Leestip van Karen Bos

Leestip van Sijbrand Jepma

IJsbrand Jepma:

‘Kinderen die van huis uit minder kansen hebben, hebben ook potentieel en talent. Hen moet je iets bieden om dat naar boven te halen’

Karen Bos is oprichter en directeur van Stadslink. Als sociaal psycholoog is ze gespecialiseerd in samenlevingsopbouw en ze verdiepte zich in de positieve psychologie. In 2017 sloot Bos een partnership met Learning Dreams, een programma van de Universiteit van Minnesota. Bos leidt ook professionals van o.a. bibliotheken, PO en VO-scholen op tot Learning Dreams-specialisten.

IJsbrand Jepma is senior onderzoeker bij Sardes, dat streeft naar gelijke kansen in onderwijs. Hij schreef het boek Wat leert mijn kind bij jullie? Impact hebben op de volledige kindontwikkeling in de kinderopvang (2023). Zijn specialisatie ligt op het gebied van de kwaliteit van kinderopvang, voor- en vroegschoolse educatie, gelijke kansen en inclusief onderwijs.

dubbelinterview

7 min

Mariëlle van Bussel

Niet toegankelijk voor iedereen

Kansen zien én grijpen

Aansluiten bij dromen

Leren buiten het onderwijs

Voor- en vroegschoolse educatie

Die andere groep kinderen heeft ook potentieel en talent, maar hen moet je iets bieden om dat naar boven te halen. Zij zijn afhankelijk van een goed functionerend onderwijssysteem om hun talenten te ontdekken. Maar helaas hebben we een imperfect stelsel opgetuigd.’

Jepma doelt op de factoren in het onderwijs die kansengelijkheid eerder tegenwerken dan vergroten. De laatste jaren is er veel te doen geweest over die kansengelijkheid. Het gaat dan bijvoorbeeld over de vroege selectie, waarbij kinderen op hun 12e al in een bepaalde richting geduwd worden. En over de toename van categorale middelbare scholen, waardoor het lastig wordt om door te stromen naar een hoger niveau, en waardoor kinderen in homogene bubbels opgroeien.

IJsbrand Jepma:

‘De basisschool is gratis, waarom de kinderopvang en vve dan niet?’

Karen Bos:

‘De stad ligt vol mogelijkheden, maar we weten het vaak niet’

Karen Bos:

‘Hoe meer toegang je hebt tot verschillende bubbels, hoe groter je kansen’

‘Het boek How children succeed van Paul Tough geeft inzicht in waarom 'goed onderwijs' alleen niet voldoende is als het gaat om het creëren van kansengelijkheid. Het zijn de niet-cognitieve vaardigheden - zoals doorzettingsvermogen, volharding, zelfvertrouwen, nieuwsgierigheid - die het verschil maken als kinderen hun ware potentieel willen bereiken.

Het sluit aan bij de Learning Dreams-gedachte van het creëren van een cultuur van leren in gezinnen en gemeenschappen, zeg maar buiten de muren van school, waar juist deze niet-cognitieve vaardigheden ontwikkeld worden.’

De Nederlandse uitgave, getiteld ‘Een kwestie van karakter’, is alleen tweedehands verkrijgbaar.

‘Wie meer over gelijke kansen in het onderwijs wil lezen, adviseer ik de oratie van Eddie Denessen te lezen: Onderwijs en Sociale Ongelijkheid, uitgesproken op 8 maart 2024 bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.’

Plezier in leren

Bos ziet dat Learning Dreams werkt. En noodzakelijk is. ‘Want je kunt op school van alles leren, maar dat beklijft niet als het thuis overleven is. Daarom nemen we ook ouders mee in de aanpak, door ook hun dromen in ontwikkeling te zetten. We zien dat een lerende omgeving, thuis, in de buurt, waar dan ook, z’n vruchten afwerpt. Mensen hebben succeservaringen, krijgen plezier in leren en zichzelf ontwikkelen. Dat is het begin van een betere toekomst.’

Ze vertelt over het jochie, een thuiszitter, dat wilde leren rappen. Wie kon hem daarbij helpen? Uiteindelijk sprak hij met zijn coach af om ieder een rap te schrijven. Een week later had hij een schrift gekocht waarin hij al vijf raps had geschreven. De rijmwoorden had hij opgezocht in een woordenboek. ‘Fantastisch,’ aldus Bos. ‘Op school kregen ze hem niet aan het lezen of schrijven, maar dit paste bij zijn droom. Zo kwam hij op gang.’

Of de jongen die gek was van insecten. Thuis kon hij daar niks mee. De buurttuin nodigde hem uit om daar onder de stoeptegels te komen wroeten, de bieb bood hem insectenboeken aan. ‘Dát is precies wat we willen, een lerend ecosysteem. Deze jongen kan zijn nieuwsgierigheid bevredigen en zo verder groeien.’

Jongeren die de Learning Dreams-aanpak volgen, worden gestimuleerd om kansen te zien. Niet alleen op school, maar juist daarbuiten. Wil je leren pianospelen, vraag dan de bewoner van dat huis waar altijd pianomuziek klinkt of hij je iets wil leren. Of ga naar het station waar iedereen op de piano kan spelen. Bos: ‘De stad ligt vol mogelijkheden, maar we weten het vaak niet. En er komt durf bij kijken. Daar heb je hulp bij nodig, en dan komen wij om de hoek kijken.’

In onze maatschappij maakt het veel uit hoe groot je sociaal kapitaal is, legt Bos uit. ‘Hoe meer toegang je hebt tot verschillende bubbels, hoe groter je kansen.’ Het netwerk is een van de drie pijlers waarvanuit Learning Dreams werkt. De andere twee zijn nieuwsgierigheid en doorzettingsvermogen/veerkracht. ‘Nieuwsgierigheid zit al vanaf de geboorte in elk mens. Of je gestimuleerd wordt die nieuwsgierigheid te gebruiken, hangt af van het gezin waarin je opgroeit. Als er armoede is, slechte huisvesting, dan speelt het stimuleren van nieuwsgierigheid een ondergeschikte rol. Dat zie je bij de jongen uit het voorbeeld, wiens ouders in een overleefstand stonden.’

Kansarm betekent volgens Bos niet weten hoe je kunt aansluiten bij de mogelijkheden die er wél liggen. Ofwel: het is een must om kansen te kunnen zien en te grijpen. ‘Groei je op met ouders die aansluiten bij jouw wensen en dromen, je nieuwsgierigheid aanwakkeren en ook nog eens een netwerk hebben, dan is het niet moeilijk om bijvoorbeeld een stageplek te vinden. Deze jongeren hebben thuis geleerd om over hun eigen grenzen heen te kijken, om zo naar oplossingen te zoeken. Als je niet uitgedaagd wordt, ga je je ook passiever opstellen.’

De jongen kwam terecht bij Learning Dreams van Stadslink, een uit de VS overgewaaid programma dat inzet op een cultuur van leren en jezelf ontwikkelen in gezinnen en gemeenschappen. Het idee: sluit aan bij de droom van iemand en zoek naar mogelijkheden om die droom waar te maken. Samen met een vrijwillige of professionele coach zoekt de ‘dromer’ naar verbindingen met buurt- en stadsbewoners die helpend kunnen zijn.

Zo schreef deze jongen een brief aan de TU Delft. Ook heeft hij een stageplek proberen te regelen bij Tesla. Al liepen beide pogingen op niets uit, hij heeft er volgens Bos veel van geleerd. ‘Zijn zelfvertrouwen is gegroeid, zijn veerkracht toegenomen. Iemand nam zijn droom serieus en stimuleerde hem om die te onderzoeken. Hij weet nu welke stappen hij zelf kan zetten om aan zijn droom te werken. Hij heeft zijn opleiding afgemaakt, zijn rijbewijs gehaald en een garage gevonden waar hij boten en auto’s kan opknappen. Dat hij in zijn eigen buurt niet goed ligt, is nu geen issue meer. Hij kan een nieuw netwerk instappen doordat hij weet dat hij iets te bieden heeft.’

Ze geeft als voorbeeld de jongen die in de wijk Transvaal buiten de boot viel bij de buurtgenoten. Ook op school paste hij niet helemaal. Hij droomde ervan om een snelle, nóg milieuvriendelijkere Tesla te bouwen. De buurtgenoten vonden zijn ideeën maar raar. ‘Was deze jongen in een witte, rijke buurt opgegroeid, dan hadden ze hem waarschijnlijk op handen gedragen met zijn duurzame plannen,’ aldus Bos.

Gelijke kansen beginnen niet op school, maar in het gezin, vindt Karen Bos. Daarmee is ze het eens met IJsbrand Jepma. Maar terwijl Jepma de oplossing zoekt in voorschoolse voorzieningen en onderwijs, kijkt Bos breder. ‘Leren gebeurt niet alleen op school, maar overal. Leren fietsen, leren vriendjes maken… Wij praten liever over een lerend ecosysteem.’ Bos is directeur van Stadslink, een organisatie in Den Haag die kwetsbare mensen ondersteunt bij het waarmaken van hun dromen en ambities door ze in contact te brengen met stadsgenoten.

Meer lezen over gelijke kansen?

Hoe kun je als professional bijdragen aan gelijke kansen van kinderen die thuis onder langdurig stressvolle of onveilige omstandigheden opgroeien? In de eerder verschenen editie Gelijke kansen van Augeo magazine vind je handvatten daarvoor.

  • Opleidingsniveau van beide ouders/verzorgers en inkomen

  • Migratieachtergrond van ouders/verzorgers

  • De woonomgeving

  • Stabiliteit van de gezinssituatie

Kansenongelijkheid & vve

Het doel van voor- en vroegschoolse educatie: dat (zeer) jonge kinderen goed voorbereid aan de basisschool beginnen en hun kansen op academisch succes vergroten.

Welke groepen kinderen komen in aanmerking? Dit stellen de gemeenten samen met het onderwijs en de kinderopvang vast. De meeste programma’s richten zich op kinderen met een laag sociaaleconomische achtergrond.

Wat is het effect? Onderzoek laat zien dat vve een positieve impact kan hebben, specifiek voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen.

Meer informatie: kennisdossier Voor-en vroegschoolse educatie van het Nederlands Jeugdinstituut.

Uit onderzoek zijn een aantal factoren bekend die samenhangen met kansen(on)gelijkheid van jonge kinderen.

Deze factoren zijn:

Deel deze pagina:

‘Maar belangrijker: op deze manier maken we onderscheid tussen verschillende groepen mensen,’ aldus Jepma. ‘Tussen werkenden en niet-werkenden. Tussen gezinnen waar thuis “iets aan de hand is” en waar dat niet het geval is. Iedereen moet kosteloos naar de vve kunnen. De basisschool is gratis, waarom de kinderopvang en vve dan niet? Voor deze kinderen, die thuis minder gestimuleerd worden zich te ontwikkelen, kan de voorschoolse educatie een gamechanger zijn.’

De vve-programma’s die er liggen zijn kwalitatief goed, vindt Jepma. De vier halve dagen die nu beschikbaar zijn, mogen volgens Jepma best uitgebreid worden. Maar waar hij zich zorgen over maakt, is de toegankelijkheid. Jepma vindt het cruciaal dat de vve-voorzieningen (en de kinderopvang) toegankelijk zijn voor iedereen. ‘Ouders die beiden werken, kunnen gebruikmaken van de kinderopvang zoveel ze willen. Ouders die niet allebei werken, kunnen gebruikmaken van de vve. Daarvoor moeten ze, net als voor de kinderopvang, een eigen, inkomensafhankelijke bijdrage betalen. En hoe laag dat bedrag soms ook is, het blijft toch een financiële drempel met administratieve lasten. Voor ouders met een laag inkomen is dit problematisch. We ontnemen hun jonge kinderen hierdoor kansen.’

Over al die factoren willen we het nu niet hebben. Het gaat juist om een bredere blik. Zoals de rol die de voor- en vroegschoolse educatie (vve), tegenwoordig onderdeel van de kinderopvang, kan spelen om kansen te vergroten. Jepma: ‘Hoe eerder kinderen zich ontwikkelen, hoe beter. De vve zorgt er bijvoorbeeld voor dat kinderen hun woordenschat vergroten en dat ze gestimuleerd worden om verder te denken, bijvoorbeeld: wat zou er gebeuren als je deze drie kleuren mengt?

Kinderen leren en ze beseffen dat ze iets kunnen. Hun wereld wordt opengetrokken, ze komen in aanraking met dingen die ze thuis niet zien. Hun ouders zijn vaak aan het overleven, en komen niet in het park of hebben geen geld voor een museum.’

Hij vertelt over de moeder met haar peuter die op weg naar de kinderopvang langs een vijver liep. Het meisje trok aan moeders arm en wees naar de eendjes in de vijver. ‘Vo, vo,’ riep ze. Moeder keek niet en sleurde het meisje mee. ‘Hier liggen dus kansen om nieuwe woorden te leren, maar zo’n moeder ziet dat niet. Een goede vve betrekt de ouders ook bij haar aanpak, zodat de ontwikkeling ook thuis doorgaat.’

Het verschil in ontwikkelingskansen tussen verschillende groepen kinderen is groot, zegt IJsbrand Jepma. ‘Als ik thuis in Amsterdam wegfiets, maakt het veel uit of ik de ene of de andere kant opga. Óf ik kom in een buurt terecht waar twee auto’s voor de deur staan, waar drie kranten op tafel liggen en waar men reisjes maakt naar Birma of Frankrijk. Óf ik kom in een wijk terecht waar laagopgeleide mensen in flats wonen, waar de televisie loeihard staat en kinderen en ouders een kleine woning delen.’

Het is een gechargeerd voorbeeld, benadrukt Jepma, maar het verschil is een feit. ‘Kinderen die in de welgestelde buurt opgroeien, krijgen veel meer ervaringen mee. Zo ontdekken ze zelf wat ze interessant vinden en waar ze goed in zijn. De kansen liggen eigenlijk voor het oprapen.

Elk kind verdient dezelfde kansen. In het reguliere onderwijs, maar zeker ook daarbuiten. Zo pleit IJsbrand Jepma, senior onderzoeker bij Sardes, voor toegankelijker voor- en vroegschoolse educatie. En Karen Bos, directeur van Stadslink, richt zich op het bredere ‘lerend ecosysteem’.

‘Juist buiten school liggen ontwikkelkansen voor kinderen’

Meer lezen over gelijke kansen?

Deel deze pagina:

Hoe kun je als professional bijdragen aan gelijke kansen van kinderen die thuis onder langdurig stressvolle of onveilige omstandigheden opgroeien? In de eerder verschenen editie Gelijke kansen van Augeo magazine vind je handvatten daarvoor.

  • Opleidingsniveau van beide ouders/verzorgers en inkomen

  • Migratieachtergrond van ouders/verzorgers

  • De woonomgeving

  • Stabiliteit van de gezinssituatie

Kansenongelijkheid & vve

Het doel van voor- en vroegschoolse educatie: dat (zeer) jonge kinderen goed voorbereid aan de basisschool beginnen en hun kansen op academisch succes vergroten.

Welke groepen kinderen komen in aanmerking? Dit stellen de gemeenten samen met het onderwijs en de kinderopvang vast. De meeste programma’s richten zich op kinderen met een laag sociaaleconomische achtergrond.

Wat is het effect? Onderzoek laat zien dat vve een positieve impact kan hebben, specifiek voor kinderen uit gezinnen met een laag inkomen.

Meer informatie: kennisdossier Voor-en vroegschoolse educatie van het Nederlands Jeugdinstituut.

Uit onderzoek zijn een aantal factoren bekend die samenhangen met kansen(on)gelijkheid van jonge kinderen.

Deze factoren zijn:

De Nederlandse uitgave, getiteld ‘Een kwestie van karakter’, is alleen tweedehands verkrijgbaar.

Het sluit aan bij de Learning Dreams-gedachte van het creëren van een cultuur van leren in gezinnen en gemeenschappen, zeg maar buiten de muren van school, waar juist deze niet-cognitieve vaardigheden ontwikkeld worden.’

‘Het boek How children succeed van Paul Tough geeft inzicht in waarom 'goed onderwijs' alleen niet voldoende is als het gaat om het creëren van kansengelijkheid. Het zijn de niet-cognitieve vaardigheden - zoals doorzettingsvermogen, volharding, zelfvertrouwen, nieuwsgierigheid - die het verschil maken als kinderen hun ware potentieel willen bereiken.

Leestip van Karen Bos

‘Wie meer over gelijke kansen in het onderwijs wil lezen, adviseer ik de oratie van Eddie Denessen te lezen: Onderwijs en Sociale Ongelijkheid, uitgesproken op 8 maart 2024 bij de aanvaarding van zijn hoogleraarschap aan de Radboud Universiteit te Nijmegen.’

Leestip van Sijbrand Jepma

Bos ziet dat Learning Dreams werkt. En noodzakelijk is. ‘Want je kunt op school van alles leren, maar dat beklijft niet als het thuis overleven is. Daarom nemen we ook ouders mee in de aanpak, door ook hun dromen in ontwikkeling te zetten. We zien dat een lerende omgeving, thuis, in de buurt, waar dan ook, z’n vruchten afwerpt. Mensen hebben succeservaringen, krijgen plezier in leren en zichzelf ontwikkelen. Dat is het begin van een betere toekomst.’

Ze vertelt over het jochie, een thuiszitter, dat wilde leren rappen. Wie kon hem daarbij helpen? Uiteindelijk sprak hij met zijn coach af om ieder een rap te schrijven. Een week later had hij een schrift gekocht waarin hij al vijf raps had geschreven. De rijmwoorden had hij opgezocht in een woordenboek. ‘Fantastisch,’ aldus Bos. ‘Op school kregen ze hem niet aan het lezen of schrijven, maar dit paste bij zijn droom. Zo kwam hij op gang.’

Of de jongen die gek was van insecten. Thuis kon hij daar niks mee. De buurttuin nodigde hem uit om daar onder de stoeptegels te komen wroeten, de bieb bood hem insectenboeken aan. ‘Dát is precies wat we willen, een lerend ecosysteem. Deze jongen kan zijn nieuwsgierigheid bevredigen en zo verder groeien.’

Plezier in leren

Jongeren die de Learning Dreams-aanpak volgen, worden gestimuleerd om kansen te zien. Niet alleen op school, maar juist daarbuiten. Wil je leren pianospelen, vraag dan de bewoner van dat huis waar altijd pianomuziek klinkt of hij je iets wil leren. Of ga naar het station waar iedereen op de piano kan spelen. Bos: ‘De stad ligt vol mogelijkheden, maar we weten het vaak niet. En er komt durf bij kijken. Daar heb je hulp bij nodig, en dan komen wij om de hoek kijken.’

Karen Bos:

‘De stad ligt vol mogelijkheden, maar we weten het vaak niet’

In onze maatschappij maakt het veel uit hoe groot je sociaal kapitaal is, legt Bos uit. ‘Hoe meer toegang je hebt tot verschillende bubbels, hoe groter je kansen.’ Het netwerk is een van de drie pijlers waarvanuit Learning Dreams werkt. De andere twee zijn nieuwsgierigheid en doorzettingsvermogen/veerkracht. ‘Nieuwsgierigheid zit al vanaf de geboorte in elk mens. Of je gestimuleerd wordt die nieuwsgierigheid te gebruiken, hangt af van het gezin waarin je opgroeit. Als er armoede is, slechte huisvesting, dan speelt het stimuleren van nieuwsgierigheid een ondergeschikte rol. Dat zie je bij de jongen uit het voorbeeld, wiens ouders in een overleefstand stonden.’

Kansarm betekent volgens Bos niet weten hoe je kunt aansluiten bij de mogelijkheden die er wél liggen. Ofwel: het is een must om kansen te kunnen zien en te grijpen. ‘Groei je op met ouders die aansluiten bij jouw wensen en dromen, je nieuwsgierigheid aanwakkeren en ook nog eens een netwerk hebben, dan is het niet moeilijk om bijvoorbeeld een stageplek te vinden. Deze jongeren hebben thuis geleerd om over hun eigen grenzen heen te kijken, om zo naar oplossingen te zoeken. Als je niet uitgedaagd wordt, ga je je ook passiever opstellen.’

Kansen zien én grijpen

Karen Bos:

‘Hoe meer toegang je hebt tot verschillende bubbels, hoe groter je kansen’

De jongen kwam terecht bij Learning Dreams van Stadslink, een uit de VS overgewaaid programma dat inzet op een cultuur van leren en jezelf ontwikkelen in gezinnen en gemeenschappen. Het idee: sluit aan bij de droom van iemand en zoek naar mogelijkheden om die droom waar te maken. Samen met een vrijwillige of professionele coach zoekt de ‘dromer’ naar verbindingen met buurt- en stadsbewoners die helpend kunnen zijn.

Zo schreef deze jongen een brief aan de TU Delft. Ook heeft hij een stageplek proberen te regelen bij Tesla. Al liepen beide pogingen op niets uit, hij heeft er volgens Bos veel van geleerd. ‘Zijn zelfvertrouwen is gegroeid, zijn veerkracht toegenomen. Iemand nam zijn droom serieus en stimuleerde hem om die te onderzoeken. Hij weet nu welke stappen hij zelf kan zetten om aan zijn droom te werken. Hij heeft zijn opleiding afgemaakt, zijn rijbewijs gehaald en een garage gevonden waar hij boten en auto’s kan opknappen. Dat hij in zijn eigen buurt niet goed ligt, is nu geen issue meer. Hij kan een nieuw netwerk instappen doordat hij weet dat hij iets te bieden heeft.’

Aansluiten bij dromen

‘Maar belangrijker: op deze manier maken we onderscheid tussen verschillende groepen mensen,’ aldus Jepma. ‘Tussen werkenden en niet-werkenden. Tussen gezinnen waar thuis “iets aan de hand is” en waar dat niet het geval is. Iedereen moet kosteloos naar de vve kunnen. De basisschool is gratis, waarom de kinderopvang en vve dan niet? Voor deze kinderen, die thuis minder gestimuleerd worden zich te ontwikkelen, kan de voorschoolse educatie een gamechanger zijn.’

IJsbrand Jepma:

‘De basisschool is gratis, waarom de kinderopvang en vve dan niet?’

De vve-programma’s die er liggen zijn kwalitatief goed, vindt Jepma. De vier halve dagen die nu beschikbaar zijn, mogen volgens Jepma best uitgebreid worden. Maar waar hij zich zorgen over maakt, is de toegankelijkheid. Jepma vindt het cruciaal dat de vve-voorzieningen (en de kinderopvang) toegankelijk zijn voor iedereen. ‘Ouders die beiden werken, kunnen gebruikmaken van de kinderopvang zoveel ze willen. Ouders die niet allebei werken, kunnen gebruikmaken van de vve. Daarvoor moeten ze, net als voor de kinderopvang, een eigen, inkomensafhankelijke bijdrage betalen. En hoe laag dat bedrag soms ook is, het blijft toch een financiële drempel met administratieve lasten. Voor ouders met een laag inkomen is dit problematisch. We ontnemen hun jonge kinderen hierdoor kansen.’

Niet toegankelijk voor iedereen

Over al die factoren willen we het nu niet hebben. Het gaat juist om een bredere blik. Zoals de rol die de voor- en vroegschoolse educatie (vve), tegenwoordig onderdeel van de kinderopvang, kan spelen om kansen te vergroten. Jepma: ‘Hoe eerder kinderen zich ontwikkelen, hoe beter. De vve zorgt er bijvoorbeeld voor dat kinderen hun woordenschat vergroten en dat ze gestimuleerd worden om verder te denken, bijvoorbeeld: wat zou er gebeuren als je deze drie kleuren mengt?

Kinderen leren en ze beseffen dat ze iets kunnen. Hun wereld wordt opengetrokken, ze komen in aanraking met dingen die ze thuis niet zien. Hun ouders zijn vaak aan het overleven, en komen niet in het park of hebben geen geld voor een museum.’

Hij vertelt over de moeder met haar peuter die op weg naar de kinderopvang langs een vijver liep. Het meisje trok aan moeders arm en wees naar de eendjes in de vijver. ‘Vo, vo,’ riep ze. Moeder keek niet en sleurde het meisje mee. ‘Hier liggen dus kansen om nieuwe woorden te leren, maar zo’n moeder ziet dat niet. Een goede vve betrekt de ouders ook bij haar aanpak, zodat de ontwikkeling ook thuis doorgaat.’

Voor- en vroegschoolse educatie

Ze geeft als voorbeeld de jongen die in de wijk Transvaal buiten de boot viel bij de buurtgenoten. Ook op school paste hij niet helemaal. Hij droomde ervan om een snelle, nóg milieuvriendelijkere Tesla te bouwen. De buurtgenoten vonden zijn ideeën maar raar. ‘Was deze jongen in een witte, rijke buurt opgegroeid, dan hadden ze hem waarschijnlijk op handen gedragen met zijn duurzame plannen,’ aldus Bos.

Gelijke kansen beginnen niet op school, maar in het gezin, vindt Karen Bos. Daarmee is ze het eens met IJsbrand Jepma. Maar terwijl Jepma de oplossing zoekt in voorschoolse voorzieningen en onderwijs, kijkt Bos breder. ‘Leren gebeurt niet alleen op school, maar overal. Leren fietsen, leren vriendjes maken… Wij praten liever over een lerend ecosysteem.’ Bos is directeur van Stadslink, een organisatie in Den Haag die kwetsbare mensen ondersteunt bij het waarmaken van hun dromen en ambities door ze in contact te brengen met stadsgenoten.

Leren buiten het onderwijs

Die andere groep kinderen heeft ook potentieel en talent, maar hen moet je iets bieden om dat naar boven te halen. Zij zijn afhankelijk van een goed functionerend onderwijssysteem om hun talenten te ontdekken. Maar helaas hebben we een imperfect stelsel opgetuigd.’

Jepma doelt op de factoren in het onderwijs die kansengelijkheid eerder tegenwerken dan vergroten. De laatste jaren is er veel te doen geweest over die kansengelijkheid. Het gaat dan bijvoorbeeld over de vroege selectie, waarbij kinderen op hun 12e al in een bepaalde richting geduwd worden. En over de toename van categorale middelbare scholen, waardoor het lastig wordt om door te stromen naar een hoger niveau, en waardoor kinderen in homogene bubbels opgroeien.

IJsbrand Jepma:

‘Kinderen die van huis uit minder kansen hebben, hebben ook potentieel en talent. Hen moet je iets bieden om dat naar boven te halen’

IJsbrand Jepma is senior onderzoeker bij Sardes, dat streeft naar gelijke kansen in onderwijs. Hij schreef het boek Wat leert mijn kind bij jullie? Impact hebben op de volledige kindontwikkeling in de kinderopvang (2023). Zijn specialisatie ligt op het gebied van de kwaliteit van kinderopvang, voor- en vroegschoolse educatie, gelijke kansen en inclusief onderwijs.

Het verschil in ontwikkelingskansen tussen verschillende groepen kinderen is groot, zegt IJsbrand Jepma. ‘Als ik thuis in Amsterdam wegfiets, maakt het veel uit of ik de ene of de andere kant opga. Óf ik kom in een buurt terecht waar twee auto’s voor de deur staan, waar drie kranten op tafel liggen en waar men reisjes maakt naar Birma of Frankrijk. Óf ik kom in een wijk terecht waar laagopgeleide mensen in flats wonen, waar de televisie loeihard staat en kinderen en ouders een kleine woning delen.’

Het is een gechargeerd voorbeeld, benadrukt Jepma, maar het verschil is een feit. ‘Kinderen die in de welgestelde buurt opgroeien, krijgen veel meer ervaringen mee. Zo ontdekken ze zelf wat ze interessant vinden en waar ze goed in zijn. De kansen liggen eigenlijk voor het oprapen.

Karen Bos is oprichter en directeur van Stadslink. Als sociaal psycholoog is ze gespecialiseerd in samenlevingsopbouw en ze verdiepte zich in de positieve psychologie. In 2017 sloot Bos een partnership met Learning Dreams, een programma van de Universiteit van Minnesota. Bos leidt ook professionals van o.a. bibliotheken, PO en VO-scholen op tot Learning Dreams-specialisten.

Mariëlle van Bussel

7 min

Elk kind verdient dezelfde kansen. In het reguliere onderwijs, maar zeker ook daarbuiten. Zo pleit IJsbrand Jepma, senior onderzoeker bij Sardes, voor toegankelijker voor- en vroegschoolse educatie. En Karen Bos, directeur van Stadslink, richt zich op het bredere ‘lerend ecosysteem’.

‘Juist buiten school liggen ontwikkelkansen voor kinderen’

dubbelinterview

Augeo Magazine: Hét online tijdschrift over veilig opgroeien

Professionals en beleidsmakers bijpraten over de nieuwste ontwikkelingen, onderzoeken, dilemma’s en besluiten rond de veiligheid van kinderen. Dat doet Augeo Foundation al 15 jaar met onder andere e-learnings, bijeenkomsten en Augeo Magazine. Ons magazine verschijnt 5x per jaar. Meld je aan om gratis abonnee te worden.
Volledig scherm