niet gelijk, dan spreek je van een verzorgende en niet-verzorgende ouder. Meestal wordt er dan een omgangsregeling met de niet-verzorgende ouder vastgelegd in het ouderschapsplan.
Ook de niet-verzorgende ouder (met of zonder gezag) heeft recht op informatie en consultatie over zijn kind. De verzorgende ouder heeft dus de plicht om de andere ouder te informeren over belangrijke zaken die met het kind te maken hebben. Bijvoorbeeld over de gezondheid en over school. De verzorgende ouder moet de niet-verzorgende ouder ook om zijn of haar mening vragen bij belangrijke beslissingen voor het kind. Dit heet: het recht van consultatie. Als maar een van beide ouders het gezag heeft, is dat de ouder die uiteindelijk beslist.
In het ouderschapsplan moeten ouders opnemen hoe zij invulling gaan geven aan de zogenaamde informatie- en consultatieregeling. Hierin moeten zij vastleggen hoe vaak bepaalde informatie wordt gegeven en op welke manier. Ouders mogen zelf bepalen hoe de regeling wordt ingevuld. Als zij er samen niet uitkomen, kunnen zij aan de rechter vragen om een informatie- en consultatieregeling vast te stellen. Bij de vaststelling van deze regeling moeten kinderen vanaf 12 jaar de gelegenheid krijgen hun mening te geven aan de rechter. Bij jongere kinderen is dit niet verplicht, maar vanuit kinderrechtenperspectief wel gewenst (tenzij dat niet in het belang van het kind is).
Een ouderschapsplan opstellen, is verplicht voor ouders van minderjarige kinderen die willen scheiden als zij getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben (met of zonder gezamenlijk gezag) en voor samenwonende ouders met gezamenlijk gezag. Deze verplichting vloeit voort uit het recht van kinderen op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders (artikelen 5 en 18 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind; artikel 1:247 lid 4 BW).
Een ouderschapsplan kan door de ouders zelf worden opgesteld, eventueel met hulp van een advocaat of mediator.
In dat plan moet in ieder geval zijn opgenomen:
- Hoe de ouders de zorg- en opvoedingstaken verdelen.
- Hoe de kosten van het kind of de kinderen zullen worden verdeeld, en of en door wie er kinderalimentatie wordt betaald.
- Hoe ouders elkaar informeren en raadplegen over belangrijke onderwerpen, zoals schoolkeuze.
- De wensen van de kinderen en hoe zij betrokken zijn bij het opstellen van het ouderschapsplan.
Als een ouder gezag heeft over een kind, betekent dat dat hij of zij verantwoordelijk is voor de opvoeding en verzorging van het kind en de wettelijke vertegenwoordiger is. In de meeste gevallen is sprake van gezamenlijk gezag, ook als de ouders uit elkaar gaan.
Auteur: Edith Geurts | Leestijd: 3 minuten
Over echtscheiding en informatie delen
Heeft de niet-verzorgende ouder ook recht op informatie over het kind? En hoe zit dat met ouderlijk gezag? Een beknopte samenvatting van de regels voor het delen van informatie over kinderen met hun gescheiden ouders.
goed om te weten
Bron: Gezag, omgang en informatie, Ministerie van VWS, 2017
Regels voor scholen
De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) formuleerde op basis van veelvoorkomende klachten die zij de afgelopen tijd behandeld hebben een aantal aandachtspunten.
- De school moet neutraal zijn en voorkomen dat zij partij wordt in een scheidingsconflict.
- Als beide ouders ouderlijk gezag hebben, heeft de school een actieve informatieplicht voor beide en moeten beide dezelfde mondelinge en schriftelijke informatie krijgen. De school mag van de ouders verwachten dat zij, om op de hoogte te blijven van de ontwikkeling van hun kind, gebruik maken van de geboden informatiemogelijkheden.
- Ook een ouder zonder ouderlijk gezag moet belangrijke informatie over de ontwikkeling van het kind van school krijgen als de ouder daar om vraagt. Door een ouder zonder gezag toegang te geven tot het leerlingvolgsysteem voldoet school aan de informatieplicht. Op deze informatieplicht kan een uitzondering gemaakt worden als het belang van het kind hiermee in het geding komt.
Kijk op Onderwijsgeschillen voor meer informatie en aandachtspunten.
Regels voor medici
Welke medische informatie moet of mag een arts met gescheiden ouders delen? In een eerdere editie van Augeo Magazine beantwoordt René Héman, voorzitter van de artsenfederatie KNMG, vragen over het recht op informatie over de gezondheidstoestand en medische behandeling.
Professionals zoals leerkrachten, hulpverleners of artsen beschikken soms over belangrijke informatie over een kind. Zij zijn verplicht om die informatie te verstrekken aan de beide ouders, dus ook aan de niet-verzorgende ouder als hij of zij daarom vraagt. Ook als hij of zij geen ouderlijk gezag heeft.
Dit geldt alleen als het om een concrete vraag gaat, over belangrijke feiten en omstandigheden. De informatie moet bovendien gaan over het kind of de verzorging en/of opvoeding van het kind. De niet-verzorgende ouder kan bijvoorbeeld bij de schoolleiding informeren naar de schoolprestaties van het kind. Het is dan redelijk als de school deze ouder uitnodigt voor een oudergesprek.
Op de plicht om informatie te verstrekken zijn twee uitzonderingen. Een professional hoeft geen informatie aan de niet-verzorgende ouder te geven als:
- de informatie ook niet aan de andere ouder gegeven wordt, bijvoorbeeld vanwege het beroepsgeheim van een arts;
- het geven van informatie in strijd is met de belangen van het kind.
Een ouder kan in die gevallen de rechter vragen om de informatie toch te mogen krijgen. De rechter zal dit alleen goedkeuren als dit niet nadelig is voor het kind. De ouder kan ook een klacht indienen bij de organisatie van de professional. De klachtencommissie kijkt dan of de informatie toch gegeven moet worden.
Informatieverstrekking door derden
Bij co-ouderschap is er sprake van een min of meer gelijke verdeling van de verzorging en opvoeding van de kinderen tussen de ouders. Is die verdeling niet gelijk, dan spreek je van een verzorgende en niet-verzorgende ouder. Meestal wordt er dan een omgangsregeling met de niet-verzorgende ouder vastgelegd in het ouderschapsplan.
Ook de niet-verzorgende ouder (met of zonder gezag) heeft recht op informatie en consultatie over zijn kind. De verzorgende ouder heeft dus de plicht om de andere ouder te informeren over belangrijke zaken die met het kind te maken hebben. Bijvoorbeeld over de gezondheid en over school. De verzorgende ouder moet de niet-verzorgende ouder ook om zijn of haar mening vragen bij belangrijke beslissingen voor het kind. Dit heet: het recht van consultatie. Als maar een van beide ouders het gezag heeft, is dat de ouder die uiteindelijk beslist.
Recht op informatie als niet-verzorgende ouder
In het ouderschapsplan moeten ouders opnemen hoe zij invulling gaan geven aan de zogenaamde informatie- en consultatieregeling. Hierin moeten zij vastleggen hoe vaak bepaalde informatie wordt gegeven en op welke manier. Ouders mogen zelf bepalen hoe de regeling wordt ingevuld. Als zij er samen niet uitkomen, kunnen zij aan de rechter vragen om een informatie- en consultatieregeling vast te stellen. Bij de vaststelling van deze regeling moeten kinderen vanaf 12 jaar de gelegenheid krijgen hun mening te geven aan de rechter. Bij jongere kinderen is dit niet verplicht, maar vanuit kinderrechtenperspectief wel gewenst (tenzij dat niet in het belang van het kind is).
Informatie- en consultatieregeling
Een ouderschapsplan opstellen, is verplicht voor ouders van minderjarige kinderen die willen scheiden als zij getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben (met of zonder gezamenlijk gezag) en voor samenwonende ouders met gezamenlijk gezag. Deze verplichting vloeit voort uit het recht van kinderen op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders (artikelen 5 en 18 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind; artikel 1:247 lid 4 BW).
Een ouderschapsplan kan door de ouders zelf worden opgesteld, eventueel met hulp van een advocaat of mediator.
In dat plan moet in ieder geval zijn opgenomen:
- Hoe de ouders de zorg- en opvoedingstaken verdelen.
- Hoe de kosten van het kind of de kinderen zullen worden verdeeld, en of en door wie er kinderalimentatie wordt betaald.
- Hoe ouders elkaar informeren en raadplegen over belangrijke onderwerpen, zoals schoolkeuze.
- De wensen van de kinderen en hoe zij betrokken zijn bij het opstellen van het ouderschapsplan.
Afspraken in het ouderschapsplan
Als een ouder gezag heeft over een kind, betekent dat dat hij of zij verantwoordelijk is voor de opvoeding en verzorging van het kind en de wettelijke vertegenwoordiger is. In de meeste gevallen is sprake van gezamenlijk gezag, ook als de ouders uit elkaar gaan.
Ouderlijk gezag