Auteur: Annette Wiesman | Leestijd: 5,5 minuten
Hoe kunnen we kinderen uit gezinnen met problemen toch een veilige en liefdevolle start geven? ‘Wees de eerste jaren extra alert op het voorkomen van stress door verwaarlozing, armoede of geweld,’ zegt hoogleraar Tessa Roseboom.
‘De eerste 1000 dagen van een kind zijn doorslaggevend’
interview
Bekijk hier de animatie om te zien wat er allemaal gebeurt in die periode.
De eerste duizend dagen van een kinderleven, geteld vanaf het moment van de bevruchting tot de tweede verjaardag, zijn cruciaal voor de rest van ons leven. In geen enkele periode worden er meer biologische mijlpalen gehaald dan in die eerste duizend dagen.
Het belang van de eerste 1000 dagen
Tessa Roseboom is hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid aan de Universiteit van Amsterdam. Onlangs verscheen haar boek Gelijk goed beginnen, het praktische vervolg op De eerste 1000 dagen, over het belang van een goed begin vanuit biologisch, medisch en maatschappelijk perspectief.
Waarom zijn de eerste 1000 dagen zo belangrijk voor kinderen?
‘In de periode vanaf de conceptie tot het tweede jaar worden de organen aangelegd en is een kind heel gevoelig voor invloeden van buitenaf. De allereerste indrukken hebben veel impact. Als ouders niet consequent reageren op signalen van hun baby, maakt dat voor hem de wereld onvoorspelbaar en onveilig. Gebeurt dat wel, dan leert het kind dat er van hem gehouden en voor hem gezorgd wordt.’
Wat voor invloed hebben chronische stress, armoede en geweld tijdens de zwangerschap?
‘Ik heb onderzoek gedaan naar de vraag of stress van aanstaande ouders al vóór de geboorte een kind kan beïnvloeden. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Af en toe stress is niet schadelijk en hoort er zelfs bij, maar aanhoudende stress – bijvoorbeeld door armoede of geweld in de relatie – kan schadelijk zijn.
Stresshormonen uit het lichaam van de moeder vinden hun weg naar het kind. Bij tijdelijke stress onderschept de placenta een deel ervan, maar bij chronische stress lukt dat niet meer. Een hoge dosis stresshormonen bij de moeder beïnvloedt de breinontwikkeling en het stresssysteem van de baby. Dit kan blijvende gevolgen hebben voor de reactie van deze kinderen op stress later in hun leven, en het kan ze gevoeliger maken voor verslavingen en ongezond gedrag.’
En wat voor invloed heeft stress als het kind eenmaal geboren is?
Dat lastige gedrag wordt voor kinderen een soort olifantenpaadje dat ze steeds opnieuw bewandelen, waardoor het moeilijker wordt om in de maatschappij mee te komen en de wereld inderdáád voor hen geen veilige plek is.
Kinderen die te midden van geweld opgroeien, hebben daardoor een verhoogde kans om zelf later pleger te worden. Als je omgeving het bovendien normaal vindt om je te slaan of uit te schelden wanneer er iets aan de hand is, wordt het moeilijk om jezelf iets anders aan te leren.’
‘Wanneer het gezin vóór de geboorte niet zo’n veilige plek is, is het dat na de geboorte vaak ook niet. Ouders die stress hebben doordat er te weinig geld is voor eten of een dak boven hun hoofd, hebben minder ruimte in hun hoofd voor de behoeften van hun kind. Zeker als het kind “lastig” gedrag vertoont, zullen ze soms minder constructief reageren.
Deze kinderen vertonen, als zij opgroeien, vaker moeilijk gedrag en presteren slechter op school. Als een kind in zijn eerste levensjaren de boodschap meekrijgt dat de wereld een onveilige plek is, is het logisch dat het vooral voor zijn eigen belang opkomt en minder sociaal is.
‘Lastig gedrag wordt een soort olifantenpaadje dat een kind steeds opnieuw bewandelt’
Hoe stimuleren we ouders om voor een goede start te zorgen?
‘Prenatale zorg is erg op de aanstaande moeder gericht. Dat is een gemiste kans, want de partner kan al tijdens de zwangerschap bijdragen aan een goede start door een liefdevolle en veilige relatie met de moeder en door zijn contact met het ongeboren kind. Uit onderzoek (Haas en Hwang 2008 en Patnaik 2014) weten we dat als beide ouders vanaf het begin betrokken zijn bij de zorg voor hun kind, het zich beter ontwikkelt en de ouders tevredener zijn.
Het vijfdaagse vaderschapsverlof dat we sinds 2019 hebben, is een eerste stap, maar het is jammer dat vaders die het langere vaderschapsverlof opnemen, maar 70 procent van hun salaris krijgen. Daardoor kunnen gezinnen met een krap budget er minder gebruik van maken. Het lijken kleine dingen, maar ze hebben een groot effect.
Nederland heeft een sterke moederschapscultuur. We zouden meer moeten uitdragen dat vaders belangrijk zijn en dat het normaal is dat zij meekomen naar de zwangerschapscontroles en het consultatiebureau. Dat geldt ook voor de crèche. Als er iets met het kind is, wordt meestal de moeder gebeld, zelfs als de ouders het telefoonnummer van de vader hebben opgegeven. Dat vaders vaak buitenspel staan, is niet alleen voor henzelf, maar ook voor kinderen een enorm gemis.’
In de zorg voor aanstaande ouders is daar relatief weinig aandacht voor. Professionals schrikken er soms voor terug om dit soort gevoelige onderwerpen aan te snijden. Er bestaan prima gesprekstechnieken om dit op een niet-bedreigende manier aan te kaarten. Je kunt zeggen: “We weten dat chronische stress, bijvoorbeeld door relatie- of financiële problemen, het soms moeilijk maakt om de ouder te zijn die je wilt zijn. Hoe is dat bij jou?”’
Ook zouden we als maatschappij minder snel moeten oordelen. Over moeders die wel of niet borstvoeding geven of fulltime werken, bijvoorbeeld. Als een ouder zich veroordeeld voelt, geeft dat extra stress. We zouden moeten zeggen: ouderschap is mooi én moeilijk, en het kan op veel verschillende manieren ingevuld worden.’
‘Professionals schrikken er soms voor terug om gevoelige onderwerpen aan te snijden’
Wat kun je als professional doen om een betere start te faciliteren?
‘Een slechte start is voor een groot deel te voorkomen als je mensen helpt bij het zich voorbereiden op het ouderschap. Veel hulp aan ouders richt zich alleen op praktische zaken. Maar je zou ze óók moeten vragen: wat wil je meegeven aan je eigen kind wat je zelf in je jeugd hebt gemist? Zit je goed in je vel? En neem je bepaalde ballast mee uit je jeugd, die aandacht behoeft voordat je zelf kinderen gaat opvoeden?
‘Uit onderzoek in Nieuw-Zeeland blijkt dat een kleine groep van 20 procent van de bevolking verantwoordelijk is voor 80 procent van maatschappelijke kosten als uitkeringen, ziektekosten en justitie. Deze mensen hadden één ding gemeen: een valse start vóór hun vijfde verjaardag, waardoor ze, zonder dat ze daar zelf schuld aan hadden, op latere leeftijd veel extra ondersteuning behoefden. Bij hen speelden een of meer van deze risicofactoren: opgroeien met één ouder, een ouder met mentale gezondheidsproblemen en opgroeien in armoede. De resultaten werden bevestigd in Denemarken. Dit laat zien dat op verschillende plekken van de wereld een stressvolle start van kinderen grote maatschappelijke gevolgen heeft.’
Wat zijn de maatschappelijke gevolgen, bijvoorbeeld voor de zorg?
‘We hebben er allemaal baat bij om invloeden die vroeg spelen op te lossen’
En dan hebben we het nog niet over de maatschappelijke kosten waarop bespaard kan worden door een afname van de criminaliteit en een grotere onderwijs- en arbeidsdeelname. Ook uit het bekende onderzoek naar adverse childhood experiences, de ACE’s, blijkt dat invloeden die vroeg spelen, ook later in het leven een groot effect kunnen hebben. We hebben er allemaal baat bij om dat op te lossen.’
‘We moeten de kansenongelijkheid niet accepteren. Zoals Muhammad Yunus, de grondlegger van de microkredieten, zei: “Arme mensen zijn als bonsaiboompjes: hun zaadje is hetzelfde, maar de bodem is schraal.” Mensen die zijn opgegroeid op een schrale voedingsbodem, ontwikkelen zich minder goed. De verschillen lijken in het begin van het leven klein, maar in de loop van het leven kunnen ze zich opstapelen. Daar kunnen we wat aan doen. Het is niet in een jaar opgelost, maar dat neemt niet weg dat we het moeten proberen.
Sommige mensen zeggen: we leven nu eenmaal in een ongelijke maatschappij.
Op landelijk niveau trekken de overheid, zorgprofessionals, verschillende (vrijwilligers)organisaties en de Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF) al langere tijd samen op. In verschillende samenwerkingsverbanden wordt hard gewerkt aan de realisatie van een goede en gezonde start. Bekijk hier informatie voor ouders van het programma van de Gezonde Generatie
Samen naar de gezondste generatie
Welke concrete adviezen geef je professionals graag mee?
‘Kijk naar het brede plaatje. Denk als zorgprofessional niet: ik kan er niks aan doen dat er schimmel op de muren staat en dat er te veel alcohol wordt gedronken, maar probeer passende hulp in te schakelen. Ook in opleidingen zou meer aandacht mogen komen voor die brede blik.
Bied niet alleen de voor de hand liggende zorg of hulp aan een gezin, maar vraag ook: hoe gaat het in uw relatie? En op het werk? Zijn er zorgen waar we over moeten praten? Benoem dat je als professional samen met de ouders het kind een kansrijke start wilt geven, en dat de ouders dus niet alles alleen hoeven te doen.’
Auteur: Annette Wiesman | Leestijd: 5,5 minuten
Hoe kunnen we kinderen uit gezinnen met problemen toch een veilige en liefdevolle start geven? ‘Wees de eerste jaren extra alert op het voorkomen van stress door verwaarlozing, armoede of geweld,’ zegt hoogleraar Tessa Roseboom.
‘De eerste 1000 dagen van een kind zijn doorslaggevend’
interview
‘In de periode vanaf de conceptie tot het tweede jaar worden de organen aangelegd en is een kind heel gevoelig voor invloeden van buitenaf. De allereerste indrukken hebben veel impact. Als ouders niet consequent reageren op signalen van hun baby, maakt dat voor hem de wereld onvoorspelbaar en onveilig. Gebeurt dat wel, dan leert het kind dat er van hem gehouden en voor hem gezorgd wordt.’
Waarom zijn de eerste 1000 dagen zo belangrijk voor kinderen?
Tessa Roseboom is hoogleraar Vroege ontwikkeling en gezondheid aan de Universiteit van Amsterdam. Onlangs verscheen haar boek Gelijk goed beginnen, het praktische vervolg op De eerste 1000 dagen, over het belang van een goed begin vanuit biologisch, medisch en maatschappelijk perspectief.
Bekijk hier de animatie om te zien wat er allemaal gebeurt in die periode.
De eerste duizend dagen van een kinderleven, geteld vanaf het moment van de bevruchting tot de tweede verjaardag, zijn cruciaal voor de rest van ons leven. In geen enkele periode worden er meer biologische mijlpalen gehaald dan in die eerste duizend dagen.
Het belang van de eerste 1000 dagen
‘Ik heb onderzoek gedaan naar de vraag of stress van aanstaande ouders al vóór de geboorte een kind kan beïnvloeden. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Af en toe stress is niet schadelijk en hoort er zelfs bij, maar aanhoudende stress – bijvoorbeeld door armoede of geweld in de relatie – kan schadelijk zijn.
Stresshormonen uit het lichaam van de moeder vinden hun weg naar het kind. Bij tijdelijke stress onderschept de placenta een deel ervan, maar bij chronische stress lukt dat niet meer. Een hoge dosis stresshormonen bij de moeder beïnvloedt de breinontwikkeling en het stresssysteem van de baby. Dit kan blijvende gevolgen hebben voor de reactie van deze kinderen op stress later in hun leven, en het kan ze gevoeliger maken voor verslavingen en ongezond gedrag.’
Wat voor invloed hebben chronische stress, armoede en geweld tijdens de zwangerschap?
Dat lastige gedrag wordt voor kinderen een soort olifantenpaadje dat ze steeds opnieuw bewandelen, waardoor het moeilijker wordt om in de maatschappij mee te komen en de wereld inderdáád voor hen geen veilige plek is.
Kinderen die te midden van geweld opgroeien, hebben daardoor een verhoogde kans om zelf later pleger te worden. Als je omgeving het bovendien normaal vindt om je te slaan of uit te schelden wanneer er iets aan de hand is, wordt het moeilijk om jezelf iets anders aan te leren.’
‘Lastig gedrag wordt een soort olifantenpaadje dat een kind steeds opnieuw bewandelt’
‘Wanneer het gezin vóór de geboorte niet zo’n veilige plek is, is het dat na de geboorte vaak ook niet. Ouders die stress hebben doordat er te weinig geld is voor eten of een dak boven hun hoofd, hebben minder ruimte in hun hoofd voor de behoeften van hun kind. Zeker als het kind “lastig” gedrag vertoont, zullen ze soms minder constructief reageren.
Deze kinderen vertonen, als zij opgroeien, vaker moeilijk gedrag en presteren slechter op school. Als een kind in zijn eerste levensjaren de boodschap meekrijgt dat de wereld een onveilige plek is, is het logisch dat het vooral voor zijn eigen belang opkomt en minder sociaal is.
En wat voor invloed heeft stress als het kind eenmaal geboren is?
‘Prenatale zorg is erg op de aanstaande moeder gericht. Dat is een gemiste kans, want de partner kan al tijdens de zwangerschap bijdragen aan een goede start door een liefdevolle en veilige relatie met de moeder en door zijn contact met het ongeboren kind. Uit onderzoek (Haas en Hwang 2008 en Patnaik 2014) weten we dat als beide ouders vanaf het begin betrokken zijn bij de zorg voor hun kind, het zich beter ontwikkelt en de ouders tevredener zijn.
Het vijfdaagse vaderschapsverlof dat we sinds 2019 hebben, is een eerste stap, maar het is jammer dat vaders die het langere vaderschapsverlof opnemen, maar 70 procent van hun salaris krijgen. Daardoor kunnen gezinnen met een krap budget er minder gebruik van maken. Het lijken kleine dingen, maar ze hebben een groot effect.
Nederland heeft een sterke moederschapscultuur. We zouden meer moeten uitdragen dat vaders belangrijk zijn en dat het normaal is dat zij meekomen naar de zwangerschapscontroles en het consultatiebureau. Dat geldt ook voor de crèche. Als er iets met het kind is, wordt meestal de moeder gebeld, zelfs als de ouders het telefoonnummer van de vader hebben opgegeven. Dat vaders vaak buitenspel staan, is niet alleen voor henzelf, maar ook voor kinderen een enorm gemis.’
Hoe stimuleren we ouders om voor een goede start te zorgen?
In de zorg voor aanstaande ouders is daar relatief weinig aandacht voor. Professionals schrikken er soms voor terug om dit soort gevoelige onderwerpen aan te snijden. Er bestaan prima gesprekstechnieken om dit op een niet-bedreigende manier aan te kaarten. Je kunt zeggen: “We weten dat chronische stress, bijvoorbeeld door relatie- of financiële problemen, het soms moeilijk maakt om de ouder te zijn die je wilt zijn. Hoe is dat bij jou?”’
Ook zouden we als maatschappij minder snel moeten oordelen. Over moeders die wel of niet borstvoeding geven of fulltime werken, bijvoorbeeld. Als een ouder zich veroordeeld voelt, geeft dat extra stress. We zouden moeten zeggen: ouderschap is mooi én moeilijk, en het kan op veel verschillende manieren ingevuld worden.’
‘Professionals schrikken er soms voor terug om gevoelige onderwerpen aan te snijden’
‘Een slechte start is voor een groot deel te voorkomen als je mensen helpt bij het zich voorbereiden op het ouderschap. Veel hulp aan ouders richt zich alleen op praktische zaken. Maar je zou ze óók moeten vragen: wat wil je meegeven aan je eigen kind wat je zelf in je jeugd hebt gemist? Zit je goed in je vel? En neem je bepaalde ballast mee uit je jeugd, die aandacht behoeft voordat je zelf kinderen gaat opvoeden?
Wat kun je als professional doen om een betere start te faciliteren?
‘Uit onderzoek in Nieuw-Zeeland blijkt dat een kleine groep van 20 procent van de bevolking verantwoordelijk is voor 80 procent van maatschappelijke kosten als uitkeringen, ziektekosten en justitie. Deze mensen hadden één ding gemeen: een valse start vóór hun vijfde verjaardag, waardoor ze, zonder dat ze daar zelf schuld aan hadden, op latere leeftijd veel extra ondersteuning behoefden. Bij hen speelden een of meer van deze risicofactoren: opgroeien met één ouder, een ouder met mentale gezondheidsproblemen en opgroeien in armoede. De resultaten werden bevestigd in Denemarken. Dit laat zien dat op verschillende plekken van de wereld een stressvolle start van kinderen grote maatschappelijke gevolgen heeft.’
Wat zijn de maatschappelijke gevolgen, bijvoorbeeld voor de zorg?
En dan hebben we het nog niet over de maatschappelijke kosten waarop bespaard kan worden door een afname van de criminaliteit en een grotere onderwijs- en arbeidsdeelname. Ook uit het bekende onderzoek naar adverse childhood experiences, de ACE’s, blijkt dat invloeden die vroeg spelen, ook later in het leven een groot effect kunnen hebben. We hebben er allemaal baat bij om dat op te lossen.’
‘We hebben er allemaal baat bij om invloeden die vroeg spelen op te lossen’
‘We moeten de kansenongelijkheid niet accepteren. Zoals Muhammad Yunus, de grondlegger van de microkredieten, zei: “Arme mensen zijn als bonsaiboompjes: hun zaadje is hetzelfde, maar de bodem is schraal.” Mensen die zijn opgegroeid op een schrale voedingsbodem, ontwikkelen zich minder goed. De verschillen lijken in het begin van het leven klein, maar in de loop van het leven kunnen ze zich opstapelen. Daar kunnen we wat aan doen. Het is niet in een jaar opgelost, maar dat neemt niet weg dat we het moeten proberen.
Sommige mensen zeggen: we leven nu eenmaal in een ongelijke maatschappij.
Op landelijk niveau trekken de overheid, zorgprofessionals, verschillende (vrijwilligers)organisaties en de Samenwerkende Gezondheidsfondsen (SGF) al langere tijd samen op. In verschillende samenwerkingsverbanden wordt hard gewerkt aan de realisatie van een goede en gezonde start. Bekijk hier informatie voor ouders van het programma van de Gezonde Generatie
Samen naar de gezondste generatie
‘Kijk naar het brede plaatje. Denk als zorgprofessional niet: ik kan er niks aan doen dat er schimmel op de muren staat en dat er te veel alcohol wordt gedronken, maar probeer passende hulp in te schakelen. Ook in opleidingen zou meer aandacht mogen komen voor die brede blik.
Bied niet alleen de voor de hand liggende zorg of hulp aan een gezin, maar vraag ook: hoe gaat het in uw relatie? En op het werk? Zijn er zorgen waar we over moeten praten? Benoem dat je als professional samen met de ouders het kind een kansrijke start wilt geven, en dat de ouders dus niet alles alleen hoeven te doen.’
Welke concrete adviezen geef je professionals graag mee?