Augeo magazine is hét online tijdschrift over veilig opgroeien. Via opiniërende bijdragen, ervaringsverhalen, interviews en columns stimuleren we de discussie over en maatschappelijke betrokkenheid bij kindermishandeling. Uitgever: Augeo.
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016
Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016
Kindermishandeling samen aanpakken
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016
De meldcode aanpassen: kans of risico?
Jaaroverzicht 2015
Pleegzorg: samen in verscheidenheid
De kindcheck voor medici - Signalen van ouders
Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN
Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift
Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur
Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid
Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs
Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs
Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten
Jaaroverzicht
Kinderrechten
Onderwijs
Inzicht in ouderschap
Gezondheidszorg
Kinderopvang
KindCheck juni 2014
TKM gemeenten april 2014
TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling
TKM-onderwijs - januari 2014
TKM-Jaaroverzicht 2013
TKM-Huwelijksdwang
TKM-Professionalisering
TKM-Meldcode
TKM-Herstel na trauma
TKM-onderwijs: Meldcode en hulp
TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg
TKM-onderwijs: Communiceren
TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling
TKM Armoede februari 2013
Verwaarlozing TKM december 2012
Seksueel misbruik
Special Commissie Samson
TKM special Prinsjesdag 2012
TKM special: verkiezingen 2012
Juni Tijdschrift Kindermishandeling
April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling
Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)
PRAKTIJK
AUGEO MAGAZINE - HET ONLINE TIJDSCHRIFT OVER VEILIG OPGROEIEN
DOWNLOAD PDF
OVERZICHT
REACTIES
REAGEER OP DIT ARTIKEL
1. WEES JE BEWUST VAN DE INVLOED VAN CHRONISCHE STRESS
In je werk heb je contact met kinderen die chronische stress meemaken of hebben meegemaakt. In veel gevallen kun je dat aan hun gedrag merken. Een deel van de kinderen gedraagt zich door de spanning thuis heel druk of agressief. Een ander deel is juist heel stil en teruggetrokken. Veel kinderen hebben concentratieproblemen, waardoor ze niet aan leren toekomen.
Innerlijke pijn
Dit gedrag relateer je in eerste instantie misschien niet aan hun ervaringen thuis. Toch is ongepast gedrag vaak een uiting van een oplopend gevoel van onveiligheid, waar kinderen geen andere oplossing voor weten. Als professional kun je kinderen daarbij helpen door te erkennen dat stress de oorzaak kan zijn van hun gedrag. Pas als je hun innerlijke pijn ziet, kun je helpen de stress te laten zakken.
Daarnaast is er ook een groep kinderen aan wie je niets merkt. Deze kinderen doen hun uiterste best niet op te vallen. Ze passen zich aan en laten niets zien. Terwijl ze wel veel stress en onveiligheid ervaren. Ook deze kinderen hebben het nodig dat je bereid bent hun innerlijke pijn te zien. Bij elk kind moet je openstaan voor de mogelijkheid dat het ingrijpende gebeurtenissen heeft meegemaakt.
2. ZORG VOOR EEN FYSIEK VEILIGE OMGEVING
Veel kinderen die chronische stress meemaken, zijn hyperalert. Ze lijken voortdurend op hun hoede voor (nieuw) gevaar en kunnen angstig reageren op gewone prikkels zoals het geluid van het sluiten van een deur. Sommige kinderen overschreeuwen die angst met druk of agressief gedrag. Om dit soort basale gevoelens van angst tot een minimum te beperken, is het belangrijk dat jouw werkomgeving veilig aanvoelt voor deze kinderen.
Door de knieën
Vanuit het perspectief van een jong kind kan jouw werkplek heel overweldigend zijn. Ga eens door je knieën en bekijk de omgeving bijvoorbeeld vanuit een vijfjarige: wat ziet het kind, wat komt het vanaf de ingang onderweg tegen? Steken er dingen uit waarvan het kan schrikken? Denk aan kabels uit het plafond, punten aan een balie, uitsteeksels uit een muur. Zijn kasten afgesloten? Zijn spullen netjes opgeborgen of kunnen deze onverwacht ergens uitvallen? Bekijk posters en schilderijen die je hebt opgehangen eens met de bril van een kind of een jongere die zich onveilig voelt.
En kan het kind kiezen of hij in jouw werkruimte met zijn rug naar de deur wil zitten of juist niet? Is er een ‘vluchtroute’ als hij weg wil? Kunnen er zomaar onbekenden binnenlopen? Welke afspraken zijn daarover? Kan een kind ergens even ontspannen? Is er een ruimte om te lopen in de kamer?
Veilige plek
Als je met groepen werkt, zoals in het onderwijs of de kinderopvang, is het goed om een veilige plek in het lokaal te creëren, waar kinderen zich kunnen terugtrekken. Denk bijvoorbeeld aan een hutje met knuffels voor kleuters, een bank of een loungekussen met dekens voor oudere kinderen. In sommige lokalen is een vide mogelijk, waar zij zich even kunnen terugtrekken en afsluiten van de prikkels van de andere kinderen.
Leg uit dat deze plek bedoeld is voor kinderen die even tot rust moeten komen. Maak afspraken wanneer kinderen deze plek mogen gebruiken. Leg ook uit dat iedereen een kind dat op de veilige plek zit met rust laat; het is geen ontmoetingsplek.
3. WEES BETROUWBAAR
Door hun ervaringen met onveilige of onvoorspelbare volwassenen, wantrouwen sommige kinderen alle volwassenen. Daardoor reageren ze angstig en afwerend op jou of kijken je niet aan. Of ze reageren juist boos en opstandig, terwijl jij het kind geen kwaad wilt doen en juist wilt helpen.
Rustig reageren
Wees voorbereid op wantrouwen en laat je er niet door afschrikken. Bedenk dat het niets met jou te maken heeft: het kind voelt zich onveilig en is niet gewend volwassenen te vertrouwen. Door de reactie van het kind te accepteren en rustig te reageren, help je het kind positieve ervaringen op te doen en zo gaandeweg negatieve associaties met volwassenen om te vormen.
Voor alle kinderen is het belangrijk dat je betrouwbaar en voorspelbaar bent, dat je rustig reageert, positief bent en belangstelling hebt. Voor kinderen die chronische stress meemaken is dat nóg belangrijker. Bij deze kinderen moet je je nog bewuster zijn van je houding en bejegening en uitgesproken betrouwbaar zijn.
Structuur en uitleg
Geef het kind houvast door veel structuur en uitleg te geven. Als je in het onderwijs of in de kinderopvang werkt, leg je bijvoorbeeld elke kleine afwijking van de dagelijkse routine uit. Doe niet spontaan een spelletje, maar bereid een kind voor, maak de overgang tussen de lessen of activiteiten en de speelpauze voorspelbaar, vertel een kind lang van tevoren over een gepland uitje. Dat vergroot zijn gevoel van veiligheid.
Ook als arts of verpleegkundige vertel je precies wat een kind kan verwachten. Leg op zijn niveau uit wat je gaat doen en waarom je dat doet. Zo maak je jullie contact voor het kind overzichtelijk en voorspelbaar en help je zijn gevoel van veiligheid te vergroten.
4. HELP EMOTIES TE BEGRIJPEN EN TE ZAKKEN
Hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze met gevoelens en impulsen kunnen omgaan. Emotionele uitbarstingen, zoals kleuters nog veelvuldig hebben, komen minder vaak voor. Bij veel kinderen die opgroeien met chronische stress ligt dat anders. Zij hebben niet geleerd welke emoties gepast zijn in welke situatie. Ook als zij ouder zijn, kunnen ze moeite hebben emoties te begrijpen en hun impulsen te reguleren.
Benoem emoties
Als professional kun je een kind helpen door uitleg te geven over emoties. Dat doe je door te benoemen welke emotie je denkt te zien en te bevestigen dat dat een heel normale reactie is. Als arts of verpleegkundige kun je bijvoorbeeld tegen een kind zeggen: ‘Ik zie dat je een beetje bang bent. Klopt dat? Misschien denk je wel: “Wat gaat die dokter allemaal doen? Ik wil hier weg.” Het is logisch dat je het spannend vindt om hier te zijn; alle kinderen vinden een nieuwe situatie een beetje spannend.’
Helpen kalmeren
Ook bij een emotionele uitbarsting kun jij van betekenis zijn. Help het kind te kalmeren door bijvoorbeeld samen een paar keer diep in- en uit te ademen, voeten op de grond, schouders naar beneden. Praat rustig tegen het kind en zeg bijvoorbeeld dat het hier veilig is, dat je bij hem bent, dat het oké is. Vaak duurt het even, maar als je in contact blijft en zelf rustig bent, zal de emotie langzaam zakken.
Daarna kun je verder praten en het kind helpen manieren te zoeken waarop hij zelf rustig kan worden. Stel vragen als: ‘Wat heeft jou in eerdere situaties geholpen je rustiger te voelen? Helpt het om met iemand te praten? Met wie dan? Of helpt het om te sporten, te tekenen, in je dagboek te schrijven, naar muziek te luisteren, met je huisdier te spelen?’
Kalmeringsdoos
Een ‘kalmeringsdoos’ kan het kind inspiratie bieden. Doe daarin allerlei spulletjes die kalmerend kunnen zijn: een takje lavendel om aan te ruiken, een doekje om mee te frummelen, mooie dingen om te bekijken en aan te raken, een boekje met korte gedichtjes om te lezen. Laat het kind er iets uitkiezen en laat het zich daarop concentreren.
5. STUUR EEN KIND NIET WEG
Door de innerlijke pijn en stress die een kind voelt, kan het zich ongepast gedragen. De uitdaging is om dit gedrag niet af te wijzen of te bestraffen. Daarmee bezorg je het kind nog meer stress en onveiligheid. Vraag kinderen ook niet waarom ze zich zo gedragen: dat weten ze vaak zelf niet. Je krijgt geen antwoord en kinderen raken er alleen maar van in de war.
Grenzen stellen
Je helpt kinderen door hun gedrag te begrenzen. Let erop dat je rustig bent als je dat doet. Zeg duidelijk dat je wilt dat een kind met bepaald gedrag stopt en welke consequentie het heeft als hij dat niet doet. Vertel ook welk gedrag je wél wilt zien. Als een kind druk door de klas springt, kun je bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik wil dat je stopt met rondrennen. Ik wil graag dat je gaat zitten op je stoel. Als het je niet lukt om rustig te gaan zitten, dan moet je even bij mij komen.’
In contact blijven
Stuur een kind niet weg: dat voelt het als een afwijzing, terwijl het behoefte heeft aan veiligheid en geborgenheid. Zorg dat je in contact blijft met het kind en dat het onderdeel blijft van de groep, door het bijvoorbeeld naast jou te laten zitten of ervoor te zorgen dat er een veilige plek in de klas is waar hij zich even terug kan trekken. Zo help je een kind zijn emoties en gedrag te reguleren.
Gedrag zal niet van de ene op de andere dag veranderen, maar als elke professional op dezelfde, rustige en positieve manier reageert, leert het kind te begrijpen wat er gebeurt als zijn stress te hoog oploopt en zal het langzaamaan leren zijn gedrag te beheersen. Ook als je vluchtig contact met een kind hebt, kun je hierin van betekenis zijn. Want elke positieve ervaring is er één.
6. BIED KEUZE EN CONTROLE
Kinderen die chronische stress meemaken, voelen zich vaak machteloos. Dat komt door de onvoorspelbaarheid en dreiging thuis, waardoor zij nooit weten wat ze kunnen verwachten. Of doordat hun ouders hen juist te veel controleren, waardoor ze niets zelf kunnen bepalen zonder bijvoorbeeld straf te krijgen.
Keuzes bieden
Als professional kun je kinderen helpen door hen een gevoel van controle te geven. Dat doe je door hen, binnen de kaders die nodig zijn in jouw werk of die jij hebt gesteld, keuzes te bieden.
Op school of in de kinderopvang kun je een kind bijvoorbeeld uit twee dingen laten kiezen: ‘Er zijn twee kleuren schriften, wil je de rode of de blauwe?’ of ‘Er zijn twee soorten fruit: wil je een appel of een banaan?’ ‘Ik wil graag dat je je werk afmaakt. Dat kun je nu doen of na de pauze.’
Als arts of verpleegkundige kun je bijvoorbeeld tegen een kind zeggen: ‘Klim je zelf op de onderzoekstafel of zal ik je erop tillen?’, ‘Wil je tegenover mij zitten of naast mij?’.
Als kinderen een beetje controle hebben over de situatie, vergroot dat hun gevoel van veiligheid en kan hun zelfvertrouwen groeien.
Taakje geven
Je kunt het kind ook een gevoel van controle geven door het bijvoorbeeld een taakje te geven of iets te laten doen waar het goed in is. Als een kind van de natuur houdt, laat het dan de vissen of de plantjes verzorgen. Als het goed kan tekenen, laat het dan eens een raamdecoratie maken. Het zelfvertrouwen van een kind zal hierdoor groeien.
7. GEEF PERSOONLIJKE AANDACHT
Alle kinderen willen gezien worden. Mensen zijn sociale wezens en hebben sociale contacten nodig om te functioneren. Kinderen die thuis te weinig aandacht of liefde krijgen, voelen zich vaak waardeloos en onzichtbaar. Voor hen is het extra belangrijk dat je contact maakt.
Persoonlijke aandacht
Geef het kind bij binnenkomst een hand, heet het welkom, noem het bij de naam, maak een complimentje over iets dat het aan heeft of bij zich heeft. Dat geeft het kind het gevoel dat het bestaat, dat het ertoe doet en deel uitmaakt van een groter geheel.
Complimentjes
Geef veel kleine complimenten. Zeker complimenten die persoonlijk en specifiek zijn, kunnen gevoelens van hulpeloosheid en waardeloosheid helpen verkleinen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik vind het knap van jou dat ’ of ‘Wat goed van jou dat ’. Een te groot of algemeen compliment (zoals: ‘Wat ben jij flink’) zal een kind niet geloven, als hij thuis vaak gehoord of gevoeld heeft dat hij er niet toe doet.
De kracht van herhaling
Het kan zijn dat kinderen niet reageren op je groet, je complimenten of aandacht. Zeker verwaarloosde kinderen kunnen het moeilijk vinden om aandacht te krijgen, omdat het contrast met thuis zo groot is. Doe het daarom niet al te uitbundig of overdreven: dat kan een kind het gevoel geven dat je het in een uitzonderingspositie plaatst, wat zijn gevoelens van onzekerheid alleen maar vergroot. En ook al lijkt jouw aandacht geen effect te hebben, blijf toch volhouden. Het kind hoort je wel en door de kracht van herhaling zal hij langzaam gaan geloven dat hij er mag zijn.
8.VRAAG TOESTEMMING VOORDAT JE IEMAND AANRAAKT
Aanraken is functioneel en helend. Kinderen ontwikkelen zich door liefdevolle aanraking en de stress gaat erdoor omlaag. De meeste kinderen vinden het fijn om door een betrouwbare volwassene aangeraakt te worden: ze associëren het met affectie. Voor kinderen die zich thuis onveilig voelen, kan dat anders zijn. Fysiek contact is voor hen verbonden met negatieve gevoelens en knuffelen is dan niet vanzelfsprekend. Ook al is een aanraking kalmerend bedoeld, toch kan het voor deze kinderen stressvol zijn.
Creatieve oplossingen
Dat betekent niet dat je kinderen die chronische stress meemaken niet moet aanraken. Dat kun je ook niet altijd vermijden. Als arts of verpleegkundige moet je dat vanuit je professie immers doen. Vertel in die gevallen altijd dat je een kind gaat aanraken. En vraag toestemming, ook als je het sowieso moet doen. Als een kind zegt dat het niet aangeraakt wil worden, zoek dan samen naar een manier om jouw werk toch te kunnen doen. Kinderen komen vaak met heel creatieve oplossingen. Soms vinden ze het fijn om hun aandacht op iets anders te richten, een mooie poster of een boekje, of kunnen ze zelf iets doen, zoals op een knopje drukken. Het kan ook helpen om af te tellen of een liedje te zingen.
Ook als leerkracht of pedagogisch medewerker vraag je toestemming om een kind aan te raken. Als een kind verdrietig is, kun je bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik zou nu graag een arm om je heen slaan om je te troosten. Vind je dat goed?’. Zorg ervoor dat je een kind niet onverwacht aanraakt, dat je niet achter hem staat en een aai over zijn bol geeft als hij dat niet verwacht.
Aftasten
Een eenduidig antwoord op de vraag of je een kind aanraakt of niet is er niet; dat verschilt per kind en per professional. Tast altijd af bij het kind wat kan en wat niet. Respecteer de grens die een kind aangeeft altijd. En voel je eigen grenzen goed aan: kinderen die thuis te weinig liefde en aandacht krijgen, kunnen ook te ver gaan en bijvoorbeeld te dichtbij zitten of steeds op schoot kruipen. Kinderen moeten leren wat gezien de situatie gepast is en wat niet.
En tot slot: raak een kind alleen aan als je zelf rustig bent. Een kind voelt het als je boos bent of zenuwachtig en zal je aanraking dan niet als troostend of helend ervaren.
Lees hier een artikel over het aanraken van kinderen.
BRONNEN
Bath, H. (2015), The Three Pillars of TraumaWise Care: Healing in the Other 23 Hours. In: Reclaiming children and youth, 23,4,5-11
Coppens, L., Schneijderberg, M., Kregten, C. van (2016), Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen. Een praktisch handboek voor het basisonderwijs, Amsterdam, SWP
Downey, L (2007), Calmer Classrooms. A Guide to Working with Traumatised Children. Melbourne, Victoria, Australia, Child Safety Commissioner
STRESS EN CHRONISCHE STRESS
Stress hoort bij het leven, ook bij dat van kinderen. Een eerste schooldag is voor veel kinderen spannend, maar als ze leren hoe ze met deze spanning kunnen omgaan, worden ze daar sterker van. Ook nare gebeurtenissen zijn onvermijdelijk: kinderen maken een ernstig ongeluk mee, een dierbare overlijdt of hun ouders gaan scheiden. Een kind hoeft daar geen schade van te ondervinden als er een volwassene in zijn leven is die hem kan helpen de situatie te begrijpen en om te gaan met de gevoelens van stress.
Er zijn echter ook kinderen die ongezonde stress meemaken. Stress die langdurig en ernstig is, en waar geen betrouwbare volwassene aanwezig is die hen daartegen beschermt. Het gaat dan bijvoorbeeld om kinderen die thuis mishandeld, verwaarloosd of seksueel misbruikt worden, die ouders hebben die met veel ruzie en geweld van elkaar scheiden, die een ouder hebben die ernstig verslaafd is of psychiatrische problemen heeft, of die op school gepest worden. Dat noemen we chronische stress.
Alarmbel
Het stresssysteem van kinderen die chronische stress meemaken is ontregeld: zij zijn voortdurend op hun hoede en voorbereid op gevaar. Zelfs wanneer er geen gevaar dreigt. Dat komt door de natuurlijke reactie van mensen op gevaar. Als kinderen iets schokkends meemaken, gaat er een alarmbel af in de hersenstam. Dit mechanisme zorgt ervoor dat een kind binnen enkele milliseconden het gevaar kan inschatten en kan beslissen wat het moet doen: vechten, vluchten of niets (bevriezen).
Bij chronische stress gaat de alarmbel constant af en raakt het kind eraan gewend om steeds alert te zijn. Dit helpt het kind overeind te blijven in een bedreigende omgeving. De keerzijde is dat ook niet-bedreigende prikkels, zoals een onverwacht geluid of een liefdevolle aanraking, die automatische alarmreacties in werking stellen. En als dat heel vaak gebeurt, raakt het stresssysteem in de war. Met als gevolg dat het kind óf te veel voelt óf helemaal niets.
STRESS EN CHRONISCHE STRESS
Acht tips om chronische stress te verlagen
AUTEUR: EDITH GEURTS
FOTO: iSTOCK
BRONNEN
Bas woont alleen met zijn alcoholverslaafde moeder. De vader van Tessa en Marijn is gewelddadig. Youssouf is met zijn broer uit Eritrea gevlucht en woont in een azc. Allemaal kinderen die thuis chronische stress meemaken, met grote gevolgen voor hun ontwikkeling. Maar als professional kun jij kinderen helpen die stress te verlagen.
1. WEES JE BEWUST VAN CHRONISCHE STRESS
2. ZORG VOOR EEN FYSIEK VEILIGE OMGEVING
3. WEES BETROUWBAAR
4. HELP EMOTIES TE BEGRIJPEN EN TE ZAKKEN
5. STUUR EEN KIND NIET WEG
6. BIED KEUZE EN CONTROLE
7. GEEF PERSOONLIJKE AANDACHT
8. VRAAG TOESTEMMING VOOR AANRAKEN
Augeo Actueel - Praten met kinderen
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016
Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016
Kindermishandeling samen aanpakken
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016
De meldcode aanpassen: kans of risico?
Jaaroverzicht 2015
Pleegzorg: samen in verscheidenheid
De kindcheck voor medici - Signalen van ouders
Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN
Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift
Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur
Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid
Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs
Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs
Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten
Jaaroverzicht
Kinderrechten
Onderwijs
Inzicht in ouderschap
Gezondheidszorg
Kinderopvang
KindCheck juni 2014
TKM gemeenten april 2014
TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling
TKM-onderwijs - januari 2014
TKM-Jaaroverzicht 2013
TKM-Huwelijksdwang
TKM-Professionalisering
TKM-Meldcode
TKM-Herstel na trauma
TKM-onderwijs: Meldcode en hulp
TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg
TKM-onderwijs: Communiceren
TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling
TKM Armoede februari 2013
Verwaarlozing TKM december 2012
Seksueel misbruik
Special Commissie Samson
TKM special Prinsjesdag 2012
TKM special: verkiezingen 2012
Juni Tijdschrift Kindermishandeling
April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling
Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)