Augeo magazine is hét online tijdschrift over veilig opgroeien. Via opiniërende bijdragen, ervaringsverhalen, interviews en columns stimuleren we de discussie over en maatschappelijke betrokkenheid bij kindermishandeling. Uitgever: Augeo.
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016
Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016
Kindermishandeling samen aanpakken
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016
De meldcode aanpassen: kans of risico?
Jaaroverzicht 2015
Pleegzorg: samen in verscheidenheid
De kindcheck voor medici - Signalen van ouders
Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN
Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift
Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur
Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid
Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs
Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs
Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten
Jaaroverzicht
Kinderrechten
Onderwijs
Inzicht in ouderschap
Gezondheidszorg
Kinderopvang
KindCheck juni 2014
TKM gemeenten april 2014
TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling
TKM-onderwijs - januari 2014
TKM-Jaaroverzicht 2013
TKM-Huwelijksdwang
TKM-Professionalisering
TKM-Meldcode
TKM-Herstel na trauma
TKM-onderwijs: Meldcode en hulp
TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg
TKM-onderwijs: Communiceren
TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling
TKM Armoede februari 2013
Verwaarlozing TKM december 2012
Seksueel misbruik
Special Commissie Samson
TKM special Prinsjesdag 2012
TKM special: verkiezingen 2012
Juni Tijdschrift Kindermishandeling
April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling
Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)
DE MELDCODE AANPASSEN - DE MENINGEN
AUGEO ACTUEEL - DE MELDCODE
DOWNLOAD PDF
REACTIES
Brigitte van der Burg, VVD-kamerlid
‘Registreer altijd’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘Nee. Bij Veilig Thuis zijn 20.000 meldingen van zaken waarbij een of meer kinderen zijn betrokken, terwijl uit prevalentiestudies blijkt dat minimaal 118.000 kinderen per jaar worden mishandeld. Daar zit een flink gat tussen. En niet alle kinderen waarover in stap 2 advies wordt gevraagd, krijgen automatisch hulp van de professionals zelf. Misschien gebeurt er na het advies van Veilig Thuis of na het gesprek met ouders niets. Dat weten we gewoon niet.’
Komen professionals voldoende in actie bij vermoedens?
‘Uit een quickscan onder artsen blijkt dat 55 procent van de artsen nooit of niet recent een cursus heeft gevolgd om met de meldcode te werken. Verder blijkt dat zij de kindcheck - die drie jaar geleden na een motie van mij is verwerkt in de verplichte meldcode - vaak niet kennen en toepassen. En dat terwijl je hiermee vroegtijdig een belangrijk aantal kinderen dat risico loopt, kunt opsporen.’
Welke aanpassingen van de huidige meldcode ziet u graag?
‘Stap 5 van de meldcode moet minder vrijblijvend worden. Informatie over een kind moet worden gedeeld en geregistreerd als er echte zorgen zijn, óók als artsen zelf hulp organiseren. Anders is het niet bekend bij collega’s wanneer er al signalen over kinderen bestaan. Prima als Veilig Thuis vervolgens zegt: ga je gang en zet een behandeltraject op. Maar als er bijvoorbeeld complexe verslavings-, geestelijke gezondheids- of schuldenproblematiek speelt, vraag ik me af of een huisarts de meest aangewezen persoon is om die op te lossen.’
Hoe kijkt u aan tegen een meldplicht?
‘Er is geen sprake van een ‘platte’ meldplicht in het voorstel van Van Rijn. Voordat het tot een verplichte registratie komt, gaan er vier stappen vooraf, waarin een gedegen afweging wordt gemaakt over de situatie van kind en gezin. Pas daarna concludeert de professional in de huidige situatie dat hij gaat melden bij Veilig Thuis of dat hij zelf gaat behandelen. Dan zijn er ernstige zorgen. In de nieuwe situatie blijven de vijf stappen gewoon bestaan, maar wordt slechts een registratievereiste toegevoegd, zodat informatie gedeeld kan worden door verschillende professionals. Dat verbetert de kans op een adequate inschatting van de situatie en een goede behandeling.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘Als er sprake is geweest van kindermishandeling: altijd. Van kinderen die al mishandeld zijn weten we dat de kans op herhaling hoog is. Die kinderen zouden verder langdurig gemonitord moeten worden. Veilig Thuis volgt hen maar een half jaar; dat is veel te kort. En soms gebeurt het niet. Veilig Thuis heeft de bevoegdheid om te monitoren, maak daar dan ook gebruik van.’
Jacobine Geel, voorzitter GGZ Nederland
‘Zet in op de Kindcheck’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘Nee. Uit onderzoek van de kinderombudsman en de Taskforce Kindermishandeling blijkt dat veel kinderen buiten beeld vallen. Het streven is om zo min mogelijk kinderen slachtoffer te laten worden van kindermishandeling, dus moet er iets gebeuren.’
Komen professionals voldoende in actie bij vermoedens?
‘We willen graag meer terechte meldingen. Als GGZ Nederland hebben we het goed invoeren van de Kindcheck (de vraag van professionals aan volwassen patiënten of er kinderen in het spel zijn, red.) op de agenda gezet, zodat er bij zorgverleners een belletje gaat als ze cliënten helpen met bijvoorbeeld verslavingsproblemen of huiselijk geweld, en ze zich afvragen: zijn er misschien ook kinderen die risico lopen? Dat leeft bij ons enorm, want als we dat consciëntieus uitvoeren, is er veel te halen.’
Hoe kijkt u aan tegen een meldplicht?
‘Het echte doel is: tijdig signaleren en goede zorg leveren. Een wettelijke meldplicht dient dat doel niet. Melden mag geen doel op zich worden. Niet alleen kan dat het opbouwen van een vertrouwensrelatie met cliënten die hoe dan ook in een kwetsbare fase verkeren, verstoren. Verder kan een meldplicht afleiden van inzetten op het voorkómen van misbruik, door tijdig iets te doen met alarmerende signalen.’
Welke aanpassingen van de huidige meldcode ziet u graag?
‘Als beroepsgroep voegen we graag extra criteria aan stap 5, waarbij je alleen in de ernstigste gevallen melding doet bij Veilig Thuis. Dat willen we graag met onze leden bespreken en onderzoeken.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘Nee, want alle tijd en energie die ze daarin steken, gaat ten koste van de eigenlijke zorg. Het lost de problemen niet per se op. Wij zien meer in een beter instrumentarium: de genoemde betere criteria voor stap 5. Daar heb je wat aan in de praktijk, daarmee verbeter je de zorg. Registratie helpt ook niet bij de vraag wie de verantwoordelijkheid op zich neemt. In de jeugdhulp verkennen we nu de mogelijkheden voor betere samenwerking tussen ggz en jeugdzorg. En in de zorg aan volwassenen willen we de Kindcheck bevorderen. Op die twee routes zetten wij nu al in.’
Jan-Dirk Sprokkereef, voorzitter Jeugdzorg Nederland en lid Taskforce Kindermishandeling
‘Geef ook kinderen traumabehandeling’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘Nee. Dat blijkt bijvoorbeeld op plekken waar veel scholing is geweest en protocollen zijn ingevoerd, zoals ziekenhuizen. Daar worden ineens veel meer terechte meldingen gedaan. Bij beroepsgroepen zoals leerkrachten en huisartsen, waar minder werk is gemaakt van scholing en protocollen, is de drempel veel hoger om het monster in de ogen te kijken. Deze professionals durven minder makkelijk te melden.’
Komen professionals voldoende in actie bij vermoedens?
‘Nee. Dat heeft veel met de vertrouwensband te maken. Er wordt wel wat gedaan; leerkrachten gaan eens op bezoek, er wordt een gesprek gevoerd, maar die extra stap durven professionals vaak niet te zetten. Wat betreft jeugdzorg denk ik dat er, als kinderen eenmaal veilig gesteld zijn, te weinig wordt gedaan op het gebied van traumabehandeling. Veilig Thuis zou diverser met meldingen moeten omgaan, ook in de nazorg. De organisatie zou een cockpit moeten zijn met overzicht van alle activiteiten rondom een kind.’
Welke veranderingen ziet u graag in de meldcode?
‘Iedere professional die concludeert dat er sprake is van kindermishandeling, moet dat absoluut registreren. Hoe we dat precies juridisch verankeren is nog te bepalen. De Taskforce Kindermishandeling stelt voor dat Veilig Thuis ook adviesaanvragen van burgers gaat registreren. En misschien is het ook voor professionals een goed idee om in stap 2 van de meldcode, bij de adviesvraag, standaard te registreren. Het kan een drempel opwerpen, dat is een nadeel.’
Hoe kijkt u aan tegen een meldplicht?
‘Er is in het huidige voorstel geen sprake van een meldplicht, maar een registratieplicht. Het onderscheid tussen registratie en meldplicht ligt genuanceerd,maar is belangrijk. Een algemene meldplicht willen we niet.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘Nee. Ik vind wél dat als een hulpverlener alle stappen heeft doorlopen en daarna nog steeds denkt dat er sprake is van kindermishandeling, de gegevens geregistreerd moeten worden. Dan kan hij er alsnog zelf mee aan de slag. Als het daarna nog steeds niet goed gaat, moet hij het uit handen geven. Maar dat is nu totaal niet de praktijk. Heel veel professionals kiezen ervoor om het probleem zelf op te lossen, waarmee de kinderen buiten beeld blijven.’
Mariëlle Dekker, Directeur Augeo
‘Breng kinderen die na mishandeling nog steeds onveilig zijn in beeld’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘Ik heb wel eens becijferd dat professionals maximaal de helft van het aantal mishandelde kinderen dat zij jaarlijks in hun werk kunnen tegenkomen, bij Veilig Thuis in beeld brengen. Dat vind ik te weinig. De grote vraag is wat professionals met die andere helft doen. Wachten ze in die situaties af? Of organiseren ze hulp zonder te melden? Of zijn dit gezinssituaties die al jarenlang spelen en niet ieder jaar opnieuw gemeld worden? Zolang er ieder jaar opnieuw 118.000 kinderen mishandeld worden, moet het hele systeem beter, zowel het signaleren als het hulpverlenen.’
Komen professionals voldoende in actie bij vermoedens?
‘Sommige beroepsgroepen wel, bijvoorbeeld in de ziekenhuizen. Daardoor weten we dat als professionals goede signaleringsprocedures hebben en als ze goed zijn getraind, het aantal meldingen omhoog schiet. Zeker als de inspectie toeziet. Andere beroepsgroepen blijven achter, zoals het onderwijs en huisartsen. Maar de helft van alle meldingen gaat over gezinnen waar het al eerder zo onveilig was dat Veilig Thuis of andere hulporganisaties waren ingezet. In het stoppen van kindermishandeling en het monitoren van dit soort gezinnen schieten we enorm tekort. Dat kun je ook uitleggen als onvoldoende actie van professionals.’
Welke aanpassingen ziet u graag in de meldcode?
‘De meldcode aanpassen heeft niet mijn hoogste prioriteit, alleen al omdat dat een ingewikkeld en langdurig proces is. In de jaren voordat de Wet Meldcode inging waren beroepsgroepen nauwelijks geïnteresseerd in het thema kindermishandeling. Iedereen wachtte af. Ik moet er niet aan denken dat we nu weer in een wachtstand zouden gaan staan, terwijl de meldcode nog geen drie jaar oud is. Volgens mij is er meer winst te halen door de meldcode beter te gaan toepassen. Betere nascholing, meer inspectietoezicht, betere signaleringsinstrumenten. De beroepsgroepen kunnen in hun eigen meldcodes voorschrijven in welke ernstige situaties je als professional altijd zou moeten melden, bijvoorbeeld bij ernstige verslavingsproblematiek van ouders. Daar hoef je de wet niet voor te wijzigen.’
Hoe kijkt u aan tegen een meldplicht?
‘Er wordt nu gepraat over een registratieplicht als professionals kindermishandeling “niet kunnen uitsluiten”. Dat is tienduizenden malen het geval! Als je al die situaties gaat registreren bij een Veilig Thuis organisatie, maak je ook veel fouten. Ook wordt er gezegd dat een registratie minder bezwaarlijk is voor ouders dan een melding. Daar ben ik het niet mee eens. Aan al de gezinnen die je registreert kleeft een etiket kindermishandeling. We weten dat dat enorm veel weerstand oproept bij ouders waardoor het soms maanden duurt voor ze hulp accepteren. Je kunt je voorstellen dat ouders uit vrees voor registratie niet meer praten met hulpverleners over gezinsproblemen. Ik vind dat we dit soort risico’s niet moeten nemen, als er nog zoveel andere manieren zijn om de werking van de meldcode te verbeteren.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘Nee, absoluut niet. Ik vind dat een veel te ruim criterium. Ik vind wel het omgekeerde: alle situaties waar ernstige kindermishandeling is vastgesteld, moeten in beeld zijn bij Veilig Thuis. En tijdens adviesvragen zou dan de mogelijkheid gecreëerd moeten worden dat Veilig Thuis controleert of dit een kind is waarover al eerder zorgen waren bij Veilig Thuis, De Raad voor de Kinderbescherming of de vrouwenopvang. Zodat professionals niet steeds opnieuw 5 stappen van een meldcode hoeven te doorlopen om kinderen in beeld te brengen die al lang al bekend waren, maar blijkbaar nog niet veilig zijn.’
Giliam Kuijpers, directeur Beleid & Advies KNMG en kinderarts
‘Veilig thuis moet 24 uur per dag bereikbaar zijn’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘Het lastige is: het exacte aantal kinderen dat wij niet op de radar hebben is onbekend. Mijn ervaring is dat probleemgezinnen vaak bekend zijn bij een van de hulpverlenende instanties zoals de jeugdgezondheidszorg, jeugdhulp, de politie maar ook op school. Ook heb ik de indruk dat artsen kindermishandeling steeds vaker meenemen in de differentiaal diagnose (diagnose waarin verschillende klachten worden gecombineerd, red) en dat de signalering is verbeterd. Maar we zullen soms kinderen missen.’
Komen professionals voldoende in actie bij vermoedens?
‘Artsen komen altijd in actie. Ik denk dat de KNMG-meldcode een heel degelijk instrument is. Daardoor weten artsen dat ze er iets mee moeten. Het is een leerproces. De eerste keer dat je kindermishandeling signaleert, moet je als arts een drempel over, daarna gaat het steeds beter en ga je ook makkelijker met ouders het gesprek aan. Vooral kinderartsen en andere artsen die veel met mishandelde kinderen te maken hebben, hebben zich op dit vlak de laatste jaren enorm ontwikkeld. Wel vinden we een betere ondersteuning bij de toepassing van de meldcode belangrijk. Leer professionals ermee te werken, geef communicatietrainingen en bespreek casuïstiek op de werkvloer. Veilig Thuis moet 24 uur per week bereikbaar zijn, zodat artsen ook ‘s nachts een vertrouwensarts kunnen raadplegen.’
Welke aanpassingen ziet u graag in de meldcode?
‘De oplossing moet niet gezocht worden in het aanpassen van de meldcode. We kunnen heel trots zijn op de huidige meldcode. De implementatie is belangrijk; de ondersteuning die artsen krijgen. De KNMG-meldcode heeft een aantal verplichte stappen zoals de adviesvraag in stap 2 en stap 5. In stap 5b staat dat een arts een melding moet doen als er ernstige zorgen zijn en er een groot risico op beschadiging bestaat waarbij het niet gelukt is om adequate hulpverlening op gang te brengen. In feite zou je stap 5b kunnen beschouwen als een meldplicht voor deze ernstige situaties. Als de zorgen niet worden weggenomen, zijn artsen verplicht om Veilig Thuis in te schakelen. Stel dat je als arts geen melding doet terwijl de situatie ernstig is en ook Veilig Thuis adviseert om te melden, heb je wel wat uit te leggen als arts.’
Hoe kijkt u aan tegen een meldplicht?
‘Een meldplicht het een averechts effect op wat de politiek beoogt te bereiken. Meer meldingen betekent geen betere aanpak van kindermishandeling. Kinderen verdwijnen juist van de radar omdat ouders niet meer aan hun arts durven te vertellen wat er thuis werkelijk speelt. Ook zullen veel artsen voor de zekerheid gaan melden, wat leidt tot een lawine aan zeer uiteenlopende meldingen en registraties, die allemaal aandacht vragen van Veilig Thuis.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘Nee. Het is een enorm palet aan kleine en grote zorgen dat aan artsen voorbij trekt. Neem een kind dat regelmatig valt en waarvan een arts zich afvraagt wat dat betekent. Je wilt niet dat zo’n kind automatisch geregistreerd wordt. We willen nu juist dat zoveel mogelijk terechte meldingen toeneemt en het aantal terechte zorgen geregistreerd wordt. Dat betekent dat een arts zelf onderzoek doet aan de hand van de stappen van de meldcode.’
Vera Bergkamp, D’66-kamerlid
‘Training in omgaan met de meldcode is een must’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘De afgelopen jaren zien we gelukkig steeds meer meldingen en adviesaanvragen van kindermishandeling, dus mensen weten beter de weg te vinden naar hulp. Maar ik ben nog niet tevreden. Er zijn nog teveel mishandelde kinderen die niet worden opgemerkt. Daarnaast herhaalt huiselijk geweld zich in veel gezinnen.’
Komen professionals voldoende in actie bij vermoedens?
‘Kindermishandeling wordt vaak niet gezien als duidelijk letsel ontbreekt. En helaas is er ook nog te vaak sprake van handelingsverlegenheid bij professionals. Daarom vinden we verdere training van professionals een must.’
Hoe kijkt u aan tegen een meldplicht?
‘Uit onderzoek blijkt dat een meldplicht schijnveiligheid biedt, en niet leidt tot de hulp die echt nodig is. Professionals die gaan melden omdat ze “vermoedens van kindermishandeling niet voor 100 procent kunnen uitsluiten” overstelpen Veilig Thuis met meldingen, wat leidt tot grote aantallen onterechte meldingen. Tegelijkertijd bestaat het risico dat professionals het thema kindermishandeling in hun gesprekken met ouders uit de weg gaan en handelingsverlegen worden. Ook is er risico dat ouders zorg gaan mijden. Daarom zetten we liever in op de verbeteringen van het huidige systeem, want een algemene registratieplicht is eigenlijk een verkapte meldplicht.’
Welke veranderingen ziet u graag in de meldcode?
‘Ik wil kritisch kijken naar de mogelijkheden om registratie te verbeteren in stap 5 van de meldcode, bij ernstige risico’s. Maar het belangrijkste is dat de toepassing van de huidige meldcode wordt verbeterd en bevorderd, onder andere door scholing. Ook zijn verbeteringen mogelijk in de keten van organisaties en professionals die zich bezighouden met kindermishandeling. Het fysieke “top-teen” onderzoek zou meer uniform toegepast kunnen worden in de praktijk en er is meer expertise nodig in forensisch-medisch onderzoek naar kindermishandeling. Ook willen we de belangrijke functie van Veilig Thuis in de keten versterken: betere registratie en minder wachtlijsten. Daarom verzochten we om een debat in de Tweede Kamer over Veilig Thuis.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘De mogelijkheid voor burgers en professionals om laagdrempelig advies kunnen vragen zonder registratie van kindgegevens, moet blijven bestaan. Voor je het weet staat heel Nederland in een database. Professionals moeten in de gaten houden of er ontwikkelingen zijn die vragen om interventies. Veilig Thuis moet kunnen functioneren als radar en adviespunt. We willen een betere registratie, maar zonder een algemene registratieplicht in te voeren. We moeten niet roekeloos omgaan met de privacy van kinderen.’
Paul Baeten, Veilig Thuis Haaglanden
‘Veilig Thuis moet eerder in actie komen’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘We weten niet hoeveel we missen, maar we komen wel degelijk jongeren tegen met een verleden van kindermishandeling die nooit hulp hebben gekregen, of hulp die te laat kwam. Dat daar verbetering nodig is, staat buiten kijf. Overzicht is moeilijk. Niemand heeft zelfs maar een idee hoeveel professionals zelf zaken oplossen. Er zijn zoveel verschillende situaties waarin zij dat doen: op school, door maatschappelijk werk, door de huisarts.’
Komen professionals voldoende in actie bij vermoedens?
‘In het algemeen zien professionals veel. Als zij daar op enig moment de term kindermishandeling aan verbinden, komen ze doorgaans wel in actie. Het probleem is dat ze dat vaak niet doen. Er is twijfel en ook hoop dat het eigenlijk toch wel goed gaat met kinderen. En dan zijn er nog de grote verschillen tussen de 26 Veilig Thuis-organisaties wat betreft de verhouding meldingen en adviesvragen. De Wet Meldcode heeft ons gestimuleerd om de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk neer te leggen. Dat betekent dat Veilig Thuis nog zo lang mogelijk de professional stimuleert om zelf hulp te bieden of te organiseren. Een punt van zorg: misschien moeten we ons afvragen of we professionals soms niet overvragen en of Veilig Thuis niet eerder zelf in actie moet komen.’
Hoe kijkt u aan tegen een meldplicht?
‘Een meldplicht impliceert dat professionals alles overdragen aan Veilig Thuis. Dat betekent dat Veilig Thuis enorm veel zaken moet oppakken die professionals veel beter zelf hadden kunnen oplossen. Het idee in ons huidige stelsel is dat professionals het probleem zelf met ouders of verzorgers bespreekbaar maken. Zij hoeven niet per se zware termen in de mond te nemen zoals kindermishandeling, waardoor de kans groter is dat zij de ouders mee kunnen krijgen. Veilig Thuis is nu een opschalingsmodel: als het anderen niet lukt om het probleem op te lossen kunnen zij advies vragen; is dat niet toereikend, kan er gemeld worden. Pas in die fase wordt het onvermijdelijk en ook effectief om termen als huiselijk geweld en kindermishandeling te verbinden aan de problemen in een gezin. Bij vroegtijdige signalering kan dat contraproductief zijn.’
Welke aanpassingen van de huidige meldcode ziet u graag?
‘Bij een meldplicht leg je de verantwoordelijkheid bij Veilig Thuis. Bij een registratieplicht blijft de verantwoordelijkheid bij de professional. In dat geval is het de vraag wat er gebeurt als Veilig Thuis vindt dat de professional het niet alleen af kan: krijgt de eerste dan bevoegdheden om de zaak over te pakken? Daarover moet je het hebben. Misschien is het een goed idee om, als kindermishandeling duidelijk speelt, over te gaan tot verplichte registratie, zodat Veilig Thuis kan meedenken en er een eventuele koppeling met andere informatie over het kind kan plaatsvinden.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘Kindermishandeling is een chronisch probleem. We willen dat graag repareren en zorgen dat kinderen nog lang en gelukkig leven, maar zo zit de wereld niet in elkaar. Er zijn psychische problemen, verslavingsproblemen en andere complexe zaken die niet zomaar op te lossen zijn. Centrale registratie is een ingewikkeld thema. Je zou zeggen dat het goed is, omdat je dan zicht krijgt op wie allemaal kinderen in beeld hebben en je zaken uit verschillende beroepsgroepen met elkaar kunt verbinden. Maar registratieplicht kan er ook toe leiden dat professionals niet meer op een laagdrempelige manier zorgelijke situaties met ouders kunnen bespreken. Als dat zo is, moeten we daar terughoudend mee om gaan. Het huidige debat gaat over dat spanningsveld.’
Martin van Rijn, Staatssecretaris
‘Sein Veilig Thuis ook in als je hulp biedt en ernstige kindermishandeling vermoedt’
Veilig Thuis én andere organisaties hebben mishandelde kinderen in beeld. Is dat voldoende?
‘Ik zie heel veel betrokkenheid en gedrevenheid bij alle betrokkenen om kindermishandeling zo goed mogelijk aan te pakken. Maar je moet elke kans aangrijpen om het beter te doen. We hebben de afgelopen periode met allerlei betrokken organisaties en deskundigen nog eens goed gekeken hoe we de zorg voor mishandelde kinderen hebben geregeld. En dan zie je dat er dingen beter kunnen, zoals een beter beeld krijgen van de kinderen waarover zorgen bestaan.’
Wilt u veranderingen in de meldcode en zo ja, welke?
‘De meldcode biedt een goed handvat voor hulpverleners om in actie te komen. Ik wil de meldcode aanvullen met een registratievereiste voor zeer ernstige situaties waarin hulpverleners gaan beslissen om zelf hulp te gaan geven - stap 5 van de meldcode. Je moet dat zien als een seintje naar Veilig Thuis: wanneer je zoveel zorgen hebt over een kind of gezin, moet je die ook delen wanneer je zelf met hulpverlening start. Veilig Thuis gaat zich vervolgens niet zomaar bemoeien met dingen die professionals prima zelf kunnen. Maar met deze nieuwe werkwijze kan de organisatie wel aan de bel trekken als er meer aan de hand lijkt te zijn dan de directe hulpverlener kan overzien. Bijvoorbeeld als uit zo’n seintje blijkt dat er al vaker hulp is verleend. Of als een half jaar later een nieuwe melding binnen komt. Zo kunnen we voorkomen dat er meerdere keren achter elkaar hulp wordt geboden zonder dat hulpverleners dat van elkaar weten.’
Welke veranderingen ziet u liever niet?
‘Een platte registratieplicht waarbij elk vermoeden gemeld moet worden en Veilig Thuis de zaak overneemt. Dat wil ik niet. Dan schieten we ons doel voorbij. De meldcode blijft de basis. Daarmee ligt er heel veel verantwoordelijkheid bij de hulpverlener, inclusief de mogelijkheid om bij ernstige vermoedens of signalen zelf hulp te bieden of te organiseren. Dat moet zeker zo blijven.’
Is centrale registratie van alle mogelijk mishandelde kinderen nodig?
‘Nee, want dat klinkt weer als een platte meldplicht waarbij elk vermoeden gemeld moet worden en we verder alles overlaten aan Veilig Thuis. Zo wil ik niet werken. Professionals moeten hun vermoedens goed uitzoeken en daar waar nodig hulp en advies bij inschakelen. Als zij bij ernstige vermoedens of bij signalen zelf hulp bieden en er is sprake van ernstige gezinssituaties of veiligheidsrisico’s, willen we ze nu vragen om een seintje aan Veilig Thuis te geven. Zodat we die kinderen met z’n allen beter in beeld hebben en mishandeling beter kunnen stoppen.’
Augeo Actueel
De meldcode aanpassen - de meningen
Staatssecretaris Van Rijn wil de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling graag aanpassen. Hoe functioneert de huidige meldcode volgens beroepsorganisaties, brancheorganisaties en politici en welke veranderingen zien zij graag?
Brigitte van der Burg, VVD-kamerlid
Jacobine Geel, voorzitter GGZ Nederland
Jan-Dirk Sprokkereef, voorzitter Jeugdzorg Nederland
Mariëlle Dekker, Directeur Augeo
Vera Bergkamp,
D’66-kamerlid
Giliam Kuijpers, Beleid & Advies KNMG
Paul Baeten,
Veilig Thuis
Haaglanden
Martin van Rijn, Staatssecretaris
Augeo Actueel - Praten met kinderen
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 4 2016
Augeo Actueel - Meldcode kindermishandeling
AM- Over veilig opgroeien - Nr. 3 2016
Kindermishandeling samen aanpakken
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 2 2016
Augeo Magazine - Over veilig opgroeien - Nr. 1 2016
De meldcode aanpassen: kans of risico?
Jaaroverzicht 2015
Pleegzorg: samen in verscheidenheid
De kindcheck voor medici - Signalen van ouders
Meer aandacht voor jongens en mannen ISPCAN
Pleegzorg: thuis in een ander gezin - Gasthoofdredactie: pleegzorgtijdschrift
Seksueel geweld tegen kinderen, gasthoofdredacteur Corinne Dettmeijer Nationaal Rapporteur
Jongerentaskforce: onderzoek in jeugdhulp over veiligheid
Veilig opgroeien: thuis en op school, primair onderwijs
Veilig opgroeien: thuis en op school, voorgezet onderwijs
Kindermishandeling stoppen: de rol van gemeenten
Jaaroverzicht
Kinderrechten
Onderwijs
Inzicht in ouderschap
Gezondheidszorg
Kinderopvang
KindCheck juni 2014
TKM gemeenten april 2014
TKM: gezondheidszorg en kindermishandeling
TKM-onderwijs - januari 2014
TKM-Jaaroverzicht 2013
TKM-Huwelijksdwang
TKM-Professionalisering
TKM-Meldcode
TKM-Herstel na trauma
TKM-onderwijs: Meldcode en hulp
TKM-special: kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg
TKM-onderwijs: Communiceren
TKM-onderwijs: vormen en gevolgen van kindermishandeling
TKM Armoede februari 2013
Verwaarlozing TKM december 2012
Seksueel misbruik
Special Commissie Samson
TKM special Prinsjesdag 2012
TKM special: verkiezingen 2012
Juni Tijdschrift Kindermishandeling
April 2012 Tijdschrift Kindermishandeling
Gedrukte uitgave - nr 4 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2011 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2010 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 4 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 3 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 2 2009 (pdf)
Gedrukte uitgave - nr 1 2009 (pdf)