Augeo magazine is hét online tijdschrift over veilig opgroeien. Via opiniërende bijdragen, ervaringsverhalen, interviews en columns stimuleren we de discussie over en maatschappelijke betrokkenheid bij kindermishandeling. Uitgever: Augeo.
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016
Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016
Kindermishandeling samen aanpakken
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016
De meldcode aanpassen: kans of risico?
Jaaroverzicht 2015
Pleegzorg: samen in verscheidenheid
De kindcheck voor medici - Signalen van ouders
Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN
Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift
Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur
Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid
Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs
Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs
Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten
Jaaroverzicht
Kinderrechten
Onderwijs
Inzicht in ouderschap
Gezondheidszorg
Kinderopvang
KindCheck juni 2014
TKM gemeenten april 2014
TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling
TKM-onderwijs - januari 2014
TKM-Jaaroverzicht 2013
TKM-Huwelijksdwang
TKM-Professionalisering
TKM-Meldcode
TKM-Herstel na trauma
TKM-onderwijs: Meldcode en hulp
TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg
TKM-onderwijs: Communiceren
TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling
TKM Armoede februari 2013
Verwaarlozing TKM december 2012
Seksueel misbruik
Special Commissie Samson
TKM special Prinsjesdag 2012
TKM special: verkiezingen 2012
Juni Tijdschrift Kindermishandeling
April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling
Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)
‘Mijn broer direct boven mij overleed vlak voor mijn geboorte. Hij werd drie jaar oud en was een mooi en bijzonder jongetje. Ik ben naar hem vernoemd. We woonden in een dorpje in Noord-Marokko, waar veel mensen analfabeet waren. Er was daar geen loket voor de burgerlijke stand. Mijn ouders hadden een Ahmed verloren en een zoon met dezelfde naam gekregen. Ik kreeg zijn identiteit, net zo gemakkelijk. Daardoor was ik in één klap drie jaar ouder dan ik eigenlijk was.
Dit gebeurde niet uit onwil of gemakzucht. In die tijd, in die onherbergzame streek, ging dat gewoon zo. Het was belangrijker dat mijn geboorte werd gevierd met een islamitisch ritueel dan met een handtekening in een bevolkingsregister ergens ver weg. Mijn exacte geboortedatum heb ik nooit geweten. Aan de hand van de oogst die was mislukt of welke koe er was overleden, wisten mijn ouders ongeveer wat er wanneer was gebeurd. Ze hadden ook geen klok. Ze keken naar de stand van de zon als ze wilden weten hoe laat het was.’
Harde hand
‘Mijn moeder overleed toen ik biologisch drie jaar oud was. Mijn ouders hadden toen negen kinderen. Mijn vader werkte al als gastarbeider in Nederland. Na het overlijden van mijn moeder kwam hij naar Marokko terug. Een paar maanden later hertrouwde hij met een andere vrouw. Niet lang daarna keerde hij terug naar Nederland. Ik kwam onder de hoede van mijn stiefmoeder, met wie mijn vader nog zes kinderen kreeg. Zij voedde ons met harde hand op. Dat was heel normaal. Als je als kind niet luisterde of in de ogen van volwassenen iets verkeerd deed, werd je met een klap gecorrigeerd. Er was armoede, waardoor mensen snel boos werden. Er was geen geld om mij naar school te laten gaan en ik moest al heel jong aan het werk. Als zevenjarige jongetje stond ik op de markt plastic zakjes te verkopen. Mensen konden daar hun aankopen zoals vis en verse munt in doen. Het was wel kicken om mijn eigen geld te verdienen, maar daardoor heb ik als kind te weinig gespeeld. Het was een hard leven. Niet alleen voor mij, voor iedereen. Ook voor mijn stiefmoeder die met weinig inkomen en een huis vol kinderen zat. In onze cultuur werd veel geslagen. Mijn vader heeft me ook één keer een tik gegeven. Ik kwam niet tegen hem in verzet. Dat deed je als kind gewoon niet. Tegen mijn stiefmoeder ook niet, maar van haar kon ik het minder goed hebben. Ze voelde niet als mijn moeder.
Als ik het moeilijk had, vluchtte ik naar mijn oma. De moeder van mijn moeder. Zij woonde tien meter verderop en haar huis was een liefdevol eiland. Die plek was heel belangrijk voor mij. Thuis kon de sfeer zomaar omslaan. Bij mijn oma was het veilig. Aan haar boezem kreeg ik warmte. Zo’n stevige basis heeft elk kind nodig.’
Zelfvertrouwen
‘Op mijn negende, mijn echte leeftijd, moest ik afscheid nemen van mijn oma, omdat we met de rest van het gezin naar Nederland vertrokken. Ik heb haar daarna nooit meer gezien. Zij overleed in 1985, zes jaar na mijn vertrek. Toen ik dat hoorde, was ik heel verdrietig. Had ik maar afscheid kunnen nemen. Ik miste mijn oma heel erg.
In dit gedroomde land lagen kansen, maar soms voelde ik me ook heel alleen. Dat ik volgens mijn paspoort drie jaar ouder was, hielp daar niet bij. Ik moest heel vaak op mijn tenen lopen. Ik kwam in de brugklas terecht, terwijl ik daar nog veel te jong voor was. In Marokko was ik nog nooit naar school geweest; ik kon niet lezen en schrijven. Ik heb heel, heel hard gewerkt om op school mee te komen met de rest. Het lukte, wat me trots maakte, maar het ging ten koste van mijn kind-zijn. Ik was veel te druk met serieuze zaken. ’s Morgens had ik een krantenwijk, daarna ging ik naar school en ’s avonds maakte ik schoon. Terwijl ik nog maar twaalf jaar was.
We sliepen met negen kinderen op een kamer en er was weinig aandacht voor mij als individu. In die tijd heb ik veel steun gehad aan mijn geloof. Door de Koran te lezen, zag ik perspectief. Daarin las ik dat als God een deur sluit, er andere deuren open gaan. Daardoor ging ik op zoek naar openingen. Wat kon ik doen om mijn leven te laten slagen? Ik kreeg steun van een oudere broer. Hij ging studeren en was mijn rolmodel. Er speelde ook iets van competitie: ik wilde dezelfde dingen bereiken als hij. Als ik ervan baalde dat ik “maar” op de lts zat, vertelde hij me over Lech Walesa, de Poolse vakbondsleider met weinig opleiding die uiteindelijk president werd. Hierdoor gaf mijn broer me het gevoel dat hij me zag zitten, dat alles mogelijk was. Dat was een goed gevoel. Op de lts was er een leraar die zei dat ik makkelijk de mavo had kunnen doen. Ook dat gaf me zelfvertrouwen en prikkelde me om door te zetten.’
Vechter
‘In het gezin waarin ik opgroeide, heerste het idee dat knuffelen en complimenten je verslappen en je naast je schoenen laten lopen. Mijn vader knuffelde me dus niet, maar zijn aanmoedigingen om kansen te grijpen en hard te werken, waren zijn uitingen van liefde. Ik neem hem niet kwalijk dat ik te weinig kind heb kunnen zijn. Het was wat het was: de context waarin we opgroeiden. Uiteindelijk heeft het een vechter van me gemaakt. Dat is niet alleen maar negatief. Door mijn harde jeugd ben ik een krachtig mens geworden: ik zit nu in de Tweede Kamer.’
Mijn advies aan hulpverleners die met kinderen te maken krijgen in een soortgelijke situatie: kijk heel goed naar wie je tegenover je hebt. Hoe is het kind écht? Laat daarbij je eigen ik achterwege. Ik had bijvoorbeeld veel steun aan het geloof. Als je als hulpverlener niets met religie hebt, kan dat een blinde vlek voor je zijn. Sta ervoor open dat het voor iemand anders wél een houvast kan zijn. Daarnaast is het belangrijk dat het kind contact houdt met zijn omgeving en inspirators. Als een plantje dat je in de grond laat staan. Als je het verpoot, is dat heel heftig. Elk kind stelt zichzelf op een gegeven moment de grote vraag wie hij is. In de buurt van mensen die zijn verhaal kennen, komt hij makkelijker tot het antwoord.’
Auteur: Deborah Ligtenberg
AUGEO MAGAZINE - HET ONLINE TIJDSCHRIFT OVER VEILIG OPGROEIEN
DOWNLOAD PDF
OVERZICHT
REACTIES
REAGEER OP DIT ARTIKEL
‘Mijn broer direct boven mij overleed vlak voor mijn geboorte. Hij werd drie jaar oud en was een mooi en bijzonder jongetje. Ik ben naar hem vernoemd. We woonden in een dorpje in Noord-Marokko, waar veel mensen analfabeet waren. Er was daar geen loket voor de burgerlijke stand. Mijn ouders hadden een Ahmed verloren en een zoon met dezelfde naam gekregen. Ik kreeg zijn identiteit, net zo gemakkelijk. Daardoor was ik in één klap drie jaar ouder dan ik eigenlijk was.
Dit gebeurde niet uit onwil of gemakzucht. In die tijd, in die onherbergzame streek, ging dat gewoon zo. Het was belangrijker dat mijn geboorte werd gevierd met een islamitisch ritueel dan met een handtekening in een bevolkingsregister ergens ver weg. Mijn exacte geboortedatum heb ik nooit geweten. Aan de hand van de oogst die was mislukt of welke koe er was overleden, wisten mijn ouders ongeveer wat er wanneer was gebeurd. Ze hadden ook geen klok. Ze keken naar de stand van de zon als ze wilden weten hoe laat het was.’
Harde hand
‘Mijn moeder overleed toen ik biologisch drie jaar oud was. Mijn ouders hadden toen negen kinderen. Mijn vader werkte al als gastarbeider in Nederland. Na het overlijden van mijn moeder kwam hij naar Marokko terug. Een paar maanden later hertrouwde hij met een andere vrouw. Niet lang daarna keerde hij terug naar Nederland. Ik kwam onder de hoede van mijn stiefmoeder, met wie mijn vader nog zes kinderen kreeg. Zij voedde ons met harde hand op. Dat was heel normaal. Als je als kind niet luisterde of in de ogen van volwassenen iets verkeerd deed, werd je met een klap gecorrigeerd. Er was armoede, waardoor mensen snel boos werden. Er was geen geld om mij naar school te laten gaan en ik moest al heel jong aan het werk. Als zevenjarige jongetje stond ik op de markt plastic zakjes te verkopen. Mensen konden daar hun aankopen zoals vis en verse munt in doen. Het was wel kicken om mijn eigen geld te verdienen, maar daardoor heb ik als kind te weinig gespeeld. Het was een hard leven. Niet alleen voor mij, voor iedereen. Ook voor mijn stiefmoeder die met weinig inkomen en een huis vol kinderen zat. In onze cultuur werd veel geslagen. Mijn vader heeft me ook één keer een tik gegeven. Ik kwam niet tegen hem in verzet. Dat deed je als kind gewoon niet. Tegen mijn stiefmoeder ook niet, maar van haar kon ik het minder goed hebben. Ze voelde niet als mijn moeder.
Als ik het moeilijk had, vluchtte ik naar mijn oma. De moeder van mijn moeder. Zij woonde tien meter verderop en haar huis was een liefdevol eiland. Die plek was heel belangrijk voor mij. Thuis kon de sfeer zomaar omslaan. Bij mijn oma was het veilig. Aan haar boezem kreeg ik warmte. Zo’n stevige basis heeft elk kind nodig.’
Zelfvertrouwen
‘Op mijn negende, mijn echte leeftijd, moest ik afscheid nemen van mijn oma, omdat we met de rest van het gezin naar Nederland vertrokken. Ik heb haar daarna nooit meer gezien. Zij overleed in 1985, zes jaar na mijn vertrek. Toen ik dat hoorde, was ik heel verdrietig. Had ik maar afscheid kunnen nemen. Ik miste mijn oma heel erg.
In dit gedroomde land lagen kansen, maar soms voelde ik me ook heel alleen. Dat ik volgens mijn paspoort drie jaar ouder was, hielp daar niet bij. Ik moest heel vaak op mijn tenen lopen. Ik kwam in de brugklas terecht, terwijl ik daar nog veel te jong voor was. In Marokko was ik nog nooit naar school geweest; ik kon niet lezen en schrijven. Ik heb heel, heel hard gewerkt om op school mee te komen met de rest. Het lukte, wat me trots maakte, maar het ging ten koste van mijn kind-zijn. Ik was veel te druk met serieuze zaken. ’s Morgens had ik een krantenwijk, daarna ging ik naar school en ’s avonds maakte ik schoon. Terwijl ik nog maar twaalf jaar was.
We sliepen met negen kinderen op een kamer en er was weinig aandacht voor mij als individu. In die tijd heb ik veel steun gehad aan mijn geloof. Door de Koran te lezen, zag ik perspectief. Daarin las ik dat als God een deur sluit, er andere deuren open gaan. Daardoor ging ik op zoek naar openingen. Wat kon ik doen om mijn leven te laten slagen? Ik kreeg steun van een oudere broer. Hij ging studeren en was mijn rolmodel. Er speelde ook iets van competitie: ik wilde dezelfde dingen bereiken als hij. Als ik ervan baalde dat ik “maar” op de lts zat, vertelde hij me over Lech Walesa, de Poolse vakbondsleider met weinig opleiding die uiteindelijk president werd. Hierdoor gaf mijn broer me het gevoel dat hij me zag zitten, dat alles mogelijk was. Dat was een goed gevoel. Op de lts was er een leraar die zei dat ik makkelijk de mavo had kunnen doen. Ook dat gaf me zelfvertrouwen en prikkelde me om door te zetten.’
Vechter
‘In het gezin waarin ik opgroeide, heerste het idee dat knuffelen en complimenten je verslappen en je naast je schoenen laten lopen. Mijn vader knuffelde me dus niet, maar zijn aanmoedigingen om kansen te grijpen en hard te werken, waren zijn uitingen van liefde. Ik neem hem niet kwalijk dat ik te weinig kind heb kunnen zijn. Het was wat het was: de context waarin we opgroeiden. Uiteindelijk heeft het een vechter van me gemaakt. Dat is niet alleen maar negatief. Door mijn harde jeugd ben ik een krachtig mens geworden: ik zit nu in de Tweede Kamer.’
Mijn advies aan hulpverleners die met kinderen te maken krijgen in een soortgelijke situatie: kijk heel goed naar wie je tegenover je hebt. Hoe is het kind écht? Laat daarbij je eigen ik achterwege. Ik had bijvoorbeeld veel steun aan het geloof. Als je als hulpverlener niets met religie hebt, kan dat een blinde vlek voor je zijn. Sta ervoor open dat het voor iemand anders wél een houvast kan zijn. Daarnaast is het belangrijk dat het kind contact houdt met zijn omgeving en inspirators. Als een plantje dat je in de grond laat staan. Als je het verpoot, is dat heel heftig. Elk kind stelt zichzelf op een gegeven moment de grote vraag wie hij is. In de buurt van mensen die zijn verhaal kennen, komt hij makkelijker tot het antwoord.’
Auteur: Deborah Ligtenberg
‘Oma’s huis was een liefdevol eiland’
MARCOUCH’ ACE-SCORE: 2
Toelichting Augeo-hoofdredacteur Mariëlle Dekker op ACE-score: ‘Een ACE-score van 2 staat voor het meemaken van zeker twee negatieve jeugdervaringen. Aangezien mannen graag scores vergelijken: nog geen 9 procent van de Nederlandse mannen heeft een vergelijkbare ACE-score. Zeker 60 procent van de Nederlandse mannen zegt geen vormen van kindermishandeling te hebben meegemaakt in zijn jeugd.
Maar het label fysiek geweld, kinderarbeid of emotionele verwaarlozing zal Ahmed Marcouch zelf waarschijnlijk ook niet plakken op deze jeugdervaringen. Uit zijn verhaal proef je vooral begrip voor de harde omstandigheden waarin hij opgroeide. En uiteindelijk doet het ook niet ter zake of je ervaringen als kindermishandeling definieert of niet. Waar het om gaat is de vergiftigende stress die opgroeiende kinderen kunnen ervaren in de relatie met hun ouders. Hoe meer een kind die stress ervaart, hoe groter de kans op gezondheidsschade later.
Minstens zo belangrijk is het tegengif, dat net zoals de negatieve ervaringen zelf, vooral wordt toegediend in de verhouding tussen kinderen en volwassenen. In het interview met Ahmed Marcouch lees ik er een boel: het warme eiland van oma, het geloof, de steunende broer. Daarom vind ik dit verhaal toch vooral een verhaal van Veerkracht. Met een grote V.’
AHMED MARCOUCH (46)
is Tweede Kamerlid voor de PvdA. Als volksvertegenwoordiger zet hij zich in voor probleemwijken. Hij is voor de tweede keer getrouwd en heeft een dochter en drie zoons.
Lees verder
PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch groeide op in Marokko. Op zijn derde overleed zijn moeder; zijn vader werkte toen al in Nederland. Op zijn negende volgde hij hem. Hier werkte hij keihard op school en in baantjes. ‘Ik heb te weinig kind kunnen zijn.’
AHMED MARCOUCH
MARCOUCH’ ACE-SCORE
In deze rubriek vertelt een bekende Nederlander over zijn jeugd. Hoofdredacteur Mariëlle Dekker bepaalt op basis van de ernst van zijn ervaringen zijn ACE-score (Adverse Childhood Events). De beroemde ACE-vragenlijst van dr. Vincent Felitti meet tien vormen van kindermishandeling.
‘Mijn harde jeugd heeft me sterk gemaakt’
BN’ER LANGS DE MEETLAT
FOTO: NAAM FOTOGRAAF
Augeo Actueel - Praten met kinderen
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016
Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016
Kindermishandeling samen aanpakken
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016
De meldcode aanpassen: kans of risico?
Jaaroverzicht 2015
Pleegzorg: samen in verscheidenheid
De kindcheck voor medici - Signalen van ouders
Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN
Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift
Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur
Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid
Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs
Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs
Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten
Jaaroverzicht
Kinderrechten
Onderwijs
Inzicht in ouderschap
Gezondheidszorg
Kinderopvang
KindCheck juni 2014
TKM gemeenten april 2014
TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling
TKM-onderwijs - januari 2014
TKM-Jaaroverzicht 2013
TKM-Huwelijksdwang
TKM-Professionalisering
TKM-Meldcode
TKM-Herstel na trauma
TKM-onderwijs: Meldcode en hulp
TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg
TKM-onderwijs: Communiceren
TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling
TKM Armoede februari 2013
Verwaarlozing TKM december 2012
Seksueel misbruik
Special Commissie Samson
TKM special Prinsjesdag 2012
TKM special: verkiezingen 2012
Juni Tijdschrift Kindermishandeling
April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling
Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)