Het draaiboek gaat ook over: mag de moeder nog afscheid nemen, de baby nog aan de borst leggen?
Mishandeling van zeer jonge kinderen komt twee keer zo vaak voor als bij oudere kinderen
Zowel het onderzoek als het schrijven van het protocol, dat deel uitmaakt van het onderzoeksprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’, is gefinancierd door ZonMw.
- Het nieuwe protocol Samenwerkingsprotocol Kinderbeschermingsmaatregelen rond de geboorte is ook bruikbaar voor professionals in de eerste lijn en is beschikbaar als landelijk voorbeeld.
- Op 8 december van 16.00 tot 17.30 uur is er een gratis webinar over het nieuwe protocol. Inschrijven kan hier als je werkt in de jeugdbescherming of het sociaal domein; als verloskundig zorgverlener (eerste of tweede lijn) of huisarts.
Protocol & webinar
De laatste optie
Veiligheid
‘Er is een zorgvuldig proces en rechterlijke uitspraak aan voorafgegaan’
‘De Raad voert het besluit van de rechter uit. Wij bieden zorg en nazorg aan de moeder’
‘In dit soort zaken komt heel veel samen en dat schuurt regelmatig’
‘Na een melding gaan er allerlei ballen rollen’
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina:
Scroll naar beneden
Niet altijd tijd voor evaluatie
Zo humaan mogelijk
Gedetailleerd draaiboek
Quick scan
Interviews
Speciaal voor de geboortezorg
Ook houvast voor de eerste lijn
Grondige procedure
Wanneer sprake is van acute onveiligheid kan de kinderrechter dezelfde dag al een beslissing nemen voor een voorlopige ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing.
Hoe vaak in Nederland ongeboren baby’s onder toezicht worden gesteld of hoeveel pasgeboren baby’s uit huis worden geplaatst, is onbekend. Wel weten we dat de mishandeling van zeer jonge kinderen, tussen de 0 en 3 jaar, twee keer zo vaak voorkomt als bij oudere kinderen.
De onderzoekers hoorden allerlei verhalen over de complexe samenwerking. Over professionals die hun zorgen niet durven te melden waardoor pas in een vergevorderd stadium van de zwangerschap een melding kan worden gedaan. En over de drukte bij Veilig Thuis, over de Raad voor de Kinderbescherming die niet altijd even helder is over de reden van een spoeduithuisplaatsing, over zorgen rondom de organisatie van de jeugdzorg… Jans: ‘Er komt in dit soort zaken heel veel samen en dat schuurt regelmatig.’
Daarnaast is het hele juridische kader helder vastgelegd. Wat zegt de wet- en regelgeving wanneer de veiligheid van een baby in gevaar is? Jans: ‘Een ziekenhuis is verantwoordelijk voor wat er binnen zijn muren gebeurt en mag dus ook weigeren dat de onttrekking van de baby daar plaatsvindt. Met oog op de veiligheid voor de afdeling kan het bijvoorbeeld beter zijn dat dit ergens anders plaatsvindt.’
Ook heel praktische zaken, zoals: waar vindt de onttrekking plaats, staan in het draaiboek. En: mag de moeder nog afscheid nemen, mag ze de baby nog aan de borst leggen, mogen er foto’s worden gemaakt, krijgt moeder en/of baby een aandenken mee?
En er wordt in het draaiboek aandacht besteed aan de ouders. Jans: ‘Goede nazorg voor hen is uiteraard heel belangrijk. De regiebehandelaar verloskundige zorg biedt ze emotionele nazorg zoals psychologische ondersteuning of traumahulp aan.’
Het OLVG zorgt bij een uithuisplaatsing voor een ‘neutrale ruimte’ waar de baby kan worden overgedragen aan de Raad. ‘Dat kan niet op een kraamafdeling vanwege de onrust die dit daar teweeg zou kunnen brengen. Een verpleegkundige gaat de baby niet van de moeder scheiden, daar ben ik heel terughoudend in. Elke casus is natuurlijk anders, maar ik zet de vertegenwoordiger van de Raad wel echt in zijn rol. Die voert het besluit van de rechter uit. Wij bieden zorg en nazorg aan de moeder.’
‘Wacht niet tot het laatste moment met melden’
Haar advies is: ‘Wacht niet tot het laatste moment met melden.’ Want daarmee kan een spoeduithuisplaatsing mogelijk worden voorkomen. ‘Dat is de laatste optie en heel traumatisch voor de ouders. Wanneer dit niet voorkomen kan worden, kan een tijdige melding bijdragen aan een goed voorbereid draaiboek, wat heel fijn is voor de ouders. Ze weten dan waar ze aan toe zijn, weten wat er staat te gebeuren.’
Onderzoeker Jans pleit voor een vervolgonderzoek. Uit vele gesprekken blijkt namelijk dat er een grote wens bestaat bij alle professionals om in een eerder stadium meer aandacht te besteden aan problemen, zodat een beschermingsmaatregel voorkomen kan worden. Er is volgens de onderzoekers sprake van een zekere handelsverlegenheid om te melden bij Veilig Thuis wanneer er zorgen bestaan over een zwangere moeder. Jans: ‘Aan de preventieve kant is nog heel veel te winnen.’
Raadsonderzoeker Sabine werkt in het spoedteam. ‘De samenwerking bij beschermingsmaatregelen rondom deze zeer kwetsbare baby’s is complex. Privacy-gevoeligheid en handelingsverlegenheid maken het nog ingewikkelder. Ik zou heel graag zien dat ziekenhuizen of professionals in de eerste lijn eerder een melding doen als zij zorgen hebben. Luister naar dat onderbuikgevoel, overleg met Veilig Thuis, dan is er nog ruimte voor gesprekken met de ouders, met het netwerk. Misschien kan de baby daar terecht?’
In het draaiboek is ook aandacht voor veiligheid van de professionals. Raadsonderzoekers hebben regelmatig te maken met agressie. ‘Er wordt vanuit emotie van alles gezegd. Zoals: “Ik weet jou en je kinderen te vinden”,’ vertelt Nadja. ‘Daarom is het belangrijk dat er ook ondersteuning is van de beveiliging in het ziekenhuis en dat ook zij goed worden voorbereid.’
Raadsonderzoeker Nadja: ‘Soms ontbreekt het bij medewerkers in het ziekenhuis aan kennis over onze rol. “Hoe kun je dit werk doen, je bent zelf vast geen moeder?”, hoor ik dan. Maar wij komen echt niet voor niets. De veiligheid van de baby staat op het spel en dat is waar we het voor doen.’
Dit soort zaken gaat niemand in de koude kleren zitten. Ook de professionals van de Raad voor de Kinderbescherming niet, vertellen raadsonderzoekers Sabine en Nadja (uit privacyoverwegingen zonder achternaam). Beiden hebben ervaring met beschermingsmaatregelen rondom de geboortezorg. Ze weten heel goed dat de Raad in dit soort zaken als boeman wordt gezien. Zeker wanneer het een spoedmelding betreft en de maatregel iedereen - zowel moeder als betrokken professionals - overvalt. ‘Maar hier is een zorgvuldig proces en rechterlijke uitspraak aan voorafgegaan.’
Evaluatie is een belangrijk onderdeel van het draaiboek, vindt Lammers. ‘Maar die schiet er bij ons in alle drukte nog weleens bij in. Dan zit een verpleegkundige thuis nog na te snikken, loopt een ander een hele tijd met een knoop in de buik. Terwijl het heel belangrijk is om dit soort zaken met alle betrokken professionals rondom de casus te evalueren. En het is ook belangrijk voor de ontwikkeling van goede zorg aan deze moeders.’
Lammers heeft soms zorgen over wat ze noemt ‘de huidige situatie van de jeugdzorg’. ‘Ik heb weleens moeite om een goed gevoel aan een uithuisplaatsing over te houden. Ik vraag me dan af: hoe komt een dossier tot stand? En hoe wordt de zorg voor moeder en kind daarna opgevolgd en georganiseerd?’
De meest schrijnende zaken, vinden de professionals, zijn die waarbij moeder niet op de hoogte is van de uithuisplaatsing. Lammers: ‘Soms kunnen we haar niet informeren vanwege mogelijk vluchtgevaar. En dat is vreselijk.’
‘Het moedergevoel is universeel, of je nu verslaafd bent of een licht verstandelijke beperking hebt,’ zegt Lammers van het Amsterdamse ziekenhuis OLVG. Ze worstelt regelmatig met dilemma’s rondom het scheiden van moeder en kind. ‘Ons doel is natuurlijk om hen samen naar huis te laten gaan. Soms kan dat niet. Als ziekenhuis proberen we dit zo humaan mogelijk te begeleiden. Ik probeer altijd heel open naar de moeder toe te zijn over onze zorgen. Wat zijn onze observaties? Wat heeft de Raad voor de Kinderbescherming besloten? De medewerking van de moeder is cruciaal. Vervolgens kunnen we haar - hoe triest ook - voorbereiden op wat er komen gaat.’
Het nieuwe protocol biedt helderheid over ieders rol en functie en probeert zo de samenwerking tussen alle betrokken partijen te verbeteren. Een gedetailleerd draaiboek helpt professionals in de eerste lijn en in het ziekenhuis om alle stappen zorgvuldig te doorlopen. Lotte Lammers, functionaris Kind Veiligheid bij het OLVG in Amsterdam, ziet de toegevoegde waarde. ‘Ik had intern ook zoiets in elkaar geknutseld, maar dit is een heel sluitend document, dat ons stap voor stap door heel complexe vraagstukken leidt.’
Uit een eerste quick scan in de regio Amsterdam bleek meteen grote belangstelling voor een nieuw protocol. Het onderzoek bleef vervolgens groeien. ‘De overige VSV’s sloten zich graag aan bij het protocol, iedereen wilde graag een eenduidig beleid voor de hele regio.’ Jans vervolgt: ‘We hebben heel veel gesprekken gevoerd met professionals, binnen en buiten Amsterdam. We kwamen overal diezelfde enorme betrokkenheid tegen, en een vurige wens om zo goed mogelijke zorg te bieden aan moeder én kind.’
Met subsidie van ZonMw is ook onderzocht of andere Verloskundige Samenwerkingsverbanden (VSV’s) en ziekenhuizen met vergelijkbare afspraken werken. Dat blijkt nauwelijks het geval, zegt onderzoeker Jans. ‘Als er al iets is opgeschreven, dan is het vaak als onderdeel van een breder protocol voor kwetsbare zwangere vrouwen.’
Daarnaast hebben Jans en collega en medeprojectleider Remy Vink van TNO veel interviews uitgevoerd met betrokken professionals en met een aantal ouders. Op basis van de uitkomsten is het protocol voor de geboortezorg gemaakt.
Het Amsterdam UMC had al een samenwerkingsprotocol, een initiatief van kinderarts Rian Teeuw, maar dat ging over beschermingsmaatregelen voor kinderen van álle leeftijden; geboortezorg was daarin maar een beperkt onderdeel. ‘Omdat dit soort beschermingsmaatregelen in de geboortezorg zo’n grote impact op de betrokken ouders en professionals hebben, is besloten tot een compleet nieuw protocol, speciaal voor de geboortezorg. Ik weet uit mijn voormalige praktijk goed hoe ingewikkeld die samenwerking bij deze casuïstiek is.’
Op het moment dat de uitspraak van de kinderrechter er ligt en een maatregel is uitgesproken, biedt het nieuwe protocol Kinderbeschermingsmaatregelen rondom de geboorte houvast, vertelt mede-projectleider Suze Jans, verloskundige en onderzoeker bij TNO. Niet alleen ziekenhuizen hebben hiermee te maken, ook verloskundigen in de eerste lijn komen deze kwetsbare zwangere moeders tegen, benadrukt ze. ‘Uithuisplaatsing van een baby komt gelukkig niet vaak voor. De meeste aanstaande ouders accepteren wel hulp en begeleiding. Wanneer het echt niet anders kan, dan helpt dit protocol.’
Als uit onderzoek van Veilig Thuis blijkt dat er grote zorgen zijn, waar niet in het ‘vrijwillig kader’ aan kan worden gewerkt doordat de ouders bijvoorbeeld niet openstaan voor hulp, wordt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) betrokken. De Raad onderzoekt vervolgens of een kinderbeschermingsmaatregel nodig is en adviseert en verzoekt de kinderrechter om een beschermingsmaatregel in de vorm van een ondertoezichtstelling (OTS) of uithuisplaatsing (MUHP) op te leggen. De rechter neemt, na hoor en wederhoor, een besluit.
Soms zijn de zorgen over de veiligheid van het kind van het KADEX-team dusdanig dat advies wordt gevraagd - of een melding wordt gedaan - bij Veilig Thuis. Jorna: ‘Dan kunnen we allerlei hulptroepen activeren. Bijvoorbeeld als tijdens de zwangerschap een opname in een psychiatrische kliniek of verslavingsinstelling nodig is, of als er misschien toch verder moet worden ingegrepen om de veiligheid van het kind te bewaken. Na een melding gaan er allerlei ballen rollen.’
Aanstaande moeders zonder dak boven hun hoofd, met een licht verstandelijke beperking, verslaafde vrouwen met psychische problemen, tienermoeders met ruime sociale problematiek, slachtoffers van huiselijk geweld of mensenhandel. Nori Jorna heeft als klinisch verloskundige op de KADEX-poli in het Amsterdam UMC allerlei zwangere vrouwen geholpen. KADEX staat voor Kinderen Antenatale Drugs Expositie, met andere woorden: kinderen die in de moederbuik zijn blootgesteld aan drugs en/of alcohol.
Verslavingsproblematiek komt zelden alleen, weet Jorna, die deze zomer met pensioen ging. ‘Vertrouwen opbouwen, daar gaat het om. Deze moeders hebben meestal al veel meegemaakt in hun leven en zitten echt niet te wachten op bemoeizorg. Wij willen niet dat deze moeders zich aan de zorg onttrekken. Zij en hun nog ongeboren kind hebben recht op goede zorg en vaak kunnen wij en bijvoorbeeld maatschappelijk werk veel voor hen betekenen.’
geboortezorg
7,5 min.
Jessica Maas
Een baby van de moeder scheiden? Niemand wil het, maar áls na uitgebreid onderzoek en een uitspraak van de kinderrechter blijkt dat het echt niet anders kan, moet het vernieuwde protocol 'Kinderbeschermingsmaatregelen rondom de geboorte' ervoor zorgen dat het belang van moeder, kind én de betrokken professionals wordt gerespecteerd.
Zowel het onderzoek als het schrijven van het protocol, dat deel uitmaakt van het onderzoeksprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’, is gefinancierd door ZonMw.
- Het nieuwe protocol Samenwerkingsprotocol Kinderbeschermingsmaatregelen rond de geboorte is ook bruikbaar voor professionals in de eerste lijn en is beschikbaar als landelijk voorbeeld.
- Op 8 december van 16.00 tot 17.30 uur is er een gratis webinar over het nieuwe protocol. Inschrijven kan hier als je werkt in de jeugdbescherming of het sociaal domein; als verloskundig zorgverlener (eerste of tweede lijn) of huisarts.
Protocol & webinar
Soms zijn de zorgen over de veiligheid van het kind van het KADEX-team dusdanig dat advies wordt gevraagd - of een melding wordt gedaan - bij Veilig Thuis. Jorna: ‘Dan kunnen we allerlei hulptroepen activeren. Bijvoorbeeld als tijdens de zwangerschap een opname in een psychiatrische kliniek of verslavingsinstelling nodig is, of als er misschien toch verder moet worden ingegrepen om de veiligheid van het kind te bewaken. Na een melding gaan er allerlei ballen rollen.’
Haar advies is: ‘Wacht niet tot het laatste moment met melden.’ Want daarmee kan een spoeduithuisplaatsing mogelijk worden voorkomen. ‘Dat is de laatste optie en heel traumatisch voor de ouders. Wanneer dit niet voorkomen kan worden, kan een tijdige melding bijdragen aan een goed voorbereid draaiboek, wat heel fijn is voor de ouders. Ze weten dan waar ze aan toe zijn, weten wat er staat te gebeuren.’
Onderzoeker Jans pleit voor een vervolgonderzoek. Uit vele gesprekken blijkt namelijk dat er een grote wens bestaat bij alle professionals om in een eerder stadium meer aandacht te besteden aan problemen, zodat een beschermingsmaatregel voorkomen kan worden. Er is volgens de onderzoekers sprake van een zekere handelsverlegenheid om te melden bij Veilig Thuis wanneer er zorgen bestaan over een zwangere moeder. Jans: ‘Aan de preventieve kant is nog heel veel te winnen.’
‘Wacht niet tot het laatste moment met melden’
Raadsonderzoeker Sabine werkt in het spoedteam. ‘De samenwerking bij beschermingsmaatregelen rondom deze zeer kwetsbare baby’s is complex. Privacy-gevoeligheid en handelingsverlegenheid maken het nog ingewikkelder. Ik zou heel graag zien dat ziekenhuizen of professionals in de eerste lijn eerder een melding doen als zij zorgen hebben. Luister naar dat onderbuikgevoel, overleg met Veilig Thuis, dan is er nog ruimte voor gesprekken met de ouders, met het netwerk. Misschien kan de baby daar terecht?’
De laatste optie
In het draaiboek is ook aandacht voor veiligheid van de professionals. Raadsonderzoekers hebben regelmatig te maken met agressie. ‘Er wordt vanuit emotie van alles gezegd. Zoals: “Ik weet jou en je kinderen te vinden”,’ vertelt Nadja. ‘Daarom is het belangrijk dat er ook ondersteuning is van de beveiliging in het ziekenhuis en dat ook zij goed worden voorbereid.’
Raadsonderzoeker Nadja: ‘Soms ontbreekt het bij medewerkers in het ziekenhuis aan kennis over onze rol. “Hoe kun je dit werk doen, je bent zelf vast geen moeder?”, hoor ik dan. Maar wij komen echt niet voor niets. De veiligheid van de baby staat op het spel en dat is waar we het voor doen.’
Veiligheid
Dit soort zaken gaat niemand in de koude kleren zitten. Ook de professionals van de Raad voor de Kinderbescherming niet, vertellen raadsonderzoekers Sabine en Nadja (uit privacyoverwegingen zonder achternaam). Beiden hebben ervaring met beschermingsmaatregelen rondom de geboortezorg. Ze weten heel goed dat de Raad in dit soort zaken als boeman wordt gezien. Zeker wanneer het een spoedmelding betreft en de maatregel iedereen - zowel moeder als betrokken professionals - overvalt. ‘Maar hier is een zorgvuldig proces en rechterlijke uitspraak aan voorafgegaan.’
‘Er is een zorgvuldig proces en rechterlijke uitspraak aan voorafgegaan’
Evaluatie is een belangrijk onderdeel van het draaiboek, vindt Lammers. ‘Maar die schiet er bij ons in alle drukte nog weleens bij in. Dan zit een verpleegkundige thuis nog na te snikken, loopt een ander een hele tijd met een knoop in de buik. Terwijl het heel belangrijk is om dit soort zaken met alle betrokken professionals rondom de casus te evalueren. En het is ook belangrijk voor de ontwikkeling van goede zorg aan deze moeders.’
Lammers heeft soms zorgen over wat ze noemt ‘de huidige situatie van de jeugdzorg’. ‘Ik heb weleens moeite om een goed gevoel aan een uithuisplaatsing over te houden. Ik vraag me dan af: hoe komt een dossier tot stand? En hoe wordt de zorg voor moeder en kind daarna opgevolgd en georganiseerd?’
De meest schrijnende zaken, vinden de professionals, zijn die waarbij moeder niet op de hoogte is van de uithuisplaatsing. Lammers: ‘Soms kunnen we haar niet informeren vanwege mogelijk vluchtgevaar. En dat is vreselijk.’
Niet altijd tijd voor evaluatie
Het OLVG zorgt bij een uithuisplaatsing voor een ‘neutrale ruimte’ waar de baby kan worden overgedragen aan de Raad. ‘Dat kan niet op een kraamafdeling vanwege de onrust die dit daar teweeg zou kunnen brengen. Een verpleegkundige gaat de baby niet van de moeder scheiden, daar ben ik heel terughoudend in. Elke casus is natuurlijk anders, maar ik zet de vertegenwoordiger van de Raad wel echt in zijn rol. Die voert het besluit van de rechter uit. Wij bieden zorg en nazorg aan de moeder.’
‘De Raad voert het besluit van de rechter uit. Wij bieden zorg en nazorg aan de moeder’
‘Het moedergevoel is universeel, of je nu verslaafd bent of een licht verstandelijke beperking hebt,’ zegt Lammers van het Amsterdamse ziekenhuis OLVG. Ze worstelt regelmatig met dilemma’s rondom het scheiden van moeder en kind. ‘Ons doel is natuurlijk om hen samen naar huis te laten gaan. Soms kan dat niet. Als ziekenhuis proberen we dit zo humaan mogelijk te begeleiden. Ik probeer altijd heel open naar de moeder toe te zijn over onze zorgen. Wat zijn onze observaties? Wat heeft de Raad voor de Kinderbescherming besloten? De medewerking van de moeder is cruciaal. Vervolgens kunnen we haar - hoe triest ook - voorbereiden op wat er komen gaat.’
Zo humaan mogelijk
Daarnaast is het hele juridische kader helder vastgelegd. Wat zegt de wet- en regelgeving wanneer de veiligheid van een baby in gevaar is? Jans: ‘Een ziekenhuis is verantwoordelijk voor wat er binnen zijn muren gebeurt en mag dus ook weigeren dat de onttrekking van de baby daar plaatsvindt. Met oog op de veiligheid voor de afdeling kan het bijvoorbeeld beter zijn dat dit ergens anders plaatsvindt.’
Het draaiboek gaat ook over: mag de moeder nog afscheid nemen, de baby nog aan de borst leggen?
Ook heel praktische zaken, zoals: waar vindt de onttrekking plaats, staan in het draaiboek. En: mag de moeder nog afscheid nemen, mag ze de baby nog aan de borst leggen, mogen er foto’s worden gemaakt, krijgt moeder en/of baby een aandenken mee?
En er wordt in het draaiboek aandacht besteed aan de ouders. Jans: ‘Goede nazorg voor hen is uiteraard heel belangrijk. De regiebehandelaar verloskundige zorg biedt ze emotionele nazorg zoals psychologische ondersteuning of traumahulp aan.’
Het nieuwe protocol biedt helderheid over ieders rol en functie en probeert zo de samenwerking tussen alle betrokken partijen te verbeteren. Een gedetailleerd draaiboek helpt professionals in de eerste lijn en in het ziekenhuis om alle stappen zorgvuldig te doorlopen. Lotte Lammers, functionaris Kind Veiligheid bij het OLVG in Amsterdam, ziet de toegevoegde waarde. ‘Ik had intern ook zoiets in elkaar geknutseld, maar dit is een heel sluitend document, dat ons stap voor stap door heel complexe vraagstukken leidt.’
Gedetailleerd draaiboek
De onderzoekers hoorden allerlei verhalen over de complexe samenwerking. Over professionals die hun zorgen niet durven te melden waardoor pas in een vergevorderd stadium van de zwangerschap een melding kan worden gedaan. En over de drukte bij Veilig Thuis, over de Raad voor de Kinderbescherming die niet altijd even helder is over de reden van een spoeduithuisplaatsing, over zorgen rondom de organisatie van de jeugdzorg… Jans: ‘Er komt in dit soort zaken heel veel samen en dat schuurt regelmatig.’
Uit een eerste quick scan in de regio Amsterdam bleek meteen grote belangstelling voor een nieuw protocol. Het onderzoek bleef vervolgens groeien. ‘De overige VSV’s sloten zich graag aan bij het protocol, iedereen wilde graag een eenduidig beleid voor de hele regio.’ Jans vervolgt: ‘We hebben heel veel gesprekken gevoerd met professionals, binnen en buiten Amsterdam. We kwamen overal diezelfde enorme betrokkenheid tegen, en een vurige wens om zo goed mogelijke zorg te bieden aan moeder én kind.’
Quick scan
‘In dit soort zaken komt heel veel samen en dat schuurt regelmatig’
Met subsidie van ZonMw is ook onderzocht of andere Verloskundige Samenwerkingsverbanden (VSV’s) en ziekenhuizen met vergelijkbare afspraken werken. Dat blijkt nauwelijks het geval, zegt onderzoeker Jans. ‘Als er al iets is opgeschreven, dan is het vaak als onderdeel van een breder protocol voor kwetsbare zwangere vrouwen.’
Daarnaast hebben Jans en collega en medeprojectleider Remy Vink van TNO veel interviews uitgevoerd met betrokken professionals en met een aantal ouders. Op basis van de uitkomsten is het protocol voor de geboortezorg gemaakt.
Interviews
Het Amsterdam UMC had al een samenwerkingsprotocol, een initiatief van kinderarts Rian Teeuw, maar dat ging over beschermingsmaatregelen voor kinderen van álle leeftijden; geboortezorg was daarin maar een beperkt onderdeel. ‘Omdat dit soort beschermingsmaatregelen in de geboortezorg zo’n grote impact op de betrokken ouders en professionals hebben, is besloten tot een compleet nieuw protocol, speciaal voor de geboortezorg. Ik weet uit mijn voormalige praktijk goed hoe ingewikkeld die samenwerking bij deze casuïstiek is.’
Speciaal voor de geboortezorg
Op het moment dat de uitspraak van de kinderrechter er ligt en een maatregel is uitgesproken, biedt het nieuwe protocol Kinderbeschermingsmaatregelen rondom de geboorte houvast, vertelt mede-projectleider Suze Jans, verloskundige en onderzoeker bij TNO. Niet alleen ziekenhuizen hebben hiermee te maken, ook verloskundigen in de eerste lijn komen deze kwetsbare zwangere moeders tegen, benadrukt ze. ‘Uithuisplaatsing van een baby komt gelukkig niet vaak voor. De meeste aanstaande ouders accepteren wel hulp en begeleiding. Wanneer het echt niet anders kan, dan helpt dit protocol.’
Ook houvast voor de eerste lijn
Wanneer sprake is van acute onveiligheid kan de kinderrechter dezelfde dag al een beslissing nemen voor een voorlopige ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing.
Hoe vaak in Nederland ongeboren baby’s onder toezicht worden gesteld of hoeveel pasgeboren baby’s uit huis worden geplaatst, is onbekend. Wel weten we dat de mishandeling van zeer jonge kinderen, tussen de 0 en 3 jaar, twee keer zo vaak voorkomt als bij oudere kinderen.
Mishandeling van zeer jonge kinderen komt twee keer zo vaak voor als bij oudere kinderen
Als uit onderzoek van Veilig Thuis blijkt dat er grote zorgen zijn, waar niet in het ‘vrijwillig kader’ aan kan worden gewerkt doordat de ouders bijvoorbeeld niet openstaan voor hulp, wordt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) betrokken. De Raad onderzoekt vervolgens of een kinderbeschermingsmaatregel nodig is en adviseert en verzoekt de kinderrechter om een beschermingsmaatregel in de vorm van een ondertoezichtstelling (OTS) of uithuisplaatsing (MUHP) op te leggen. De rechter neemt, na hoor en wederhoor, een besluit.
Grondige procedure
‘Na een melding gaan er allerlei ballen rollen’
Aanstaande moeders zonder dak boven hun hoofd, met een licht verstandelijke beperking, verslaafde vrouwen met psychische problemen, tienermoeders met ruime sociale problematiek, slachtoffers van huiselijk geweld of mensenhandel. Nori Jorna heeft als klinisch verloskundige op de KADEX-poli in het Amsterdam UMC allerlei zwangere vrouwen geholpen. KADEX staat voor Kinderen Antenatale Drugs Expositie, met andere woorden: kinderen die in de moederbuik zijn blootgesteld aan drugs en/of alcohol.
Verslavingsproblematiek komt zelden alleen, weet Jorna, die deze zomer met pensioen ging. ‘Vertrouwen opbouwen, daar gaat het om. Deze moeders hebben meestal al veel meegemaakt in hun leven en zitten echt niet te wachten op bemoeizorg. Wij willen niet dat deze moeders zich aan de zorg onttrekken. Zij en hun nog ongeboren kind hebben recht op goede zorg en vaak kunnen wij en bijvoorbeeld maatschappelijk werk veel voor hen betekenen.’
Naar inhoudsopgave
Naar het volgende artikel
Deel deze pagina:
Een baby van de moeder scheiden? Niemand wil het, maar áls na uitgebreid onderzoek en een uitspraak van de kinderrechter blijkt dat het echt niet anders kan, moet het vernieuwde protocol 'Kinderbeschermingsmaatregelen rondom de geboorte' ervoor zorgen dat het belang van moeder, kind én de betrokken professionals wordt gerespecteerd.
geboortezorg
7,5 min.
Jessica Maas